De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 13 mei pagina 11

13 mei 1933 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

"POPULARITEIT V:Mènjou~ Boeken over Film ^sopera in Roxy . J. JORDAAN dige amphibiën het luidst over gedilettanteer" en het"recht van critiek spreken. Nu ja ! Een weinig geluk kige uitzondering op den goeden regel van den buitenstaanderals-criticus voimde indertijd het vermaar de boek van Ilja Ehrenburg Die ' Traumfabrik". De fout was niet, dat hij een zeer persoonlijke visie op film en film bedrijf ten- beste gaf doch dat hij die ventileerde met [een insiders-allure, waarop hij alle recht miste. Zijn boek was een veroordeeling van de film, die te zeer gemotiveerd werd door onjuiste ge gevens, om als zoodanig waarde te hebben. Geheel anders staat het met de beide boeken, die ik hier wil signaleeren. Het eerste is geschreven door niemand minder dan Upton Sinclair en deze groote schrijver heeft (in tegenstelling met zijn collega) geen moeite ontzien, om zijn documentatie zoo betrouwbaar mogelijk te doen zijl». Het boek over William Fox is het met pijnlijke accuratesse opgeteekend mondeling relaas van den filmmagnaat zelve geen voor Caróla Neher en Rudolf Forster als PoUy en Mackie ( Driestuvcersopera) '.m Fox nclair's m Fox" val, geen overeenkoms t,geen daad of hij heeft de bewijzen ervan onderzocht. Gedurende zes-en-dertig dagen kwa men Sinclair en Fox bij elkaar, van tien tot twee. Sinclair vroeg Fox praatte twee stenotypistes maak ten proces-verbaal. Uit deze verslagen stelde Sinclair een boek samen, dat weliswaar weinig met film te maken heeft, doch een allermerkwaard igsten kijk geeft op een kant van het filmwezen, die wij slechts zelden be licht zien. In een foliant van 380 blz. geeft Sinclair den ietwat monotonen, doch zeker niet onbelangwekkenden kijk op een leven, dat achter de filmcoulissen tot grootheid en val kwam. De opkomst van den kleinen joodschen negociant Fox, tot den almachtigen filmmagnaat wordt hier in bijzonderheden beschreven. Maar het hoofddeel van de biografie wordt gevormd door een titanenstrijd, waarvan wij met verbijstering kennis nemen: het gevecht op leven en dood tusschen Fox en de hydra der groote financieele concerns van Amerika. Het is een worsteling, welker afmetingen in het fabelachtige loopen een artillerie-duel met millioenen als munitie. De inzet vormt het Fox concern, dat de groote financieele machten aan Fox, den stichter, willen ontnemen en waartegen hij zich met hand en tand teweer stelt. Wonderlijk lijkt het, dat de buitenwereld zoo weinig kon ervaren van een conflict, dat dermate de Amerikaansche zaken wereld op haar grondvesten deed schudden. De grootste namen komen er aan te pas ja, zelfs de regeering raakt er in verwikkeld. Ford, Rockefeller, Wiggin, Morgan, w o rden er in bet rok ken en P resiDrie sterren van 7975: Francis X Bushman, Charlie Cha en Broncho Billy. (Uit Hampton's boek) dent Hoover raakt eveneens tusschen de strijdenden beklemd. Men moet y.ich]door^de eentonige opsomming van intriges heenbijten, om ten volle de ontstellende openbaring te beseffen, welke dit tragische boek brengt. En de [merkwaardige keerzijde, die het ons laat zien van de conventioneele dramatiek der studio's. Van geheel anderen aard is het boek van Hampton. Het werd geschreven door een onmiskenbaren vakman", in zooverre als Hampton zelf tot de grqote producers behoort en hij heeft dan ook den goeden smaak zich van critische beschouwingen te onthouden. Maar zijn History of the movies" stelt daartegenover de hel dere en goedgeschreven geschiedenis van een Filmland, dat wel zeer af wijkt van het dorado der movie-fans. Het- beschrijft de ontwikkeling van een wereldbedrijf uit de kiemcel der peep-shows en nickelodeons tot de industriesteden van Hollywood een krioelenden wirwar van belangen, een chaos van meeningen en inzichten waarin men langzaam aan orde ziet komen. Filmmagnaten, ,,stars" en pu bliek botsen in hevigen belangen strijd wat zwak is en organisato risch onjuist wordt onder den voet geloopen wat sterk is en practisch aanvaardbaar, blijft bestaan. Een recpnstructie van de geschiedenis der movie-machinerie, welke wel zeer verschilt van de gangbare voorstel ling omtrent een sjacherend, klein geestig ondernemersgescharrel. Er wordt hier achter de schermen der filmwereld met minstens evenveel hartstocht en overtuiging gestreden, bemind en gehaat, als er vóór. En niet minder dan Sinclair's boek geven deze bladzijden in al hun nuch terheid een fantastisch beeld var! de financieele proporties uit het Amerika der Coolidge-prosperity . . dit ongeloofwaardige tijdperk deimonetaire mastodonten en ichtyo^saurussen. Belangwekkend ook is het werk ten opzichte van de huidige filmcrisis. Wij weten allen, dat de film productie sinds geruimen tijd op een dood punt balanceert merk waardig genoeg', niet financieel maar artistiek gesproken. In alle richtingen tracht men de laatste jaren een massa-productie te forceeren, die evenals van ouds de vol ken der aarde cendrachtelijk zal doen toestroomen. Tot nog toe zonder succes. Welnu het opmerkelijke is, dat deze zakenman, die zich met geen artistieke fratsen ophoudt, te t de conclusie komt, dat der productie slechts n uitkomst overblijft: de erkenning van de differentiatie bij het publiek. Alleen een productie, die er rekening mee houdt, dat er een ont wikkeld en een eenvoudiger publiek is gevormd, door zich te splitsen in intellectueel en populair werk, zal den strijd kunnen winnen. Een getui genis om te onthouden ! Correspondentie: L. F. De DriestuiVt rs opera" werd reeds eenigemaanden geleden in deze rubriek besproken brj première in den Haag. Wij geven hier nog enkele foto's van deze film. Xieuwe uitgaven De Oostenrïjksche Bondsspoorwegen en het OostenrijJcsch verkeersbureau te Weenen hebben een goedkoope reis door Oostenrijk gearrangeerd met extra treinen van de Oostenrïjksche Bondsspoorwegen. Het vertrek van den trein zal plaats hebben op 25 Juli van Utrecht; terugkeer aldaar op 5 Augustus. Het Nederlandsche kan toor van bovengenoemde organisaties is gevestigd te Utrecht, waar een pro gramma is te verkrijgen. Ernst Busch als de Liedjeszange in de Driestuiversopera"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl