Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 10 Juni 1933
No. 2923
Welsprekend zwijgen
Dr. M. van Blankenstein
e**/
Het eerste boofdnummer van het program
Met de volgende week begint te Londen de
oeconomische wereldconferentie. Daar zullen de
gröote kwalen van onze welvaart in behandeling
worden genomen. Of die behandeling zal helpen?
De wereld begint eraan te wennen in conferenties
veel meer een verschijnsel van, dan een middel
tegen het kwaad te zien. Desniettemin wekken zij
toch altijd eenige verwachting. Men kan immers
niet weten hoe een koe een haas vangt! Desniet
temin zouden wij eer van sceptische belangstelling
dan van hoop willen spreken wanneer het onze
taak is de gevoelens te beschrijven die de wereld
ten opzichte van de Londensche conferentie be
zielen. ?
Er is een groot onderscheid tusschen het begin
van de oeconomische en dat van de ontwapenings
conferentie. Toen deze laatste geopend werd be
stond er een vast plan, dat de voorbereidende
commissie onder leiding van onzen landgenoot
Loudon in vijf jaar van soms zeer moeizaam
beraadslagen had opgesteld. Dit plan vormde een
schema zonder cijfers, waarin de ontwapenings
conferentie slechts de getallen hoefde in te vullen
om de taak te hebben verricht, die men haar had
toegedacht. Ware dit geschied, dan zou de confe
rentie een schraal resultaat hebben opgeleverd,
zoo schraal zelfs dat zij, als zij nu mislukt, wellicht
toch nog nuttiger is geweest, dan wanneer zij op
de te voren beraamde wijze geslaagd was.
WjjseUjk is de ontwapeningsconferentie begon
nen met het ontwerp der commissie voor goed
onder de tafel te laten verdwijnen. Sedert dien
opereert men met veel ruimer denkbeelden, die
de tijdsomstandigheden helaas op de onvriende
lijkste wijze tegenwerken.
- Te Londen heeft men niets te voren gereed
gemaakt. Er zijn allerlei dingen waarover men zou
willen praten: Over monetaire kwesties, over
internationale credieten, over handelsbelemmerin
gen en tarief muren. Velen denken ook
grootscheepsche werkverschaffing van overheidswege op inter
nationale basis ter sprake te kunnen brengen.
Wenschen zijn er genoeg, plannen echter nog niet.
Vaat staat slechts n ding: er is een onderwerp
waarvan ieder weet dat het van de conferentie
moet worden geweerd. Natuurlijk is dat juist
het punt dat zich vanzelf aan allen opdringt, dat
het klemmendst om onmiddellijke behandeling
vraagt, dat feitelijk bij het begin der conferentie
geen uitstel van dagen zou kunnen lijden. Wij
bedoalen het vraagstuk der oorlogsschulden.
Daarvoor zal men de volgende week te Londen
zorgvuldig het hoofd in het zand steken als
men kan. Hoe meer men over andere dingen spreekt
dea te meer zal men daaraan denken. Maar Was
hington heeft het taboe verklaard, in het belang
van alle partijen! Mogen de schuldenaars niet
erover spreken, voor de Amerikanen bestaat dan
evenmin de mogelijkheid hen over hun tekort
komingen te onderhouden. Zouden de Amerikanen
daarover beginnen dan zouden zij hun eigen con
signe breken. Daarom lijkt het afgesproken stil
zwijgen op dit punt heel veel op een samenzwering
voor het gerief van allen.
Wat echter te verwachten van een oeconomische
en financieele conferentie, conferentie van zaken
lieden, waar over datgene wat allen op dat bepaalde
oogenblik bezig houdt niet mag worden gesproken
en Waar men nog geen agenda heeft kunnen opstel
len omdat men voorloopig niet zou weten waar
mede deze te vullen?
Men kan slechts hopen dat gebeurt wat ook ter
ontwapeningsconferentie is geschied: Dat tenslotte,
bij wijze van aangename verrassing, verschillende
delegaties belangwekkende voorstellen hebben te
doen, voorstellen waarvan nu nog slechts weinige
ingewijden weten.
Van Engelschen kant zullen zij niet komen.
De Nederlandsche delegatie zal, naar alle waar
schijnlijkheid, niets te presenteeren hebben dan
hetfgoede voorbeeld van Ouchy.
Het eenige geniale waarvan wij bij voorbaat
weten is slechts: het zwijgen over de oorlogs
schulden.
De conferentie Bëjjint op een merkwaardigen
datum, door het toeval dat 15 Juni drie dagen
later er op volgt. 15 JTuni is een critieke dag. Im
mers dan moeten déschuldenaren van Amerika
een nieuwen termijn Betalen van hun oorlogsschuld.
Wat zal Engeland deéen keer doen? In dat opzicht
hebben wij nog heelefnaal geen zekerheid. Londen
weigert er over te spieken, naar het zelf zegt om
geen Amerikaansche i-gevoelens te kwetsen. Maar
als het eenvoudig -kim mededeelen dat het zijn
verplichting weer zoi| nakomen zooals het dat in
December heeft gedaan, dan bestond er heelemaal
geen gevaar, dat iemand in Amerika dat kwalijk
zou opnemen. Die wejgering om te spreken
beteekent dus al iets.
Amerika is nu zeer prikkelbaar op dit punt, wat
zeer zeker geen wonder kan worden genoemd. Het
bevindt zich in de grootste moeilijkheden. Finan
cieel moet het eigen volk zware offers opleggen.
Het is zijn bankroet begonnen met het verlaten
van den gouden standaard, meer met de bedoeling
de prijzen in het binnenland op te jagen dan omdat
nijpende armoede aan goud het daartoe noopte.
Het is een zonderling tafereel dat men te aan
schouwen krijgt als men de goudvoorraden ver
gelijkt waarmede Duitschland poogt zijn mark op
peil te houden en die welke Washington aanleiding
gaven zijn dollar te laten vallen. Op dit slechte
begin is een nog slechtere voortzetting gevolgd
toen Amerika weigerde de goudclausule in vroegere
Amerikaansche leeningen na te komen. De Ameri
kaan zal daarin niet een reden zien om zachter over
anderen, die hem te kort doen, te oordeelen, maar
door deze verschijnselen van armoede de noodza
kelijkheid dat men hem zijn geld niet onthoudt,
des te dringender bewezen achten.
Hij zal denken aan zijn veteranen die in dezen
tijd van werkloosheid zich hun pensioen zien
besnoeien of zelfs ontnemen. Het moge dan waar
zijn dat men vroeger die pensioenen op de
slordigste wijze heeft toegekend, nu is menig bestaan,
waaronder zij zullen worden weggenomen, daarop
gegrondvest.
Hij zal ook denken aan zijn boeren wier druk
kende renteschuld wel verlicht maar niet opgehe
ven kan worden. En het bloed zal hem naar het
hoofd stijgen wanneer dan Europeesche mogend
heden, die het nog niet zoo slecht gaat als zijn eigen
land, weigeren vroeger reeds gereduceerde ver
plichtingen verder nog na te komen.
Men moge het bestaan van die oorlogsschulden
een ongeluk voor de wereld achten, en met diepe
sympathie het verdwijnen er van begroeten
toch zal men in de gevoelens kunnen komen welke
deze heele geschiedenis bij de gröote menigte der
Yankee's wekt.
President Boosevelt heeft deze gevoelens willen
ontzien; in ieder geval willen beletten dat zij tot
uitbarsting kwamen op een wij/.e waarvan hij
politiek acuut al te veel last had. Hij wilde het
Congres 10 Juni naar huis sturen; dan kon het niet
onmiddellijk reageeren op de dingen, die in de
critieke week zouden gebeuren. Van een gedeelte
der Amerikaansche pers heeft hij niet anders dan
de felste afkeuring te verwachten. Toch is de pers
niet het ergste. Want een ander, en hooger in
aanzien staand gedeelte zou hem zeker zachter
bejegenen dan het Congres, wanneer hij zich
al te lankmoedig toonde tegenover niet-betaling
van oorlogsschulden. Op het oogenblik waarop
ik dit schrijf ziet het er naar uit, of het Congres
zich niet naar huis zal willen laten sturen, of
het erop staan zal bijeen te blijven tot het weet
wat er op 15 Juni gebeurt. Dat zou al een halve
mislukking van de samenzwering zijn.
Wat moet dan de arme secretaris van staat Huil,
de leider der Amerikaansche delegatie ter Londen
sche conferentie, zeggen als hij aan het woord
komt? Waarschijnlijk weet hij dan al wat er met
den]termijn van 15 Juni in de verschillende landen
zal geschieden; in ieder geval behoort hij het dan
te weten. Als hij het niet weet is dat op zich zelf
reeds een veeg teeken.
Zal de Amerikaansche opertbare meening en
zal vooral de zoo lastige" senaat dulden dat hij
nog samenwerkt met slechte betalers alsof er
geen vuiltje aan de lucht is, ook als de 15e Juni
danig teleurstelt?
Men ziet hoe bedenkelijk de omstandigheden
zijn voor het begin der conferentie. Men moefc
denken aan het begin van de ontwapeningsconfe
rentie, waarvoor het bombardement van Chineescb.
Shanghai de saluutschoten vormden en die haar
karikatuurachtige schaduw moest zien in de buiten
gewone Assemblee welke naar aanleiding van het
Oost-Aziatische conflict gehouden werd.
Roosevelt kan werkelijk op het oogenblik niet
verder manoeuvreeren met het vraagstuk der
schulden dan hij reeds heeft gedaan. Hij heeft
de schuldenaars erop gewezen dat zij in papieren
dollars den termijn kunnen voldoen, wat zij uit
zich zelf reeds zouden hebben gedaan als zij wer
kelijk zouden betalen. Verder heeft hij hun de
vrijheid verleend in zilver te betalen tegen een
zilverprijs die het bedrag, in hun eigen munt bere
kend, nog eens met 30 pCt. zou verminderen.
Voor de Engelschen zou dit bij elkaar een besparing
vormen, in ponden uitgedrukt, van ongeveer de
helft van de som, die zij voor eenzelfde storting in
dollars een half jaar geleden zouden moeten hebben
betalen. Zoo moet de voldoening van schuld aan
trekkelijk worden gemaakt.
Het geval heeft voor de Engelschen echter niet
alleen financieele maar ook principieele beteekenis.
15 December hebben zij nog betaald, naar zij zeiden
niet ter voldoening van een regulieren termijn maar
als eerste storting op een regeling die in den loop
van het komende halfjaar getroffen zou wordenl
Die regeling was hun voorwaarde. De Amerikanen
streken de betaling op alsof het. een normale
termijn was en hielden zich Oost-Indisch doof voor
hetgeen de Engelschen^ als conditie verkondigden.
In het komende halfjaar is daarop niets gebeurd.
Boosevelt kan veel, maar deze kwestie oplossen
kon hij niet. Misschien wilde hij ook zelf geen
afstand doen van eenige vordering.
Nu moet Engeland zijn keuze doen. Zal het
misschien betalen terwille van de kansen der
conferentie? De conferentie zou dan echter naar
den smaak van vele Engelschen hun land te duur
komen te staan. En als Frankrijk dan ten tweede
male niet betaalt? Bij slot van rekening is Herriot
niet slecht ontvangen te Washington, hoe ver
ontwaardigd men daar ook eerst is geweest over
het niet-betalen van Frankrijk. Het moge dan
waar zijn dat Herriot zelf goeden wil had getoond,
hij vertegenwoordigde te Washington Frankrijk,
en dat had dien wil niet gehonoreerd. Wel heeft
Herriot niet zooals MacDouald op het Witte huis
gelogeerd, maar men kan ook te Washington
dansen al is het niet met de bruid. En de bespaarde
logiespenningen van MacDonald waren tenslotte
vooruit met 29 millioen pond sterling betaald.
Wij weten, zooals gezegd, nog niet wat Engeland
gaat doen, En als Engeland al niet de positie
van Huil ter conferentie pijnlijk maakt dan zullen
toch anderen dat doen, vooraan waarschijnlijk
Frankrijk.
Kan Huil dat zwijgend aanvaarden? Of zal hij
het kunnen volhouden het stelsel te volgen dat
de schulden niet ter conferentie mogen worden
besproken, de betaling zooruin als de niet betaling ?
Deze uitweg, ware geniaal!
Al is de struisvogel geen Anerikaansch stuk
-fauna, Amerika is geen autarkistisch land. Het
weet het goede te waardeeren waar het dit ook
vandaan moet halen.
DE BESTEVARINAS