Historisch Archief 1877-1940
?M,
Ho. 29T9
De Groene Amsterdammer van 13 Mei 1933
19
Uit het kladschrift van Jantje
Croquante croquetjes
Alida Zevenbootn
Dat mooie plaatje uit de krant waar
meneer Buys de Berebrouck opstaat
in zijn witte gala-pantalon, heb ik
uitgeknipt en boven mijn bed gehan
gen. Ik heb hem, eigenlijk gezegd, nog
nooit zoo knap gezien en wat is het
toch een kranige figuur en nu zal u
.er misschien om lachen maar hij lijkt
sprekend zoo in zijn gala-pak op den
Inwendige. Die stond al wat blonk
ook zoo mooi en ik weet nog heel goed
dat hij onder de werklui, die aan h et
Koordzee-kanaal werkten, arbeidde,.
zooals hij dat noemde, en in Velsen
woonde en daar lid was van de Vrij
willige Brandweer en een
prachtcostuum aan had bij feestelijke gele
genheden en zoo ben ik eens met hem
naar den schouwburg geweest, hij met
zijn helm op en ik met mijn moir
zijdje aan en ik wil u wel zeggen dat
er een rilling langs mijn rug liep tel
kens als ik naar zijn helm keek. En
nu krijg ik kippevel als ik naar meneer
Buys in zijn gala-broek kijk want zoo
zijn wij vrouwen. Wij hebben nu een
maal een zwak voor een man in uni
form of het nu generaal Duymaer van
Twist is of de rateljongen op zijn
Zondagsch met zijn mooie leeren pet op.
Meneer Pierre heeft me dat eens uit
gelegd en zei me dat het daarin zit
dat elke vrouw behoefte heeft om een
man te vereeren en dat zij in een uni
form al gauw een held ziet, ook al zit
er een boereknoet in die geen tien kan
tellen en daarom neem ik het meneer
Rikus bijna kwalijk dat hij als de
Sterke Man" nog maar altijd rond
loopt in een lichte overjas en een soort
stropdas. Waarom ook niet een gala
broek, net als meneer Buys? Als hij
zoo doorgaat werkt hij niet op de
fantasie van de menschen en dat is
toch maar je ware. Neef uit de
Commelinstraat is fascist geworden en
draagt een zwart hemd en het is of
hij in eens veel heldhaftiger geworden
is en wil u wel gelooven dat ik nog
altijd een zwak heb voor meneer Jan
ter Haar sinds ik hem als kapitein van
de schutterij eens op een Koninginne
dag gezien heb achter het
Bijksmuseum ?
Bij me thuis heb ik mijn gasten ver
boden over den Sterken Man te spre
ken, want dat is van de week bijna
moord en doodslag geworden. Ik ben
schoon, moet u weten, en ik heb de
gewoonte van mevrouw zaliger in eere
gehouden om als zij schoon en aan
kant was, te tracteeren. Ik heb advo
caat gemaakt want de eieren zijn goed
koop en ik vind het zelf erg lekker en
zoo had ik al de dames en heeren be
neden in mijn kamer en toen bracht
het acteurtje het gesprek op den Ster
ken Man en toen had u onzen kapitein
van de Burgerwacht eens moeten
hooren ! Als ik Sterke Man was, zei
hij.... en toen verslikte ons acteurtje
zich en de kapitein keek erg boos....
en wat zou u dan gedaan hebben, vroeg
meneer Stanislafski die voor de cognac
voor de advocaat gezorgd had, want hij
heeft een erg lekker merk en hij is er
gul mee, dat moet ik zeggen, en de
vorige week nog zei hij zoo langs zijn
neus weg: ik geloof dat er iemand
aan mijn cognac zit" en hij keek me
daarbij een tikje vreemd aan dat ik
nijdig werd en hem vroeg of hij soms
dacht dat ik... heeleniaal niet, me
vrouw, zei hij, het zal de poes zijn" en
toen keek hij weer raar, maar hij heeft
ze toch niet extra achter slot gesloten
en dat is toch maar een bewijs van
vertrouwen hoewel het een bizonder
merk schijnt te zijn met Napoleon op
de flesch. En dan moet je van jongs af
een vereering voor Napoleon gehad
hebben! Ik heb jaren lang mijn
spelden bewaard in een snuifdoos die
den vorm had van de steek van Napo
leon en als hij niet uit het raam was
gevallen en ik hem na dien nooit meer
terug heb gezien, zou ik hem nog
hebben, maar om op die ruzie over
den Sterken Man terug te komen
de kapitein van de Burgerwacht zei
dat hij als Sterke Man begonnen zou
zijn met een stuk of wat andere sterke
mannen om zich heen te roepen, een
programma op te maken en dan tegen
de Kamer te zeggen: Zijn jullie het
er mee eens? Goed? Dan heb ik jullie
niet noodig om te regeeren als jullie
het toch goed vindt." En als ze het
niet goed vinden?" vroeg meneer
Stanislafski. Dan joeg ik ze naar huis
want tegenwerking kun je als Sterke
Man in dezen tijd niet hebben" en
zoo haalde het eene woord het andere
uit en ik werd bang voor mijn glazen
en voor mijn bowl en heb de advocaat
gauw weggezet, want ik geloof dat ze
allemaal een tikje te veel er van gehad
hadden en gelukkig zette mevrouw
van tweehoog-voor de gramofoon
aan en greep het acteurtje beet en
toen nam de kapitein mij onder den
arm en ik moet zeggen dat ik nog
heelemaal niet achter mijn adem was
al ben ik niet erg sterk in die moderne
danspassen. Neen, dan een wals met
den Inwendige in Plancius" op het
bal van de Onderofficieren ! Die liet
je zweven dat je den grond niet voelde
en dan zei hij in je oor: ,,Ali, de grond
is te heet waar je op loopt en daarom
til ik je op". Zoo'n huicheling, want
onder het walsen schijnt hij mijn
beugeltasch te hebben opengemaakt en
twee goudentientjes waren er ten
minste uit en u had moeten zien hoe
hij er naar gezocht heeft. Pas veel
later had ik in de gaten dat hij ze
in zijn vestjeszak had. Als hij in
plaats van optillen" oplichten gezegd
nad, zou hij meer de waarheid hebben
gesproken. TJ ziet hieruit wel hoe
gevaarlijk dansen zijn kan eii het is
maar goed dat de regeering er op
gaat letten dat er niets gebeurt dat
geen daglicht kan velen want als u
de mannen kent. . . .
Dat eenvoudige dansje in mijn ka
mer. . . . weet u dat die dame van
schuins hierover, die met haar honden
en katten-asyl, bij den slager vertelt
dat ik gelegenheid geef tot dansen
en dan haalt ze haar neus op, net of
ze de zedepolitie al bij me ruikt en dan
moet u van haar weten.... maar dat
zeg ik niet. Een mensch mag niet
lasteren.
Waarheen voor Uw h l* i l ?
Natuurlijk naar J,M. Schmidt,
Rokin J2, Amsterdam.