De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 27 mei pagina 2

27 mei 1933 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 27 Mei 1933 N o, 28-2» r. A u-??w K* Hitler moet op het oogenhlik zijn landgenootën, die in den schrijver van Mèin Kampf den hersteller van het oude rijk zagen, grievend teleurstellen. In 'ttëfe-binnenland lo'dpt%iiët alles naar wensch, ecbnomisch tenminste niet. En ten opzichte van het buitenland, van Polen in het bijzonder, ish tregeeringsbeleid zoodanig dat het niet misstaan zou jre&itöer Kien thans weer ns van overheidswege «en verschen krans legde op het graf teeken van Stresemann. Want hij blijft de groote voorganger, nok voor Hitler-. 1 Wij zufleni pns nu in de verschijnselen van deze zachtmoedigheid, waarvan men dagelijks nieuwe %)orbeèlderi 'in tlëhl'adeh tan vindeh, niet verdifeJ>en, maar liever nog iets zeggen over de oorzaken ervan. Het Duitöchland van Hitler raakte, wat de buitenlandsche politiek betreft, gevaarlijk geïsoleerd. Het had geen enkelen vriend. Oostenrijk was, inliet peWostzijn goed beschermd te worden, uitdagend ivijandïg geworden. Italiëkeek naar Engeland, ien 'de stemming, die daar waar te nemen viel, bejpaalde definitief zijn houding. Berlijn wist nu dat ihet van Mussölini niets te verwachten had in geval (van internationale moeilijkheden. Vön Neurath jkon uit ervaring vertellen wat beloften :van Itali iwaard waren; nu gaf het Berlijn zelfs de waarschu[wing te hooreh den Anschluss" niet te probeeren. ;Ook n andere vriend, waarop-Berlijn gerekend had, bleek door vreeze voor den Anschluss te .worden beheérscht: -Hongarije. ; Duitschland moet Polen op het oogenblik mili tair nog zeer ontzien. Hetzelfde geldt natuurlijk ;in nog Veel hoogere mate. voor Frankrijk. De inge houden zenuwachtigheid in deze beide landen, de 'eenstemmigheid van al hun politieke partijen jmoeten Berlijn met goede reden verontrusten. i Engeland bleef nog over. Maar daar werd de istemming steeds slechter. Eerst had men reeds het pijnlijke geval gehad van de verklaring van ;Sir John Simons in het Lagerhuis, die echter alleen de behandeling. van de Joden betrof, op ?'zich zelf dus niet gevaarlijk was. Nu kwam de zeer dreigende verklaring van Lord Hailsham, den minister van oorlog, in het Hoogerhuis. Mocht Hitler nog twijfelen hoe Londen in werke lijkheid gestemd was, dan kon zijn vriend Rosenberg, de Baltische Duitscher, die voor zijn voornaamsten raadgever op internationaal gebied en voor toekomstig minister van buitenlandsche zaken geldt, hem na zijn rampzalig bezoek aan Londen alle noodige' opheldering verschaffen. Of Hitler sedertdien niet zal hebben ingezien dat hij beter doet von Neurath toch nog maar wat te houden? Tenslotte kwamen ook de Amerikanen er nog bij. Het bezoek van Norman Davis aan Parijs heeft blijkbaar de deur dicht gedaan. Amerika wil graag bemiddelaar zijn tusschen Duitschland en de an deren, zoo gaf hij te verstaan, maar als Berlijn weerbarstig bleef kon het bij de Amerikanen niet op een welwillende houding rekenen. Men heeft dat niet zoo aan de groote klok gehangen. Maar toen ?Hitler ook op. dit punt volle zekerheid ver kregen had, vond hij het genoeg en kondigde hij zijn rede in den Rijksdag aan. Er was nog maar n politiek voor Duitschland mogelijk, wilde het zekerheid hebben van buiten af met rust te worden gelaten: allen weerstand opheffen, alle wrijving vermijden. Hitler kent dat -kunstje om zijn doel te bereiken, dat wist men. Maar nu had hij met lieden te doen, die niet niet beloften te paaien waren, wien men reëele dingen moet aanbieden. Reeds blijkt het succes van Hitler's goede keuze. Nadat Amerika zich wat toeschietelijker heeft betoond tegenover Frankrijk's verlangen naar veiligheid door voor het eerst duidelijk te zeggen dat het maatregelen tegen een aanvaller, dien het zelf als aanvaller erkent, op zijn minst niet zal dwarsboomen, verlangt het nu van Frankrijk een tegemoetkomender houding tegenover Duitsch land. Het eischt van Frankrijk concessies inzake ontwapening, waartoe Frankrijk ternauwernood bereid zal zijn zoolang de waarborgen voor zijn veiligheid, die anderen het aanbieden, niet precieser vormen krijgen. Frankrijk is daardoor in een pijnlijke diplomatieke positie geraakt. Hitler's tegemoetkomend internationaal beleid ia voorloopig voordeelig gebleken. Mocht hij daaruit consequenties trekken voor zijn binnenlandsche politiek ! Het Kabinet-Colijn Een Kabinet met sterken socialen inslag, maar met een vermoedelijk vrij conservatieve politiek Met ongeduld -werd de samenstelling^ van ..-het, Kabinet-Colijn verwacht. Toch heeft deze ministerieele crisis niet langer geduurd dan dergelijke crisissen hier te lande plegen te duren. Maar de om standigheden d£pjigén;,tot een spoedige - beslissing,hoewel de taak van den formateur moeilijker was dan ooit. Voor zoover men. de verschillende pogingen thans reeds kan reconstrueeren, is het aannemelijk, dat de heer Oolijn eerst heeft getracht een parle mentair Kabinet op breede basis te vormen, dat door 5 partijen in het parlement zou worden ge steund: de partijen der voormalige coalitie en de beide vrijzinnige partijen. Die formatie schijnt te zijn afgestuit op de weigering der roomschkatholieken, met de liberalen in een parlementair Kabinet zitting te nemen. Een Kabinet op een wat minder breede basis van 4 partijen d«-genoemde partijen zonder de liberalen was voor den formateur, en vermoedeook voor zijn partij, onaannemelijk. Een zuiver coalitie-Kabinet leverde, naar het oordeel van den heer Colijn, een te smalle basis, gezien de ervaring, die hij enkele jaren geleden heeft opgedaan. Toen kreeg hij de opdracht een crisis-Kabinet te ?vormen. Dat zou dus in zooverre geen parlementair Kabinet zijn, dat niet te voren de steun van eenige parlementaire groepen was gevraagd. Dientenge volge stond ook de formateur vrijer in de keuze zijner ministers. Wat valt uit de samenstelling van het Kabinet omtrent het parlementaire karakter, dat het heeft, af te leiden? Het ministerie moge van geen enkele fractie de garantie hebben ontvangen, dat het bij de volvoe ring van zijn taak op Steun zal mogen rekenen, uit de relaties, die de verschillende ministers hebben niet sommige fracties, mag worden afgeleid dat die steun, wanneer dat slechts eenigszins mogelijk is, niet zal worden onthouden. Niet alle fracties verkeeren in dit opzicht in dezelfde positie. De fracties van de A.R.partij en van den V.D.bond zijn in het Kabinet door haar meest repre sentatieve leden vertegenwoordigd. De heer Colijn is de leider van de A.R.-partij en de heer de Wilde pleegt zijn plaatsvervanger te zijn. De V.D.-bond heeft aan het Kabinet afgestaan den heer Marchant, den voorzitter van de Kamer fractie en den politiëken leider van die partij en den heer Oud, sinds jaren secretaris van die partij, en onlangs op een partijcongres door den heer Marchant, onder groote instemming van de ver gadering, aangeduid als zijn opvolger. Van de R.K. staatspartij hebben drie leden van haar Kamerfractie in het Kabinet zitting. Daartoe behoort de Heer van Schalk, die algemeen genoemd werd als formateur, indien een katholiek als for mateur zou zijn aangewezen. De relaties tusschen de A.R.-partij, den V.D.bond en de R.K.-staatspartij en hun vertegenwoor digers in het Kabinet zijn derhalve van dien aard, dat men mag aannemen, dat deze partijen het Kabinet zullen steunen, alsof het een parlementair Kabinet ware. Zwakker en in afnemende mate zijn de relaties van de C.II.-Unie en den Vrijheidsbond met hun vertegenwoordigers in het Kabinet. De heer Sloteniaker de Bruine, die voorzitter van de C.H.Unie en hoofdredacteur van de Nederlander is geweest, (\viensnieuwedepaitementnog ,.officieel" moet worden) zal stellig in den regel de steun van de Kamerfractie van zijn partij voor de politiek van het Kabinet kunnen verwerven. De heer Kalff is een man van zeer groote ver dienste, van wien het beste als minister mag worden verwacht, maar zijn werk heeft hem tot dusverre niet in de openbare politiek gebracht. Dat maakt hem niet minder geschikt voor minister, maar het bewijst alleen, dat de relatie van den Vrijheids bond en zijn Kamerfractie met hetr nieuwe Kabinet geringer is dan die van. de genoemde vier partijen. Wanneer men derhalve het parlementaire ka rakter van het Kabinet-Colijn wil aflezen uit zijn samenstelling,-dan komt men tot de conclusie, dat het, voorzoover dat in de gegeven omstandig heden mogelijk was, vrijwel beantwoordt aan het denkbeeld, dat ik in de Groene van 6 Mei j.l. heb aanbevolen. De politieke kern van het Kabinet wordt ge vormd door de meest representatieve vertegen woordigers van de A.R.-partij, de R.K. staats partij en den V.D.-bond. Deze kern is versterkt met eenige ministers van C.H. en liberalen huize. De politieke gestie van het nieuwe Kabinet zal in hoofdzaak worden bepaald door de drie partijen, waarvan ik heb aangenomen, dat zij het centrum vormen. Deze combinatie moet ieder, die eenige kennis heeft van onze politieke geschiedenis in de laatste tientallen jaren, eenigszins vreemd toeschijnen. De oude coalitie is, laat ons hopen voor goed, verbroken. De heer Colijn, de opbouwer van ons leger en de heer Marchant, de kampioen van nationale ontwapening, hebben in hetzelfde Kabi net zitting genomen. Het critieke vraagstuk van de verdeeling van den zendtijd zal door een liberaal tot oplossing moeten worden gebracht. Wel is er voor onzen teekenaar Jordaan aanlei ding, om zich af te vragen, of in de NederJandsche politiek het duizendjarig rijk van den vrede niet is aangebroken, waarin de leeuw Colijn en de arend Deckers vriendschap hebben gesloten met het schaap Marchant. Er kan geen twijfel aan bestaan, dat het Ka binet-C olijn door den heer van Schaik, den. aanvoerder van de tien katholieke dissidenten, die de Vlootwet hebben doen vallen, en door de heeren Marchant en Oud een sterken socialeninslag heeft. Dat zal echter niet beteekenen, dat het in de eerste plaats op den weg van dit Kabinet zalliggen met nieuwe sociale maatregelen te komen. De omstandigheden maken het onvermijdelijk, dat sterk bezuinigd zal moeten worden en dat tal van. maatregelen genomen zullen moeten worden, die aan de politiek van het Kabinet een vrij conser vatief karakter zullen geven. Men moet echter hopen en vertrouwen, dat de Kamers en de burgerij de onvermijdelijkheid van. een dergelijke politiek eerder zullen inzien, wanneer zij wordt aanbevolen door ministers, aan wier so ciale gevoelens men niet kan twijfelen. Moge het nieuwe Kabinet, dat een buitengewoon^ zware taak wacht, de ervaring opdoen, dat ei" waarheid schuilt in de treffende woorden, waarme de de heer Marchant, zelf diep geroerd, zijn rede op de jongste jaarvergadering van den V.D.-bond besloot: wij menschen worden ten goede geleid. A. C. JOSEPHUS JITTA * HUIS TER DUIN * Z l! Verlaagd Pinkstertarief f. 22.50, f.26.- en f.30.kinderen: f.15.- en f.20.Z * HUIS TER DUIN *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl