Historisch Archief 1877-1940
(*<*
"f.
TECHNIEK EN S
Ir. F. W. K. de Klerk, KIM Los?'
f 3at 'dok loopt van stapel. Midden : Een leeg dok
?J|, E. Af.). Onder: Nederland* s grootste dok (foto
Bitton Feijenoordi) Uit De Klerk's Klink los!"
i"
* Technische, volmaaktheden! Ir. F. W.
K. «e Klerk Klink Los!" Uitgave
AnArles Blltz, Amsterdam
-* De techniek heeft veel op haar geweten; men
verwijt haar niet minder dan de oorzaak van de
wereldcrisis te zijn, hoewel hier het oude-
spreekwoord, dat de hondenmishandelaar gemakkelijk
een stok vindt wel opgeld zal doen. Men mag een
*\£-cyKnder scheepsmotor van 5000 P.K. Uit De Klerk's Klink los!"
l1*-, i
r/V
kind ook niet verwijten, aat het uit hesje en broekje
groeit. Hoe het ook zij, de menschen die der
techniek een goed hart toedragen en voor haar
verdediging op de bres staan, aarzelen niet hun
stem te laten hooren. Zij kunnen op een dankbaar
en toegewijd gehoor rekenen, want de technische
uitvindingen gelden voor velen, en vooral voor de
jongeren, als wonderen. En niet als wonderen, die
op gezag van geloof moeten worden aangenomen,
doch die door studie en practisch werk tot hun
oorsprong kunnen worden ontleed. Waarmede hefc
wonder zijn glorie inboet.
Een van haar beste voorvechters is Ir. F. W. K.
de Klerk, die in een populair geschreven boek onder
den titel Klink los!" de techniek in bescherming
neemt en op prettige wijze van machines en schepen
vertelt.
De schrijver, scheepsbouwkundig ingenieur, be
ziet in deze uitgave de techniek als middel om den
mensch de beschikking over bepaalde natuur
krachten te geven, en in zijn antwoord lezen wij
dat de techniek daarin is geslaagd. De techniek
heeft een ontzaggelijke hoeveelheid anorganische
energie ten dienste van de. menschheid gesteld.
Ter beschikking staan: kolen, aardolie, aardgas,
brandhout en waterkracht. Zij vertegenwoordigen
een hoeveelheid energie, zoo groot, dat
iedermensch naast zijn arbeidsvermogen kan rekenen
op 80 werkslaven, 80 onzichtbare helpers. De
wereld met hare bevolking tusschen de 1700 en
1800 millioen menséhen bezit voor elk van de
menschen nog eens. 80 werkers. Deze behoeven
niet gekleed, gehuisvest of gevoed te worden.
Na een uitvoerig inleidend hoofdstuk over d
techniek waarin de schrijver vermijdt haar te
beschouwen op het gebied der politiek en economie,
waaromtrent op dit oogenblik verwarrender be
grippen heersenen dan ooit, en waarin hij verdedi
gers en aanvallers van de techniek in het kort de
revue doet passeeren laat Ir. de Klerk in foto
en tekst het leven van het stalen schip zien; van
zijn geboorte af tot dat de slooper zijn snoode
hand aan het stalen ? zeekasteel slaat. Met het uit
voerig behandelen van dit onderwerp worden de
meeste technische uitvindingen in hun werking
beschreven. Gietijzer, smeedijzer en staalwerk zien.
wij maken in het tweede en derde hoofdstuk:
deHoogovens en het Staalwerk. Kapittels als Op en
om en in het schip", Het schip op papier", De
werf op", De scheepsbouwer en de wet", Sterkte
en stabiliteit", Op de helling", Klink los" en
Hoe komt een schip vooruit" gaven tal van
technische uitvindingen tot in bijzonderheden be
schouwd.
De schrijver ver
geet geen onder
deel; zijn stijl is be
vattelijk en prettig
om te lezen. Waar
noodig helpen
doors n e e-t e e keningen
den tekst verduide
lijken. Heel veel
fotomateriaal is op
genomen. Enkele
illustraties op deze
pagina's zijn ons
ter reproductie
door den uitgever
afgestaan.
Een goed en aar
dig boek, ook voor
de jongens van
tegenwoordig, die
dikwijls meer tech
nisch gevoel bezit
ten dan hun vaders:
het vorige geslacht,
dat romantischer
van aanleg en drift
is. D,
BOEKBESP
J. Turretschip.
2. Het dek van
een tankschip, met de
kleine laadhoofden
3. Op den bodem
van een tankschip.
Vooraan laag spanten ;
achteraan^
alstooneeldecors: de
dwarsschotten
Uit De Klerk's
l'Ar t
Hollandais Contempo
rain - Paul
Fierens.
Editions ,,Le
Triangle", Paris, '33
Paul P i e r e n s
geeft in dit werk,
bij wij ze van toe
lichting op een
120t a l afbeeldingen
van modern
Hollandsch schilder- en
b e e l d h o uwwerk,
eenige
aanteekeningen " (quelques
notes) over de h
dendaagsche beeldende kunst in Holland. Het zijn
aanteekeningen van een buitenstaander"; zélf
getuigt hij, dat 't hem, ten opzichte van ver
schillende kunstenaars, wier namen hij noemt en
van wie hij werk reproduceert, aan volledig ge
documenteerde kennis ontbreekt. Ik heb om die
reden deze uitgave door menschen, die zichzelf als
bij uitstek deskundigen beschouwen, fel hooren
critiseeren. Zij gaven daarmede alleen maar blijk
dat insiders", op welk gebied dan ook, uitermate
jaloersch hun eigen terrein bewaken: hetwelk
vooral op kunstgebied een min of meer onwaardige
en domme houding is ! Want de kans, dat een
buitenstaander, met weinig kennis, maar met veel
liefde en belangstelling, tegenover kunstwerken
komt te staan als ..nieuw mensch tegenover een