Historisch Archief 1877-1940
16
De Groene Amsterdammer van 27 Mei 1933
No. 2921
Stelselmatige wereldproductie
Dr. D. Tollenaar l.i.
i
Een onvermijdelijk toekomstideaal
De vorige maal werd de kentering vastgesteld,
die binnen een tijdsverloop van enkele jaren in de
sociale waardeering van de natuurwetenschappe
lijke uitvindingen heeft plaats gevonden. Dit maal
zal ik aan de hand van eenige voorbeelden trachten
aan te toonen, dat het conflict van den op den duur
niet te stuiten technischen vooruitgang met de
tegenwoordige maatschappelijke structuur zal
moeten leiden tot een centraler geregelde pro
ductie en distributie.
Als voorbeeld wil ik beginnen met een phase uit
de ontwikkeling van eenige onzer Indische cultures.
Vóór den oorlog werd een overwegend deel der
zoo belangrijke Agavevezel-productie geleverd door
Midden-Amerika, waar bedoelde planten verspreid
in het wild voorkomen. Evenzoo was de
palmolieproductie voornamelijk afkomstig van in het wild
levende oliepalmen (Centraal-Afrika). Een talrijke
bevolking vond hierbij in beide gevallen een
bestaan, terwijl Amerikaansche en Europeesche
ondernemingen er hun kapitaal rendabel mede
konden maken.
Ruim 10 jaar geleden begonnen energieke onder
nemers op Sumatra op groote schaal cultuurtech
nisch uitstekend opgezette ondernemingen van
deze beide gewassen met efficiënt werkende fa
brieken. Nu deze arealen in productie beginnen te
komen, zien wij den uitvoer van Sumatra zeer snel
stijgen tot een belangrijk percentage der wereld
productie. De wilde Agave- en Oliepalmbedrijven in
Amerika en Afrika, uiteraard niet op de hoogte
gesteld van het dreigende gevaar en, daar het
meerjarige cultures betreft, niet meer in staat
tegenover de veel goedkooper werkende bedrijven
in Sumatra tijdig cultuurverbeteringen in te voeren,
zullen zonder beschermende maatregelen moeten
verdwijnen. Wanneer het hier koloniën betreft met
een belangrijken afzet in het moederland, zullen
dergelijke handelsbelemmeringen zeker worden
ingevoerd. Dan kan men er tijd winnen om de
bedrijven te rationaliseeren, zullen geen kapitalen
verloren gaan en behoeft de inheemsche be
volking dezen bron van bestaan niet te verliezen.
Tenslotte is vroeger hetzelfde met de wilde
rubber gebeurd en dit bedrijf is in Braziliëonder
gegaan ten gevolge van de opkomst van veel
rationeeler werkende plantages in de Europeesche
koloniën. Het eenige verschil met vroeger is, dat
wat zicK destijds over een langere tijdsperiode uit
strekte, nu veel sneller, daardoor radicaler en
wreeder, zich voltrekt, terwijl bovendien de fre
quentie van dergelijke veranderingen door de zich
zoo snel opvolgende uitvindingen en verbeteringen
enorm is toegenomen. Lieten wij den vrijhandel
thans nog onbelemmerd zijn gang gaan, dan
zouden in korten tijd wereldstreken tot armoede
en hongersnood vervallen, andere plotseling op
bloeien en weer op haar beurt spoedig daarop
ineenstorten; op deze wijze zou derhalve een
enorme en voortdurende evenwichtsverstoring en
bestaans-onzekerheid teweeg gebracht worden.
Bovendien is er sinds eenige jaren nog een nieuwe
factor bijgekomen, waartegenover de economie nog
onwennig staat. Door dezen landbouwtechnischen
vooruitgang hebben wij voor bijna alle landbouw
producten het punt van overproductie benaderd of
overschreden. Aangezien in de tropen door het
klimaat en de beperkende levensonkosten (gemak
kelijke voedselproductie, beperkte woning- en
kleedingbehoefte) bijna alle landbouwproducten
het goedkoopst kunnen worden geproduceerd, zou
men in de gematigde zone binnenkort de keuze hebben
of om uit te sterven wegens gebrek aan bestaans
mogelijkheid of om naar de tropen te verhuizen. Zou
men aan het vrijhandelsprincipe dus consequent
willen vasthouden, dan zou de menschheid zichzelf
dwingen in het voor haar afmattende klimaat te
moeten leven. Het overschrijden van het punt van
overproductie leidt bij het huidige systeem boven
dien tot werkloosheid, inplaats van tot evenredige
vermindering van arbeidstijd.
Zelfs wij Hollanders, die eeuwen lang van
vrijhandel geprofiteerd hebben en daarom waren
gaan denken, dat vrijhandel en welvaart steeds
onverbrekelijk verbonden zijn, hebben noodge
dwongen groote handelsbelemmeringen moeten
invoeren. Bij de keuze tusschen leven en dood,
geeft men liever zijn principe op, ook al doorziet
men niet direct door welke nieuwe situatie de oude
relatie plotseling geen voordeelen meer oplevert.
Dijt's plan der goederenschappen" 1) kan
daarom geen oplossing wezen, omdat hij binnen
zoo'n verband den vrijhandel wil handhaven en den
goedkoopsten producent wil laten overwinnen. Zoo
zou bij zijn voorstel van een goederenschap voor
suiker de suikerbieten-cultuur in de gematigde
zone het in korten tijd afleggen tegen de
suikerrietcultuur in de tropen, die zeker alleen en het goed
koopst in de geheele wereldbehoefte zou kunnen
voorzien.
Doch ook invoerverboden, e.d. alleen kunnen
ons op den duur niet uit de moeilijkheden halen.
Nemen wij als voorbeeld, dat in een klein land als
Holland met slechts beperkte grond- en klimaat
verschillen productie en consumptie van aardappe
len op een zeker oogenblik met elkaar in evenwicht
zouden zijn. Veredeling van een nieuwen klei-"
aardappel met hooger rendement, zou het even
wicht zelfs binnen deze kleine gemeenschap weer
verstoren. De zandaardappel-boeren zouden op
hun beurt moeten verhongeren of verhuizen. Ging
men consequent voort op den ingeslagen weg, dan
zouden economische muren tusschen de> zand- en
klei-streken moeten worden opgericht. Vooruit
gang van techniek en transport zou op die manier
dus leiden tot steeds verdere isolatie, die tot de
desa-huishouding en de situatie der middeleeuwen
zou terugvoeren.
Ook bij de industrieele productie ontmoet men
dezelfde verschijnselen, dat de snelle opeenvolging
der verbeteringen dergelijke voortdurende
evenwichtsverstoringen veroorzaakt, dat de particuliere
ondernemer op den duur zal weigeren te
produceeren. De voorbeelden liggen ook hier dagelijks
voor het grijpen.
Wij beschouwen tenslotte nog een geval:
de uitvinding van iets geheel nieuws, dat de mensch
heid geestelijk verrijkt. De talkie is vooral voor de
velen, die niet in Europa of Amerika leven, een
uitvinding, die vermeerderd kunstgenot mogelijk
maakt. De uitvinding van de talky is echter een
financieele ramp voor de filmindustrie geweest.
De wetenschappelijke vooruitgang verstoort aldus
voortdurend weer zóó snel het economisch even
wicht, dat er geen tijd gelaten wordt aan de
opgerichte ondernemingen om winst te maken.
Wie zal dan op den duur nog geld willen fourneeren,
om dit productieproces te financieren? Geen dure
fabriek zal men met kans op rentabiliteit kunnen
oprichten, als kort na voltooiing een verbeterd of
rendabeler procédéverwacht kan worden. Met
deze voorbeelden is de situatie geschetst, die
algemeen ontstaan is en waaruit blijkt, dat aan
het conflict van technischen vooruitgang met vrij
handel en particuliere ondernemingen, niet is te
ontkomen. Men kan, zooals velen reeds doen, het.
doordenken over deze situatie staken het voert
immers tot zulke onbehaaglijke conclusies en
in plaats daarvan gaan hopen, hopen op de mo
gelijkheid van een oplossing, die men nog over het
hoofd heeft gezien. Zoolang men echter niet helpt,
om deze oplossing te ontdekken, kunnen wij er ook
een profijt van trekken. En blijft men ernaar
oeken, dan zal men moeten ervaren, dat men een
Perpetuum mobile probeert te vinden. Laten wij
daarom, hoe onaangenaam dat ook moge
wezen , zoo spoedig mogelijk afstand trachten te
doen van oude, onvervulbare illusies, om naar een
nieuwen, radicaal anderen weg uit te zien. Het
heeft geen zin, om daarbij te trachten den vooruit
gang der wetenschap en het denken te verbieden;
in die richting is geen oplossing te vinden.
Terecht zeide Di'. Jewett in Chicago (zie
Thesocial effects of modern science. Science deel 7(3,
1932): Wat wij niet kunnen doen is 's
menschensnieuwsgierigheid omtrent het onbekende volledig te
onderdrukken evenmin kunnen wij voor langeren
tijd het invoeren van dingen, die waardevolle aan
winsten voor het maatschappelijk leven zijn, tegen
houden". Een stelselmatige organisatie zal derhalve
plaats dienen te vinden met productie-methoden,
welker toepassing minder afhankelijk is van de
vraag, of er winst mede te maken valt, dan wel of ze
in het belang der menschheid zullen kunnen worden
aangewend. In dit verband citeer ik nog eenige
passages uit de rede door' den president van
Cornell-University Kimball in December 1932
gehouden over: The social effects of mass pro
duction" voor de American Association for the
Advancement of Science". Wij kunnen met onze
tegenwoordige methoden onmogelijk voortgaan bij
zelfs een zeer matigen technischen vooruitgang.
Doch laten wij ons geen illusies maken. Wanneer
wij een schijn willen bereiken van een dergelijke
economische vrijheid, een hoogen Ie vensstandaard,
vreugde in ons werk, en vrijen tijd, dan zal het
doorveel moeilijkheden en strijd moeten zijn, zooals de
menschheid die steeds ontmoet heeft bij zijn streven
naar politieke en godsdienstige vrijheid".
Hiermede kom ik tevens tot mijn derde con
clusie, dat de opbouw van een dergelijke nieuwe
organisatie een enorme inspanning en moeite zal
kosten, en derhalve onze eerste aandacht
opeischtNaast de moeilijkheid om een theoretisch geschikte
oplossing te vinden, hebben wij bovendien te
maken met de geringe geneigdheid tot samen
werking van groepen en naties, zooals wij die in de
tegenwoordige verlichte wereld kunnen gade
slaan.
Veel meer dan vroeger, zullen wij individueele
wenschen moeten weten op zij te zetten, om tot een
redelijke samenleving te geraken. Veel psycho
logisch inzicht en ondervinding zal aangekweekt
moeten worden, om dez'e inperking van de
individueele driften mogelijk te maken. In zooverre zijn
onderlinge samenwerking als bij het
Chadbourneplan, de tin- en theerestrictie, e.a. als een eerste
leerzame, hoewel zeer kleine vooroefening te be
schouwen. Ook het experiment in Rusland is in
verband hiermede van enorme beteekenis voor de
toekomst der menschheid. Doch, hoe bespottelijk
dit thans ook moge klinken, het Russische systeem
heeft nog niet te kampen met de moeilijkheden.
die ontstaan op het oogenblik van overproductie
En dan blijven, zooals Freud in zijn nieuwste
werk: Neue Folge der Vorlesungen zur Einführung
in die Psychoanalyse, (1933) opmerkt, de moei
lijkheden bij de inperking der individueele vrijheid,
want: Mit den Schwierigkeiten, Welche die
Unbandigkeit der menschlichen Natur jeder Art von
Sozialer Gemeinsohaft bereitet, werden wir freilich
auch dem noch unabsehbar lange zu ringen haben".
Een psychologische scholing van de massa, die
thans nog grootendeels onbewust voortstrompelt,
zal dan ook een eerste vereischte voor de naaste
toekomst wezen.
Door wetenschap en techniek heeft de mensch
heid vele natuurkrachten leeren beheerschen. Het
is echter een grootsche tragiek, dat bij bijna iederen
stap, waarbij wij ons op die wijze onafhankelijk
maken, wij tegelijkertijd inboeten aan individueele
vrijheid binnen de menschelijke samenleving.
1) M. D. Dijt Li. De uitweg. Oplossing van de
crisis door internationale samenwerking. Den Helder
1931; evenals van denzelfden schrijver : De oprichting
van goederenschappen voor suiker en rubber,
Landbouwk. Tijdschrift deel 44, paf/. 610?016, 1932.
LEVENSVERZEKERING
Mij. ARNHEM"
de basis voor een zorgenvrij bestaan.