De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 13 mei pagina 1

13 mei 1933 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad vóór Nederland Onder hoofdredactie van A. G. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: G. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam G. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2919 Zaterdag 13 Mei 1933 V /r Democratie, vrijheid en overheidsgezag Prof. Mr. F. G. Scheltema De democratie is de staatsvorm, die mensen en menscnelijkheid tot uitgangspunt kiest. De democratie heeft tegenwoordig een niet al te gunstige pers. Zij wordt door velen aansprake lijk gesteld voor al het kwaad, dat de economische ontwrichting den menschen heeft berokkend; i\) heet tot verlamming van het staatsgezag aan leiding te geven; op haar debet wordt gesteld, dat zij haren bestrijders van uiterst rechts en uiterst links gelegenheid laat, particulier geweld tot een factor van beteekenis in het maatschappe lijk leven te maken. De nederlaag, door de demo cratie in Duitschland geleden, komt dezen aanval versterken: succes vormt nu eenmaal, ook afge scheiden van de basis waarop en de middelen waarmee het is verkregen, in veler oogen een rechtvaardigingsgrond. Verdient de democratie dit misprijzend oordeel? Ik zou niet gaarne beweren, dat de democratie onfeilbaar is; welke menschelijke instelling is dat wel? Evenals haar tegenhanger, de dictatuur, wordt zij door menschen verwezenlijkt; en men schen zijn nu eenmaal geen engelen. De vraag is echter: leiden de beginselen, waarop de demo cratie berust, naar hunnen aard tot de ongewenschte gevolgen, die hierboven werden genoemd? De politieke democratie is, in laatste instantie, gebouwd op de gedachte van eerbiedi ging der menschelijke persoonlijkheid; zij is de staatsvorm, die mensch en menschelijkheid tot uitgangspunt kiest. Zij aanvaardt de staatkundige gelijkwaardigheid van alle menschen; zij oordeelt, dat de Staat er is ter wille van den mensch, en niet de mensch ter wille van den Staat; zij leidt daaruit af, da. t de macht van de Staatsorganen, van hen, die in den Staat gezag uitoefenen, is afgeleid van en uitsluitend mag worden uitgeoefend ter wille van de enkelingen, die den Staat vormen. Wij houden déze waarheden voor vanzelf sprekend" zoo wordt gezegd in de Declaration of Independance, die de vorming der Vereenigde Staten van Amerika voorbereidde dat alle menschen gelijk geschapen zijn; dat zij door den Schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd; dat daartoe behooren leven, vrijheid en het recht op geluk. En'dat, om deze rechten te waarborgen, de regeeringen zijn inge steld, die hun gezag afleiden van de toestemming Deze beginselen der democratie voeren vrijwel rechtstreeks tot een organisatie van den staat op den grondslag van algemeen kiesrecht en tot een erkenning van de volksvertegenwoordiging als leidend orgaan in dien staat. Voeren diezelfde beginselen ook, naar hun aard en noodwendig, tot exorbitante, bandelooze, vrij heid van den enkeling en tot slapheid van het staatsgezag? De vraag moet stellig ontkennend worden beantwoord; doen die verschijnselen zich voor, dan mogen zij niet als inhaerent aan de de mocratie worden beschouwd, en dan kunnen zij, binnen het kader der democratie, worden bestreden. Want de democratie moge het welzijn en het geluk van den enkeling tot uitgangspunt nemen. dit kan natuurlijk niet beteekenen. dat zij eiken enkeling of elke minderheid van enkelingen gele genheid zou moeten geven, y.ich vrij uit te leven; de gemeenschap is uiteraard gerechtigd, den enke ling beperkingen op te leggen, waar dat in het belang van allen noodig is. In het kader der demo cratie wordt dit belang van allen" uiteindelijk bepaald door de inzichten der meerderheid. Daarin kan. uit individueel- of uit minderheidsoogpunt, stellig een onbillijkheid zijn gelegen: men kan niet volhouden, dat het steeds juist de inzichten van de meerderheid zouden zijn, die de rechtvaardig heid belichamen. Maar kent iemand een meer betrouwbaren objectieven meter van het algemeen belang dan het inzicht der meerderheid? Zovi het beter zijn, de minderheid te laten beslissen, of het lot, of de macht van den sterkste? Het meerderheidsbeginsel moge niet onfeilbaar zijn: het is, wanneer men willekeur en geweld uit de samen leving wil weren, het minst feilbare middel, dat ten dienste staat. Aan die overweging ontleent de meerderheid het zedelijk recht, haar wil aan de minderheid op te leggen, zoo dikwijls zij in het algemeen belang, gelijk zij dat te goeder trouw ziet, zulks noodig oordeelt. De democratie moge zich voorts het overheids gezag als afgeleid van de enkelingen denken, uit niets volgt, dat in haar gedachtengang dit gezag Inhoud: i. Prof. Mr. F. G. Scheltema, Democratie, vrijheid en overheidsgezag. . Dr. M. van Blankenstein, Duitschland. 3. L. J. Jordaan, De brandstapel. 4. L. H. van Elhorst, Op den brandstapel. 5. B. van Vlijmen, Nieuwe bepalingen op het dansen. A. Plasschaert, Boekbe spreking. 6. Spreekzaal. Melis Stoke, De geestelijke Olympiade, teekeningen Harmsen van Beek. ?j. Dr. Jac. P. Thijsse, Nachtelijk rumoer. 9. Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Andr Maurois, met teekening door J. F. Doeve. 10?ii. L. J. Jordaan, Bioscopy. 12. T. D. Verloren, West-Indiéals toeristen1'u.tlti'.'"'"?'? 14. Spreekzaal. 15. C. A. Klaasse, Pond en dollar. 17. A. Plasschaert, Schilderkunst. 18. K. Araguez, Het nut der poëzie, met tee kening J. F. Doeve. 19, Uit het kladschrift van Jantje. Alida Zevenboom, Croquante croi/ueties. 20. Letterraadsel. Charivaria. Euplotes, Stedenschoon en dorpsverfraaiing. Omslag: Spelproblemen. Viooltj Voortreffelijk» chocolade in den vorm van viooltjes. Een specialiteit. RINGER5 Let op den naam/ niet krachtig zou behooren te zijn. Hapert het daaraan in een bepaalde gemeenschap, dan zal zij in dit opzicht zich hebben te reorganisecren: zij zal misschien de werkmethode der volksvertegen woordiging moeten verbeteren; zij zal wellicht in de verdeeling van de staatstaak over haar twee voornaamste organen volksvertegenwoordiging en regeering wijziging moeten brengen in dier voege, dat aan de regeering ruimere volmachten . worden verleend. Maar dit is een reorganisatie, die binnen het kader der democratie mogelijk is; die haar beginselen geheel onaangetast laat. De democratie is de staatsvorm, die mensch en menschelijkheid tot uitgangspunt kiest. Zij leidt niet, naar haren aard en noodwendig, tot bande looze vrijheid of slapheid van het staatsgezag.Waar zij dat wel doet, moet zij, binnen haar kader, wor den gereorganiseerd. En ieder, die haar en de ware vrijheid lief heeft, dient die reorganisatie te steunen;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl