De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 20 mei pagina 18

20 mei 1933 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 20 Mél 1933 N o. 2920 f k". geschiedenis van Vivien (Slot van pag. ij) Toen ze weg was, springend en stralend, wendde oom zich tot mij: Hetis buitengewoon,' 'zei hij.,, Je moet haar aan professor Sevcik den grooten Boheemsche meester laten voorspelen. Zoo gezegd zoo gedaan. Wij telegrafeerden naar Praag aan den grooten meester, hem om een onderhoud vragend. Het antwoord kwam dienzelfden dag. Donderdag, 10 uur. Conservatori um, Sevcik." Het was Dinsdag. Wij gingen direct op reis naar Praag Vivien en ik. de nurse en de viool en ook de vele dingen, die Vivien had gekocht: een, groote pop in Elzascostuum, een Chineesche bal, een olifant, die zijn kop bewoog en (afschuwelijk om het te zeggen) een tamme witte muis in een kartonnen doos. We hadden ook nog kaas voor de muis, die sterk rook en twee worstjes, die de kleine uit een automaat aan het station kocht. ?Ik was er verlegen mee en vergat den chauffeur te betalen. Ik herinnerde het mij in den trein. Daarna verloren wij de hoedendoos en met de muis, de viool en de worstjes zagen wij er zoo rommelig uit, dat iedereen onhebbelijk tegen ons deed. Zoo kwamen wij Goddank aan in het Hotel de Hemelsblauwe Ster" te Praag. Wij waren moe en uit ons humeur. Terwijl ik naar beneden ging om een inlichting te vragen aan het bureau van het hotel liet de nurse Vivien eenige oogenblikken alleen. Toen ik boven kwam schrok ik hevig, toen ik zag, dat Vivien in het warme water, dat voor haar bad klaar stond, de viool en de strijkstok had onderge dompeld en ze met veel energie en veel zeep bezig was te wasschen. Zoo is alles mooi schoon voor professor Sevcik", zei ze met een beminnelijken glimlach. Wij legden ons uitgeput te bed, maar den geheelen nacht knaagde de verschrikkelijke witte muis aan haar kartonnen doos en verhinderde ons te slapen. Toen Vivien 's morgens haar viool wilde probeeren, was ze stom ! Het dekstuk was heelemaal los gegaan en de strijkstok kleefde aan de snaren. Vivien huilde en schreeuwde, dat de fee dood was. Zij had daar niet aan gedacht, toen ze de viool in het bad stopte. Eindelijk vertrokken wij naar het Conservatorium, te laat en erg be drukt. Wij kwamen een groote, leege, holklinkende zaal binnen, met aan het eind een verhooging, waarop twee vleugels troonden en eenige lessenaars. Er ging een deur open en de be roemde meester kwam zeer haastig binnen. Hij werd gevolgd door een jongen man, met een groote zwarte krullebol, die een vioolkist droeg; hij leek een Italiaan. De meester kwam naar ons toe en begroette ons. Hij was ernstig, zei niet veel en boezemde mij ontzag in. Ik vertelde hem bevend het verhaal van de afgewasschen viool en hij keerde zich zonder eenige verklaring tot den jonge man, die zwijgend terzijde stond. Marescalchi, geef mij de Gagliano." Deze laatste haastte zich om hem de vioolkist aan te geven en de pro fessor nam er een .instrument uit, reusachtig in vergelijking van onze pseudo-Guarnerius en gaf het aan het meisje. De kleine stemde haar aan haar schouder, liet de wijsvinger over de snaren gaan en toen de strijkstok grijpend, die de professor voor haar spande, ging ze ongedwongen op het podium staan. Ze leek erg klein, tusschen de twee groote vleugels en alle lessenaars waren veel hooger dan zij. ..Wie begeleidt je?" vroeg de de eene snaar na de andere losmaakte. Toen er slechts n overbleef, de g.snaar, gaf hij haar terug; daarna trok hij een lessenaar naar zich toe en zette er een blad muziek op. Hij zei tot het meisje. Speel dat eens". Het waren de variaties van Paganini op het gebed van Mozes," geschreven voor n enkele snaar. En Vivien speelde. Toen ze geëindigd had. was er een korte stilte, waarna Sevcik een hand" op haar hoofd legde en zei: Goed. Kom vandaag om 2 uur terug." We keerden om 2 uur terug en professor Sevcik gaf haar de eerste les. In werkelijkheid gaf hij de les aan Marescalchi. aan hem datgene uit leggend, wat hij wilde, dat het meisje speelde. Het kind stond tusschen de twee in, Haar oogen zochten mij meester. ..Niemand !" zei y,e. ,,Ik speel alleen." De professor glimlachte. ..Goed." zei hij, ..begin maar." En Vivien begon. Ze speelde eerst een tude van Ferrara, daarna een Berceuse van Grieg en toen de Romance van Svendsen. Sevcik keek haar aan met een ondoorgrondelijk gezicht. Toen de viool zweeg, riep- hij uit: ..Met dit kleine meisje kan men bij het eind beginnnen." En zich naar het eind van de zaal wendende: ,,Welnu, wat zeg je ervan Mares calchi ?'' De jonge Italiaan kwam ontdaan nader. ,.Het is een wonder." zei hij. ,,Om het te begrijpen, zou men aan ziels verhuizing moeten gelooven." Sevcik knikte toestemmend. Daarna keerde hij zich naar Vivien en nam haar de viool uit de handen. Ik zag tot mijn verbazing, dat hij met de viool aan haar schouder, dan den een, dan den ander aanziend met levendige, bezielde oogen. Toen er een uur voorbij was. zei Sevcik tot haar: ..Goedendag. Over 10 dagen moet je terug komen en dan moet je me het concert van Wieniawsky uit het hoofd voorspelen." ..Heel goed." zei Vivien. De professor en Marescalchi glim lachten. Hierna ging Vivien driemaal per maand gedurende een uur naar pro fessor Sevcik. In de 10 dagen tusschen de eene les en de andere liet Mares calchi haar studeeren. Hij kwam op elk uur van den dag. Zeer spoedig ging hij wonen in het Oude Praag" waar wij ons hadden geïnstalleerd, en weer klonken er een Czardas, C'iaconnen, Preludiums en fuga's en leerde ik om Wieniawskvan Vieuxtemps, Bach van Beet hoven en Sains-Saëns van Tschaikowsky onderscheiden. Na 10 maanden trad Vivien voor 't voetlicht in het Rudolphium, voor een drie duizend toehoorders en bege leid door het Philharmonisch orkest terwijl ze het groote concert in g van Max Bruck speelde. De oude componist dirigeerde liet orkest zelf, voor deze gelegenheid uit Berlijn overgekomen. En nu ben ik toch de moeder van een wonderkind. Het aanvallige blonde kopje, dat ik gewiegd heb aan mijn borst, wordt omstraald door het verblindend aureool van den roem. De kleine vingers, die ik in elkaar heb gelegd, om haar het eerste gebedje te leeren, schrijven nu handteekeningen voor duizenden onbekenden. De lieve voetjes waarvan wij de wankele schreden leidden, in mijn armen vluchtend, moeten nu zwaar en eenzaam den smartelijken weg van den roem gaan. Werkelijk zij beseft niets van dat alles. Eenvoudig en vroolijk gaat ze tusscheu de glimlachjes, het applaus en de tranen van ontroering door. onkundig van de emotie, die zij op wekt, niet wetend van de faam, die haar blonden engelenkopje met een lichtkrans omgeeft. Zij weet niets, niets van de moeiten en de smart van de Kunst. In haar rein en vroolijk kinderbestaan is de viool slechts een stuk speelgoed te meer. En voor mij zijn de angsten, voor mij de nachtwaken en de hartklop pingen. Wanneer in de zaal het publiek rumoerig is, valt er een verrassende stilte bij haar verschijnen, ik wring krampachtig de handen en houd mijn adem in. Direct y.oekt haar glimlach mij. Daarna haar viool opheffend, speelt ze voor mij ! En de betooverende muziek brengt ons samen ver van de menigte, ver van het leven. Ze brengt ons in gelukkige land streken, waar de feeën wandelen door schitterende tuinen, waar de poppen niet breken, waar de bloemen niet verwelken, waar de kinderen altijd klein, blijven en de moeders nooit weetien. t iCtiulorisefnfp rcrtdlint/ uit het ItuHiinntich door C. C. M. M 'ielimj?? Gasfornuizen - Gaskachels - Gashaarden G. J. DE KONING & Zn. Opgericht i 739 Amsterdam C. Tel. 43688 Keizersgracht 447

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl