Historisch Archief 1877-1940
No. 2821
De Groene Amsterdammer van 27 Mei 1933
17
Duitschland betaalt zijn schulden
t:
?i*
C. A. Klaasse
Maar de crediteuren ontvangen
hun vorderingen niet
Jarenlang heeft Duitschland verkeerd in de
positie van den man die zijn vriend een tientje ter
leen vraagt en hem daarna met een genereus
gebaar vijf van de tien gulden teruggeeft als afdoe
ning van een oude schuld. Daarna is er een periode
geweest waarin zoo wel rente als aflossing konden
worden voldaan, behalve dan natuurlijk de inte
grale aflossing van opeischbare schulden, die
men in de Stillhalte-regeling beeft bevroren. En
nu schijnt er een tijdvak te zijn aangebroken
waarop Duitschland niet meer den vollen druk
van den schuldondienst kan dragen. Of eigenlijk
ia deze uitdrukking niet juist, men beweert in
Duitschland niet dat het niet meer mogelijk is om
rente en aflossingen op te brengen, integendeel
men verklaart zelfs uitdrukkelijk voort te willen
gaan met de betaling. Maar de moeilijkheid zit
hem in het verplaatsen van de verschuldigde
bedragen over de grenzen waar de buitenlandsche
crediteuren hun hand op houden. Het vraagstuk
van de betaling der oorlogsschulden heeft in de
laatste jaren de beteekenjs van het
transfer"vraagstuk zoo herhaalde malen en zoo duidelijk
in het daglicht doen stellen d*t het onnoodig is
daarop nog nader in te gaan.
* ? * '
* «v
Duitschland heeft in de laatste jaren, ondanks
het feit dat verschillende crediteurlanden alle
moeite deden om ,,betaling-in-natura" van rente
en aflossing te weren, kans gezien een exportsaldo
te handhaven, meer dan voldoende om den schul
dendienst te bestrijden. Maar daarin is in de
laatste maanden een radicale ommekeer gekomen.
Het exportsaldo althans volgens de statistie
ken is niet meer voldoende om het transfer
tekunnen bestrijden, en de Reichsbank moet dan
ook bijspringen. Dit laatste is niet lang meer
mogeh'jk, want de gouddekking is uitermate gering
vooral sedert Schacht zeer terecht het
discontocrediet vervroegd heeft terugbetaald.
Zoodat dus het transferprobleem voor Duitsch
land acuut begint te worden. Weshalve men een
conferentie heeft belegd van vertegenwoordigers
van obligatiehouders", en van de
Stillhaltecrediteuren. Wat zal men nu op die bijeenkomst willen
doen?
Ben overeenkomst sluiten ongetwijfeld niet,
want al kan bij de Stillhalte-crediteuren nog van
een gemeenschappelijke actie sprake zijn, dat
men ook met alle obligatiehouders, millioenen
in aantal waarschijnlijk, tot een afspraak kan
geraken zal wel niemand gelooven. Dat zal inder
daad het principieele verschil zijn tusschen de
regeling" ten aanzien van de obligatieschulden
en van de bankcredieten; terwijl de Stillhalte nog
den schijn van onderling overleg had, zal hier de
ne partij wel moeten decreteeren, zoodat er
dus een moratorium, zij het dan niet voor de
betaling maar voor het transfer, moet komen.
Zelfs indien men in aanmerking neemt, dat voor een
groot aantal leeningen trustovereenkomsten be
staan, mag men toch niet aannemen dat er oojs
maar een schijn van kans op een wederzijdsche
afspraak is zooals bij de Stillhalte. De regeering zal
dus de debiteuren moeten ontheffen van een deel
van hun verplichtingen. Zouden alle leeningen in
marken luiden dan was dat niet noodig, dan kon
de regeering een deel van de betalingen blokkeeren
zonder aan de verhouding debiteur-crediteur te
tornen. Nu de debiteur een schuld in deviezen
heeft, moet de regeering ingrijpen door den
schuldenaar te machtigen of zelfs te verplichten
een deel in marken te betalen. Dat men voor zulk
een ingrijpen niet terugschrikt is al bewezen bij
enkele leeningen die joiet geleidelijk geamortiseerd
werden maar ineens moesten worden terugbetaald
t.w. de obligatiën Buhrverband, en de notes
Deutsche Bank.
Wat zal nu de conferentie van den 29sten
bieden? Het lijkt wel erg naïef om te veronder
stellen, dat de crediteuren daar iets in het midden
zullen hebben te brengen, zij zullen wel moeten
aanhooren wat de debiteur aanbiedt. Niet omdat
die debiteur zijn machtspositie misbruikt mis
schien is dat zoo, maar dat is niet uit te maken
maar omdat nu eenmaal een kikker geen veeren
geeft, en een half geplukte kip nog maar de helft
van zijn vederdos heeft. Als het waar is dat
Duitschland's exportsaldo niet meer voldoende
is om de noodige deviezen te verschaffen voor den
schuldendienst en de Reichsbank kan niet meer
bijspringen, dan moet er inderdaad iets gebeuren,
daar helpt geen protest van crediteuren aan.
Intusschen zal men toch goed doen zich te
realiseeren, dat, gezien het feit dat -Duitschland de goud
clausule negeert, het benoodigde exportsurplus heel
wat minder is dan vóór de dollardeprecialie, omdat
immers een zeer groot deel van de Duitsche lee
ningen in dollars luiden. Hoeveel er voor den
schuldendienst noodig is, zullen wij trouwens
nimmer kunnen controleeren, op dat punt zal
aangenomen moeten worden, dat de Duitsche
cijfers juist zijn. Het eenige wat bekend is, is dat
er in de laatste jaren heel wat dollarbonds naar
het debiteurland teruggegaan zijn, maar hoeveel,
dat kan men alleen in Duitschland weten.
Wat tenslotte het voorstel op de conferentie van
Duitschland zal zijn indien men tenminste met
een voorstel komt en niet afwacht wat de afge
vaardigden zullen zeggen is niet te voorspellen.
De technische vorm, dien men voor het vermin
derde transfer zal kiezen, is waarschijnlijk wel:
dat deel waarvoor deviezen niet beschikbaar zijn
op geblokkeerde markenrekening te doen storten.
De moeilijkheid zal intusschen zijn, dat men niet
weet welk deel dat zal betreffen. Het lijkt niet
waarschijnlijk, dat men b.v. zal afspreken om 50
of 75 pCt. te betalen als voorheen en de rest in
Sperrmarken, maar dat men veeleer op elk moment
het de facto te transfereeren bedrag en het dus
resteerende Sperrmarkbedrag zal bepalen op
grond van de oogenblikkelijke deviezensituatie.
Zullen nu de afgevaardigden op deze conferentie
niets anders kunnen doen dan toehooren?
Op het feit dat waar niet is aelfs de keizer i.c. de
crediteur zijn recht verliest, zullen zij ongetwijfeld
geen invloed kunnen oefenen. Toch hebben zij een
zeer belangrijke taak te vervullen: het zal de
Duitsche regeering, mits maar vaststaat dat zij in
totaal niet meer behoeft te transfereeren dan
beschikbaar is, waarschijnlijk onverschillig zijn hoe
men dat beschikbare bedrag verdeelt. En nu is het
zeer zeker in het belang van de crediteurlanden het
daarheen te leiden dat in de allereerste plaats de
aflossingen tenvolle geblokkeerd blijven, terwijl,
mocht dat nog niet voldoende verlichting van de
betalingsbalans brengen, verder een deel van de
rente gesperrt kan worden. Men moet niet vergeten
dat een transfer-moratorium door Duitschland in
de crediteurlanden weer een schok toebrengt aan
het toch al zoo ontwrichte economische leven.
Wanneer het inkomen der houders van Duitsche
obligatiën terugloopt dan is dat weer een stap
achteruit. Concentreert men de blokkade in de
eerste plaats op de lossin- _^___^__-_^^__^^
gen clan valt dit bezwaar
weg, want het losbare
kapitaal werd toch niet
uitgegeven.
het begin der deviezen-regeling gesperrt zijn.
Wat de bedragen voor rente-betaling bestemd be
treft, zou men deze voor betaling van zgn.
Zusatzexport kunnen vrijgeven, zooals nu met
Kreditsperrmark, Altes Guthabeh enz. het geval
is. Zulk een regeling zou volkomen rationeel
zijn; immers wat is het argument van Duitsch
land, dat het niet alles kan transfereeren? Dat
er niet voldoende export is. Welnu, verhoog den
export en het argument valt weg. Hiermee is
natuurlijk tevens het Amerikaansche plan: om
normalen import uit Duitschland met de te blokkee
ren marken te betalen, veroordeeld. Dat zou erop
neerkomen dat ook de export, waarvan Duitschland
de deviezen noodig heeft om zijn invoeren te kunnen
betalen, betaald werd met Sperrmark zoodat het
toch weer zou vastloopen! Het zou inderdaad
export moeten zijn dien Duitschland anders niet
gehad zou hebben. Hier schuilt tevens de groote
moeilijkheid: hoe dat uit te maken. De beperkte
ervaring tot nu toe met het begrip extra-export"
opgedaan is niet bar aanmoedigend. Maar het is
toch voor de crediteurlanden van groot belang om
een oplossing te vinden opdat, indien eenigszins
mogelijk, voorkomen worde dat opnieuw de de
pressie een versterkende factor te meer krijgt. Nu
kan men zeggen dat, als wij dan voor de rente toch
tenvolle goederen in Duitschland moeten koopen,
dat onze conjunctuur niet beter maakt. Men zou
zelfs als bezwaar van zulk een regeling kunnen
aanvoeren: aldus zouden wij onze eigen industrie
weer voor een nieuwen concurrentiefactor plaatsen,
want de Duitsche exporteurs kunnen, wanneer zij
betaald kunnen worden met goedkoope
sperrmarken, een soort valutadumping voeren. Het
antwoord hierop is: inderdaad zou deze import er
niet zijn wanneer de regeling er niet was dit
ex defenitione, want anders ware het geen extra
import maar dan zou ook het consumptievermogen
van de oblif/atiehouders precies evenveel minder zijn.
Men kan dus de verbruiksmogelijkheid voor de
beleggers op peil houden inderdaad zonder dat de
inheemsche industrie daardoor direct gebaat wordt,
maar ook zonder dat het haar schade kan be
rokkenen. Dat is dan ook het verschilpunt met de
eventueele vrijgifte van marken uit aflossing
afkomstig voor betaling van dien extra-export.
Zoo hebben dus inderdaad de afgevaardigden op
de Berlijnsche conferentie een taak; n die verder
strekt dan alleen aanhooren. Intusschen moet
men afwachten of er van een eenparig optreden
sprake is. De kans bestaat natuurlijk dat landen
met een groot importsurplus uit Duitschland een
speciale behandeling verlangen, wat alweer niet
zoo gek zou zijn wanneer men het vraagstuk be
kijkt als schuldvraag". Wie is schuld aan de
moeilijkheid? De landen die niet minstens zooveel
mér uit Duitschland importeeren dan daarheen
exporteeren, dat de schuldenlast ermee gedekt
wordt. Dit blijkt echter, gezien de regelmatig
vooi komende driehoeksverhoudingen in den inter
nationalen handel, moeilijk vol te houden. Het
woord is nu aan de conferentie !
Berlijn, 23 Mei.
* *
*
Het tweede punt waar
over men zeker de op
merkingen van de verte
genwoordigers ter confe
rentie in overweging zal
nemen is: de bestemming
der Sperrmarken, voort
vloeiende uit de rege
ling".
Indien en voor
zooverhet lossingen die aldus ge
blokkeerd werden betreft,
lijkt het niet onlogisch
het geld alleen beschik
baar te stellen voor her
belegging binnen Duitsch
land, of desnoods b.v.
voor het bestrijden van.
de kosten van langere
Erholungsreisen", zooals
dat nu het geval is met
saldi afkomstig uit aflos
sing van Duitsche inheem
sche effecten, .die al
sedertN.V. Bataafsche
Hypotheekbank
AMSTERDAM
Anno 1889
Qeeft uit tegen beurskoers:
4i % PANDBRIEVEN
In «tukken van
f1OOO,-,f5OO,-en flOO,-.
Coupons Januari en Juli
N.V. STANDAARD
HYPOTHEEKBANK
te ROTTERDAM
Directie :
Mr. H. H. C. CASTENDIJK en
I. MOSSELMAN
De Bank geeft onder controle van het
Algem. Administratie- en Trustkantoor
4lk"la Pandbr. tegen beurskoers uit.
Verzekerd Kapitaal
85 MILLIOEN GULDEN
Bijkantoor AMSTERDAM, D a m ra k 95/96,
Tel. 32020
Bijkantoor DEN HAAG, H. Nieuwst r. 34,
Tel. 117293
J