De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 27 mei pagina 10

27 mei 1933 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

P R l M l Tl E V E E N /> Engelse hèkunst bij Arti et Am\ H. Kuiten bij Aalderink -,; Dubbel masker Belgische Congo Bij van I^Ier te Amsterdam. Beelden etc. uit Afrika Ik moet zeggen, dat ik benieuwd was naar deze tentoonstelling bij van Lier. Het is goed van tijd tot tijd zelfs dingen, die ge goed kent, opnieuw tot een vraagstuk voor den geest te maken en vol van een nieuwe onrust ze weer scherp op hun waarde te onderzoeken. Ik kwam met zulke gezindheid naar deze werken der Afrikaansche kunst en zij bleken mij inderdaad kunst-werJcen te zijn. En n algemeene meening vond ik bevestigd. Het is een kenmerk van sommige groote kunstwerken (en dit kenmerk vond ik in de kleinste ivoren enz. hier), dat zij u niets lijken (maar dat niets is zeer veel) dan een uiterst geconcentreerde, in weinig vor men opgehoopte stilte; zij zijn niets (en dat is alles) dan groote spanningen tesaamgehoopt in een klein voorwerp, van ivoor of iets dergelijks, dat ge haast onachtzaam in de handen zoudt kunnen nemen, maar dan zelfs zoudt ge het liefhebben om de ma terie alleen, al vergat ge, dat deze materie door den diepen drang van het gevoel geworden was tot iets, dat, voor eeuwig of voor zoolang de materie ongeschonden duurt, een uitdrukking was van het immer-weerkeerende, een verzadiging voor een altijd-ontroerende hunkering. En ge merkt in deze dingen bij van Lier (het is een goede verzameling) hoe elke bepaalde staat van den geest vertolkt wordt door altijd eendre vormen, of samenstelling van vormen (ik wees hierop reeds bij de breischeien van de Brabantsche herders ten opzichte der negerkunst) ge zoudt daarom kunnen zeggen, de primitieve, diepe verwondering hebben wij, de beschaafden, voor goed verloren, wij zijn die voorbij, of wilt ge het zachter en allicht juister: wij hebben een andere verwondering. Maar altijd moet deze verwondering in de kunst een verwondering van het gevoel zijn, en daarom en daardoor is het juist, nuttig, noodig, verrijkend ons van tijd tot tijd te keeren, ook naar deze negerkunst het is iets als drinken uit een lang door ons verlaten, toch eigen bron. . . . Wij vinden in deze kunstwerken dingen uit een donkerder diepte dan waaruit onze werken ontstaan, maar waarmee wij nooit het ver band kunnen ontkennen, want hoe hoog in het licht het gevoel, zich veranderend, kan rijzen, de wortels zijn toch in hot donkere en diepe, waar wetenschap geen gezel is van dat gevoel maar waar alles sluimert door een vruchtbaar duister omvan gen. Dit weer te ervaren is het genot van deze fcwnsiwerken uit Afrika. »>,: A. PLASSCHAERT El Walter Bayes Arti et Amicitiae S. A Illustraties voor de Vi Harry Kuyten, bij Aalderink te Amsterdam Het gebeurt ons, jagtrs op schoonheid, wel een dat ge hoog moet klimnwn en dat ge dan iets vindt waarbij alle moeiten klein lijken tegenover d groote belooning. Ik kan niet zeggen, dat ik na d vele treden van de stads-trap bij Aalderink zóó bei beloond geworden. Er is in dit werk geen voortgang noch innerlijk, noch zelfs technisch. Het is nie gansch-en-al te verwerpen, er is slechters, maa het getuigt niet van harden ijver noch van verru: ming van den geest. Hier en daar is iets van gevot ligheid, van kleur, maar noch die gevoelighei noch die kleur kregen een eigen gestalte, hoe klei ook deze zij. Wij zien aan dit werk uit welke per ode het is, gemakkelijk genoeg zien we dat, maa wij zien geen afzonderlijke figuur staan door Ku} ten in de zoowel gekende periode. En daarop zij wij»uit; daar gaat het immer om. Hedendaagsche Engelsen c kunt in Arti te Amsterdam Wanneer de Engelsche kunst uit niets andej bestond, dan uit wat wij bij van Wisselingh eers zagen en nu op Arti, dan konden wij gevoegelij zeggen, dat wij zulke kennismaking konden missei Er is vooral in Arti te veel geschilderds en veel oo] dat, nadat wij het leerden kennen, wij onmiddellij_ weer mogen vergeten en voor ons heil zelfs moete vergeten, en dat ons de moeiten doet betreurei verspild aan deze tentoonstelling. Het lijkt mij to dat b.v. een tentoonstelling van het werk van de beeldhouwer Epstein alleen al veel meer nut zo hebben gehad dan deze beleefde verzameling, d niets doorleefds heeft. Epstein is een beeldhouwe die de Engelschen lang verschrikt heeft, en nc vele Engelschen wel zal verschrikken t dat is als we op Arti zien wat hen niet verschrik onmiskenbaar een aanbeveling. Wij moeten ; Holland langzamerhand eens zien te weten komei wat er aan dien Epstein is, die voor de mees' Hollanders nog minder dan een woord is. Las

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl