Historisch Archief 1877-1940
'J'
'
12
De Groene Amsterdammer van 20 Mei 1933
No. 2920
Schilderkunst
?v
Sanyu bij van Lier. Amsterdam
Sanyu verliet, na als jongen van zijn vader teeken
en schilderlessen ontvangen te hebben, op
18jaTigen leeftijd China, verbleef 2 jaar in Japan,
kwam in 1921 te Parijs, waar hij, met onderbreking
-van een reis naar zijn geboorteland en een twee
jarig verblijf te Berlijn, tot op heden als schilder
-woont en werkt.
De trek naar het Oosten kan voor een
Westerschen kunstenaar soms een psychische noodzaak
aijn; het is mogelijk, er zijn enkele voorbeelden
van, dat zulk een kunstenaar gedreven wordt door
het scheppend verlangen, aanvankelijk veelal
onbewust, naar dat Oosten, naar verre landen,
andere culturen, andere rassen, en daar zichzelf
«n zijn kunst eerst ten volle vindt. Het omgekeerde
schijnt mij in principe ook mogelijk, al ken ik er,
tenzij we hier aan een Foujita mogen denken, geen
-voorbeelden van. In dergelijke gevallen zou men
-van een geestelijke beweging kunnen spreken, die
in het uiterlijk zich, van eigen ras en land wég,
-verplaatsen tot uiting komt, en die, óf door middel
-van een sterk en diep beleefde tegenstelling, dan wel
?door middel van een diepgaand assimilatie-proces,
?tot het scheppen van groote kunstwerken leidt.
In Sauyu zie ik zulk een, zeer zeldzaam, geval
-niet. Met zijn werk voor oogen, kan ik mij zijn
\iitwijken uit het land zijner vaderen niet anders
voorstellen dan als eene uiterlijke gebeurtenis,
die weinig of geen verband houdt met een diepere
beweging des geestes. Er is bij hem noch van een
?diep doorleefde tegenstelling, die tot een sterke
concentratie op het eigene" terugvoert, noch
van een geslaagd e assimilatie sprake. Er is mijns
Inziens allereerst sprake van een interessante curi
ositeit, die zeer zeker hier en daar schoonheden
heeft, maar aan den anderen kant duidelijker dan
ooit demonstreert, dat een werkelijke synthese
tusschen Oost en West (en dus ook van Oostersche
«n Westersche kunst-technieken, die waarlijk geen
toegevoegde" uiterlijkheden zijn !) op een niveau
ligt dat, zoo ooit, slechts bij hooge uitzondering
bereikt kan worden.
Hij tracht in zijn schilderijen met de midde
len der Westersche olieverftechniek zijn werk
als Chineesch beeldend kunstenaar (die zich
als zoodanig blijft baseeren, naar eeuwenoude
traditie, op het schrift!) door te zetten. Sanyu
schept niet met olieverf een schilderij, maar tracht
als 't ware in olieverf in een schilderij langs een
omweg iets tot stand te brengen wat.... met de
teekenstift en het waterverfpenseel op veel directer
"wijze had kunnen geschieden. In de dikke laag,
meestal witte en zwarte, verf die hij eerst opzet,
krast hij met de gevoelige hand van den
Chineeschen teekenaar-calligraaf, zijn bloemenmandjes,
zijn paardjes; of ook tracht hij met het
olieverfpenseel, b.v. het soepele terneerliggen van een
katje,denteerenonstoffelijken kleurdroom vaneen
stilleven, dan wel, de tot een decoratieve onstoffe
lijkheid gesublimeerd vrouwennaakt, al
,,aquarelleerend", neer te schrijven. Nergens blijkt dat
Sanyu de olieverf en het schilderij als zoodanig
absoluut noodig heeft voor het verwerkelijken
van zijn intenties; waarom niet de Oostindische
inkt, de waterverf, de kakemono, vraagt men zich
voortdurend af; vooral daar, waar hij aanstonds
het schilderij b.v. tot driedeelig kamerschut tracht
te maken of het, door op den achtergrond (hier
beter: ondergrond) eerst als 't ware een rol te
laten atloopen, ten einde zulk een kakemono min
of meer te symboliseeren.
Ongetwijfeld kan men ook bij Sanyu, weer be
wonderend gelijk bij alle Chineesche kunstenaars,
een groot vermogen constateeren tot het
componeeren van een rhythmisch welgevallig geheel,
zonder de vormen opzettelijk onderling te laten
aaneensluiten; een diep en instinctmatig begrip
en gevoel voor de belangrijke rol der leegten....
In zijn teekeningen spreekt verder de groote
beheersching van de lijn, die met vaste hand en
gevoelige inflecties wordt neergezet; de simpele
rhythmische lijn die voor den Chineeschen
kalligraaf-schilder, door de eeuwen heen, boven alles
vereerd werd....
Toch hebben deze teekeningen, die dikwijls van
het vrouwelijke naakt uitgaan, evenals de schilde
rijen soms een min of meer hybridisch karakter,
omdat er, gedeeltelijk tevergeefs, getracht werd,
Westersche naturalistische en zelfs expressio
nistische elementen op te nemen in den
abstracten" ideëelen droom waar de Oostersche kunst
steeds van uitging en nog van uitgaat.
Oude schilderijen bij
P. de Itoer, Amsterdam
Bij wijze van voorjaarstentoonstelling" stalt de
firma P. de Boer in haar fraaie behuizing op de
Heerengracht een tachtigtal nieuwe aanwinsten
uit. waaronder stukken uit een drietal
buitenlandsche Musea en uit particuliere collecties. Er
komt ongetwijfeld in deze crisistijden aan oude
kunst heel wat los" en veel van wat eenmaal in
de vaste handen was van een beperkt aantal groote
collectioneurs, komt thans in handen van een veel
grooter aantal ..kleinere" kunstliefhebbers, die.
door toedoen van de lage prijzen, kunstwerken in
hun bezit kunnen krijgen, die vroeger buiten hun
bereik waien.
Renibrandt
Kunsthandel de B oer
Van de op groote" bekende, oude namen
staande werken, die hier te zien vallen, noemen wij
vooraan de studiekop van een man voor Suzanna
en de Ouderlingen" (1647; in het museum te Ber
lijn) van Rembrandt, een scène uit een verhaal der
Apocryphe Boeken, die hij 10 jaar vroeger ook be
handelde, getuige het doek in het Mauritshuis. Dat
de tronies der boeven en hun gebaren in dit werk
inderdaad,, naar Schmidt Degener eenmaal op
merkte, met een Shakesperiaansche karakteris
tiek" z ijn uitgebeeld, wordt men uit deze doorwerkte
voorstudie reeds ten duidelijkste gewaar.
Vervolgens een viertal Jan van Goyen's: een ge
zicht op Arnhem, een dito op Rhenen en twee
Duinlandschappen, alle uit zijn rijpe periode
waarin hij, geheel los van de meer vertellende"
schilderwijze van zijn leermeester Essaias v. d.
Velde, zijn eigen stijl volledig gevonden had, een
stijl, die met een grootsch (zuiver picturaal") spel
van f ijngenuanceerde bruinen en grijzen in de eerste
plaats afging op een weergave van de natuur
atmosfeer.
Dan, van de Ruysdael familie ! Salomon (die,
evenals van Goyeii, zijn Muze 't liefst aan den oever
van een rivier of plas ontmoette), en zijn leerling
en neef Jacob, die in zijn bosch-composities een
mysterieus-romantischen droom droomde, zonder
daarbij nochtans ooit den organischen band van
het natuurlijk" bosch en landschap geweld aan
te doen.
Een groot stilleven van Abraham van Beyeren
met drinkkannen en glazen, vruchtenschalen en
druivetros.sen, doorgesneden en half-geschilde
citroenen, opengesneden meloenen, enz. enz., toont
wél zijn groot meesterschap in het stilliggend"
genre, maar heeft niet die coloristische qualiteiten
van zijn terecht beroemde visch-stukken.
Zooals van Beyeren den ontwikkelingsgang van
het Hollandsche stilleven der 17e eeuw in zekeren
zin oplost, begon die met Pieter Claeszoon en
Willem Claeszoon Heda, de voornaamste stilleven
schilders uit het begin dier eeuw. Beiden zijn hier,
resp. met 3 en 2 doeken vertegenwoordigd.
Ik sla nu van de goede zestig nog resteerende
,,namen" (waaronder ook groote" als: Teniers,
van Ostade, enz.) de meeste over en noem van de
i e'tegenwoordigde buitenlandsche meer algemeen
bekende meesters nog Tintoretto, wiens Portret
van een Doge" een schoon voorbeeld is van de wijze
waarop hij zijn ideaal: De vorm van Michelangelo;
de kleur van Titiaan (hij schreef deze woorden als
arbeids-motto op den muur van zijn atelier!)
trachtte te verwezenlijken.
A. E. VAN DEN TOL
van Ruysdael
Kunsthandel de Boer
Kunsthandel DOBUS HERMSEH Hl
Kneiitdijk 6 JÏJ BVB Den Haag
Doorloopende tentoonstelling van oude schilderijen