De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 27 mei pagina 15

27 mei 1933 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

Nieuwe Fordfabrieken f ?*x " l B. Merkelbach te Amsterdam aan de Hembrug k Wij waren deze week in de gelegenheid ji nadere- détails betreffende den bouw W -van de Fordfabrieken te vernemen' die ons op den dag der opening ? ?door de onverwachte groote toeloop van belangstellenden niet kónden ?worden verstrekt. Bij het schrijven over deze nieuwe iabriek krijgt men een oogenblik het gevoel dat het eigenlijk kinderachtig is speciaal de aandacht op de archi tectuur te richten. Het bedrijf is zoo interessant, dat men zelfs een oogen blik geheel vergeet, dat men er op uit getogen is om de fabriek als gebouw te bezien. Het ligt echter niet op mijn weg u een uiteenzetting van het be drijf te geven, ik acht mij daar( . *f toe niet competent. Wel acht ik het mijn taak na te gaan in hoeverre de op regelmatige afstanden geplaatste stalen kolommen. Hierdoor bereikte hij weinig ruimteverlies voor de con structie en hij was in de gelegenheid groote overspanningen te maken, zoodat elke beuk van 24.40 M. breed zonder tusschensteunpunten gecon strueerd kon worden. Wanneer men dan ook de foto's van de fabriek in aanbouw beziet, komt men onder de bekoring van de eenvoudige duidelijke constructie. De firma de Vries Robbé, die deze staalconstructie leverde, heeft hiermede bewezen dat wij, wat constructiemogelijkheden betreft, waar lijk niet voor Amerika behoeven onder te doen. Deze constructie is dan ook geheel in overeenstemming met den aard van het bedrijf, zoodat er in het inwendige eigenlijk geen verschil meer is tusschen het gebouw en de machines die erin staan. Die eenheid bleef in Ford-fabriek, gezien van de havenzijde Architect, de heer Jan Kuyt Wzn. (eveneens de bouwer van verschillende warenhuizen van Vroom en Dreesman) in hét gebouw erin geslaagd is, de hem gegeven opdracht te vervullen. Waarin bestond deze opdracht? Bij Ford is alles genormaliseerd, dus ook de maten der fabrieken. Men kreeg eenvoudig uit Amerika op: te Amsterdam wordt gebouwd een fa briek van drie beuken, elk 24.40 M. breed en 137.25 M. lang. Deze hallen moeten geheel vrij met elkaar in verbinding staan, terwijl plaatselijk een bordes ingestoken moet kunnen worden naar gelang de eischen van het bedrijf. Dit is natuurlijk wel iets te simpel gesteld en zeker zal de Hollandsche directie een woordje meegesproken hebben, maar in groote lynen komt het toch wel hierop neer. ?De architect koos hiertoe een staalskelet, d.w.z. een bouwsysteem waar bij alle belastingen van vloeren en wanden worden overgebracht op de het uitwendige ook aanwezig zoolang het gebouw niet gereed was. Bezien wij b.v. de gevel aan de havenzijde in aanbouw, met de 5 tons halfportaal kraan daarvoor, dan is er niets storend in de samenvoeging van de constructie van het gebouw met die van de kraan. Bezien wij dezelfde gevel nu liet gebouw gereed is, dan voelen wij onmiddellijk het misplaatste van de architectuur-demonstratie waartoe deze wand thans gegroeid is. Het groote waterreservoir met een inhoud van 250 M3, dat boven het pomp- en ketelhuis geplaatst is, is eveneens van een geheel andere geaardheid als de gedeeltelijk met baksteen bekleede buitenwanden van de overige fabriek. De schoorsteen, welke daarnaast ge plaatst is, was aanvankelijk dunner, doch men heeft gemeend deze, om aesthetische" redenen, een beetje te moeten opdikken. De verandering die het gebouw heeft ondergaan door het ^plaatsen dei? gevels 'voor de staalconstructie heeft de harmonie die er zou kunnen zija tusschen kraan, waterreservoir, schoorsteen, ventilatiekappen op het dak enz. en'de fabriek, geheel gebro ken. Hoe komt dit? Oppervlakkig gezien zal dit gebouw zich bij denjleek'als modern' aan dienen. Veel glas, stalen ramen, recht hoekige vormen wekken den indruk alsof de architect er rationeel te werk is gegaan. De verschilpunten, waarop ik hierboven wees, bewijzen echter het tegendeel. De architect toch heeft gevels" ontworpen voor een fabriek die eigenlijk reeds gereed was. Alles waifc hij toegevoegd heeft is teveel. Indien hij slechts getracht had om het staalskelet op rationeele wijze te beschermen tegen weersinvloeden, en dei buitenwanden op doelmatige wijze te sluiten, dan was nimmer deze tegenstelling van geve) en werktuig ontstaan. De kathedraalachtige oplos sing van het pomp- en ketelhuis is ee& typisch staaltje van het misver staan van zijn taak, fcvenzoo het door zetten van een gelijke raamverdeelmg me;t dezelfde kolommen aan de zuid zijde der fabriek, vaar eigenlijk de drie groote beuken in het gezicht zouden moeten komen; het bewijst dat de architect niet van de hem geboden mogelijkheden geproiïteerd heeft. Wij kunnen ons zelfs niet vrij maken van de*gedachte, dat men terwille van de gevel het toepassen van sheddaken heeft vermeden, welke, naar het Noorden gekeerd, er belangrijk hadden kunnen toe bijdragen de fabriek in den zomer tegen overmatige hitte te beschermen. Wanneer men dan ook ooit aan de hand van deze nieuwe Ford f abrieken zou willen bewijzen, dat de zooge naamde glas-architectuur, nieuwe zakelijkheid of hoe mun de moderne architectuur ook moge betitelen, on bruikbaar is voor iriduötriebouw, dan slaat men den plank mis. De architec tuur van deze fabrieken toch, is in geen enkel opzicht modern, al bedient zij zich hier en daar van dezelfde hulpmiddelen welke de moderne archiL. Fordfabriek in aanbouw., havenzijde. maakt een aanvang met de bemantel van het skelet tecten gebruiken. Ik weet niet of Henry Ford bij zijn bezoek aan Holland de van Nelle-fabrieken te Rotterdam bezocht heeft. Is dit het geval, dan hadden zij hem toch een vingerwijzing kunnen zijn, hoe men architecten bij industriebouw kan betrekken, zonder dat daarmede de praktische eischen van het bedrijf in den weg gestaan worden, integendeel, hoe de archi tectuur ertoe kan bijdragen de organi satie van het bedrijf uit te beelden. De gemeente Amsterdam heeft deze in dustrie wel van Rotterdam afgesnoept, doch voorshands behoudt Rotterdam op het gebied van industriebouw de moreele overwinning. Nieuwe Uitgaven De oud-inspecteur van het inlandsen onderwijs in Ned. Oost IndiëPh. C. A. J. Quanjer, heeft een handleiding ten dienste van het onderwijs samenge steld over: Land en Volk van Nederlandsc.h Indië. Zooveel mogelijk zijn de nieuwste gegevens gebruikt, doch rekening moet er mede gehouden worden, dat de ..nieuwste" cijfers niet den waren toestand weergeven. Het spreekt wel haast vanzelf, dat het niet de bedoeling kon zijn, al het gegeven cijfermateriaal te memoreeren; doch als vergelijkingsmateriaal kan het goede diensten bewijzen. Het boek. voor il.B.S. en M.U.L.O.scholen bestemd, is geïllustreerd met vele mooie foto's. De uitgave is van Thieme te Zutphen. Ford-fabriek gezien van de havenzijde. Fabriek en kraan zijn nog

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl