Historisch Archief 1877-1940
? *>? i V,
OENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: G. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Oem. Giro G. 1000
Opgericht in 1*77
No. 2922
Zaterdag 3 Juni 1933
K
j?
r?'
r
. s&!
De vier mogendheden
Dr. M. van Blankenstein
Bekrachtiging van toestaande
overeenkomsten
Tpen in Maait MacDonald, uit Genève komende,
naar Rome toog Om daar met Mussolini te praten,
verkeerde de wereld in groote spanning omtrent
liet resultaat van hun gesprekken. In die'dagen
-was men nog heelemaal niet zeker van de houding,
die van Italiëte verwachten was. Het was toen nog
teel goed denkbaar dat Berlijn den Duce zou kun
nen winnen voor een gemeenschappelijke agres
sieve politiek. Wij weten nu dat Mussolini er geen
oogenblik aan gedacht heeft avonturen met Hitler
samen te ondernemen, het is bekend dat hij zelfs
voor dreigementen niet is teruggedeinsd om zijn
Duitechen navolger van gevaarlijke ondernemingen
a£ te houden. Maar van dit alles was naar buiten
nog niets gebleken.
De bekende, mislukte Faaschreis naar Bome van
Ooering en yon Papen heeft eerst ten volle duidelijk
gemaakt, dat Italiëzich in geen geval aan de zijde
vaA Berüjnzoa scharen. Maar reeds het bezoek van
MacDonald aan Bome bracht geruststellende
opheldering. loplaats dat de Britsche premier het noodig
had den Italiaanscfaen dictator tot een vredelievende
politiek over te halen, kwam deze hem reeds met een
?voorstel tegemoet, dat den vrede in Europa voor
«en aantal jaren moest verzekeren. Toen men van
deze daad. van Mussolini vernam wekte zij veel
vreugde, om de gezondheid die er uit sprak. Deze
vreugde week ten deele echter weer toen men zich
rekenschap ervan ging geven, wat de denkbeelden
van Mussolini voor Europa konden beteekenen.
Men kreeg begrip van deze beteekenis toen Mac
Donald op den terugweg Mussolini's plan te Parijs
had ? besproken. Want Parijs toonde zich ver
schrikt. En, toen het mededeeling van de strekking
van het vernomene aan'zijn goede vrienden in
oostelijk Midden Europa had gedaan waren deze
nog veel ~verschrikter. Er stak daar een storm van
verontwaardiging tegen Mussolini op, die in Polen
zelfs zoo heftig was dat de diplomatieke betrek
kingen tusschen Warschau en Bome een oogenblik
erdoor schenen te worden bemoeilijkt.
De denkbeelden van Mussolini hadden, te
oordeelen naar de oppervlakkige en misschien wat
tendentieuse berichten die erover verspreid zijn,
het stichten van een oligarchie der groote mogend
heden in, Europa ten doel. Engeland, Frankrijk,
Italiëen Duitschland zouden met elkaar voor de
orde en vrede in Europa zorgen en onmiddellijk
bijeenkomen als er ergens onraad dreigde. Zij
zouden onder elkaar bepalen, wanneer herziening
van grenzen of van andere regelingen der vredes
verdragen ter sprake moesten komen. Boven den
Baad van den Volkenbond zou er dus voortaan
een exclusieve opperraad zijn, een nieuwe Baad
van Ambassadeurs, zooals de wereld er een na
den oorlog niet altijd heeft kunnen waardeereu l
Dit was een denkbeeld, dat heel goed bij het
autoritaire fascisme moest passen en dat het zoo
lang klein gehouden Berlijn bijzonder moest aan
trekken. MacDonald was niet de man om de
-bezwaren ertegen te zien. Want onder de staats
lieden van Europa is er geen, die minder natuurlijk
democratisch voelt dan deze oud-sociaaldemocraat.
Hij is egocentrisch in zijn denken, persoonlijk
zoowel als nationaal. Tot hem dringt ternauwer
nood het besef door, dat de kleinere staten wel eens
evenveel recht van meespreken over hun eigen
aangelegenheden zouden kunnen begeeren als de
groote mogendheden.
Als uiting van de vredelievendheid van Italiëwas
het plan een heugelijk verschijnsel. Maar in uit
voering zou het al gauw ondragelijk gebleken zijn.
* *
*
Parijs was er echter als wachter der democratie
onder de volken. Wij willen niet beweren dat voor
de Franschen sentimenteele overwegingen het
plan onaannemelijk maakten, maar zij beseften
onmiddellijk wat Mac Donald over het hoofd had
gezien en peilden ook de gevaren ervan. Frankrijk
zou veel van de voord eelerr verliezen waarover
het nu, door een zorgvuldig en met groote kosten
opgebouwd stelsel van vriend- en bondgenoot
schappen, beschikt. Te Genève is het sterk door
een grooten aanhang; in den Baad van Vier kon
het heel gemakkelijk de dupe worden van een
groepeering. Het kent de gevoelens van Berlijn
en Bome te zijnen opzichte en het weet hoe weinig
houvast het op den duur heeft aan de zoo heel
anders geaarde Britten.
Frankrijk had geen reden om het in zijn oogen
beproefde stelsel van Genève "door dit oligarchisch
systeem te laten vervangen. SBtet moest daarvoor
vrienden in den steek laten, zich impopulariteit
op den hals halen zonder zichtbaar voordeel.
Gaf het echter niet toe dan kon het nieuwe sympa
thie verwerven als kampioen der belangen van de
kleine mogendheden.
Het plan, zooals het te Bome was uitgebroeid,
was dus in de oogen van Parijs, niet minder dan in
die van Warschau en Praag, ten eenenmale ver
werpelijk. Even heeft men dat niet hardop gezegd
en uit beleefdheid gedaan alsof men wel degelijk
de zaak in overweging nam. Maar al spoedig
moest het voor ieder duidelijk zijn dat de afspraak
der vier mogendheden, zooals Mussolini die had
uitgedacht gelukkig maar ! ? . geen kans op
verwezenlijking had. Het onderwerp verdween,
tot groote opluchting der Polen en der Kleine
Entente, tijdenjk geheel van de baan.
Intusschen ging het met de ontwapenings
conferentie heelemaal niet goed. MacDonald had
met zijn uitgebreid voorstel te Genève in hoofd
zaak een succes d'estime gehad. Dit ontwapenings
plan, dat bedoeld was als bloemlezing uit alle
voorstellen die anderen te berde hadden gebracht,
mocht ten opzichte van menig détail keurig zijn
doorgedacht, in sommige hoofdtrekken was het
weer gekenmerkt door de naïveteit en gebrek aan
kennis van behoeften en gevoelens van anderen,
die nu eenmaal een karakteristiek schijnt te moeten
zijn van alles waarmede de naam van MacDonald
verbonden is. Men sprak erover, ieder aanvaardde
het op zijn manier en met zijn eigen voorbehoud,
en men kwam te Genève desniettemin geen stap
verder. De toestand werd hoogst onbehagelijk.
Wel was men reeds lang gerustgesteld ten opzichte
van de algemeene houding der Italianen. Maar
waartoe zouden de Duitschers met hun politiek,
waarvan de listigheden zoo overdoorzichtig waren,
de wereld nog heenbrengen? Het wantrouwen
der Franschen, der Polen en ook van anderen
tegenover het beleid van BerUjn kon al een gevaar
op zich zelf gaan vormen. Zeker zou er van de
oeconomische wereldconferentie te Londen niets
terecht komen, als een stemming, zooals ter ont
wapeningsconferentie telkens weer aan den dag
kwam, den algemeenen politieken toestand bleef
beheerschen.
Inhoud:
i. Dr. M. van Blankenstein, De vier mogend
heden.
2. Spreekzaal.
3. L. J. Jordaan, Kein Groschenoper.
4. Melis Stoke, Model 1933, teekeningen
Harmsen van Beek.
5. Mr. F. Coenen, Het boos begin. B. van.
Vlijmen, Economische conferentie. ' ?
6. Jan van Nijlen, Franschèboehen.
7. Dr. P. van Olst, Candidaat-Struldbrugs. ?
Mr. E. Elias, Nieuwe uitgaven.
9. L. J. Jordaan, Bioscopy. ?
10?.IL Otto van Tussenbroek, Toegepaste
kunst.
12. A. Plasschaert, Schilderkunst.
13. M. H. Sanders, Teekeningen van kinderen.
15. C. A. Klaasse, Zilverprobleem.
16. Dr. E. van der Ven-Ten Bensel, Volksdans.
17. Agnes Maas-v. d. Moer, In een oud slot,
teekeningen ]. F. Doeve.
18. Constant van Wessem, Muziek . Mr. E.
Elias, Nieuwe uitgaven.
19. Uit het kladschrift van Jantje. Alida
^Zevenboom, Croquante croquetjes. ,
20. Letterraadsel.?? Charivari. A. R;, Ome
discotheek.
Omslag: Spelproblemen.
Viooltj
Voortreffelijk»
chocolade in dei»
vorm van viooltje*.
Een specialiteit. ?
RINGER5
Let op den naam l
De spanningen in Europa werden ondragelijk;
en daardoor zag de een na de ander van de
vastelandsche mogendheden zich in een zoo ongunstige
diplomatieke positie dringen, dat alle neiging
voelden ieder middel aan te grijpen dat ontspanning
kon teweegbrengen.
Men was feitelijk radeloos. Duitschland werd
toegeeflijk uit hoogsten nood, maar Frankrijk
en zijn vrieaden zagen daarin slechts een reden
tot grooter wantrouwen. Had Parijs naar zijn
gemoed te werk kunnen gaan, dan zou het niet
vrijwillig afstand hebben gedaan van eenig recht
of eenig wapen, dat het een militair overwicht
over Duitschland geeft. En wie kan dit gevoelen
niet begrijpen?
Maar Frankrijk kon zich, zoomin als iemand
anders op het vasteland, de weelde van een zuiver
passief, defensief beleid veroorloven. Het moest
veiligheid zoeken op nog andere wijze dan door
materieele macht, ten einde tot de onvermijdelijke
beperking der bewapening te kunnen medewerken.
Het kan, als de kampioen voor Genève, ook niet
de beschuldiging op zich laten rusten, dat het niets
gedaan had voor het slagen van de ontwapenings
conferentie en daarom in de eerste plaats verant
woordelijk was voor de verlamming van het
vredeswerk en het verdere, noodlottige prestige
verlies voor Genève, dat uit een mislukking dier
conferentie moest voortvloeien.
( Vervolg op pag. 2)