Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 10 Juni 1933
No. 8223
Dramatische kroniek
Henrik Scholte
V*5f
' - ' - Driemaal goed amusement
|p>e weg van ons toonéel is de laatste jaren langs
zonderlinge eü. gevaarlijke paradoxen gegaan.
Het bescheiden geworden- nageslacht der
tooneelliefhebbers heeft zich langzamerhand al verzoend
met de gedachte, dat de verrassingen plegen te
konten op momenten, dat men ook 'met de beste
wjl van déwereld niet meer van de zonnige weideii
naar:de warme stal /van den winterschouwburg
gedreven wil wórden:' verrassingen, die dan blijk
baar het logische tegenwicht vormen voor de vele
teleurstellingen, welke in het volle seizoen die
premières brachten, waar de schare dan nog
extra gekleed en met blijmoed in het hart naar
optoög; Als een vreemdeling vraagt* waar in ons
land het beste toonéel gespeeld wordt, dan moet
men daarop het antwoord'schuldig blijven. Vraagt
hij echter waanneer, dan antwoorde men hem: in
den zomer en; voor leege zalen- '
?'"""?"? . - - * * '
? . ' ?-..-*
Het toonéel en publiek vertoonen sinds jaar en
dag de onhandige neiging om elkaar mis te loopen
op de ianier van menschen, die het-niet eens zijn
over -hét standbeeld, waaronder men elkaar
rendez-vffus wilde gev«n. Sterker nog: men weet
hoe brave lieden en niet altijd de slechtste acteurs
des zomers plannen hadden om telkens maar weer
in een duinkommetje of Onder drie boompjes
openlucht/voorstellingen te geven. En men kent
(of zoo men 'verstandig was, kon men althans
vermoeden) het stemmingsbeeld van ons klimaat:
twintig menschen onder twintig parapluën, die
kijken hoe een bibberende Romeo een doorregende
Julia kust op een stellagetje van heen en weer
waaiende biezen, matten. Nu er langzamerhand
genoeg geld verloren is in dergelijke pogingen om
aan de zomerslaap van een toch reeds latent
rakende publieke belangstelling tegemoet te ko
men, nu krijgen wij den eenen mooien zomer na den
anderen, en men speelt weer (en speelt goed) in
slecht geventileerde schouwburgen, voor zoover
althans eenige betalende belangstellenden het
doorgaan van zulke voorstellingen veroorlooven,
wat op de Pinksterdagen niet altijd het geval was.
* t
*
Toch kon men, toen tweehonderdduizend Am
sterdammers op hun naakte rug in het zand
lagen, een tooneelagenda in de hoofdstad geaffi
cheerd zien, waarvoor men zijn hoed had afgeno
men, zoo men er in die dagen een droeg. Er zijn,
in het amusementsrepertoire, deze week drie
premières geweest, die onvoorwaardelijk en naar
den-strengsten maatstaf te loven vallen: Pientje
de la Mar in Een Lieveling van het Publiek"
in het Centraal Theater, een keur-ensemble onder
Constant van Kerckhoven met ,,Het Proces van
Vivian Ware en Dolores Divine" in Carréen Cor
Ruys in Felix in zijn vette jaren" in het Rika
Hopper Theater. Ik vrees, dat ik, bij gebrek aan
getuigen, moeilijk de waarheid daarvan zal kunnen
bewijzen en ik weet zelfs niet welke van deze stuk
ken niet reeds bij het verschijnen van dit nummer
gesneefd zijn, faute de spectateurs. Ik weet alleen,
dat ik wel eens drie keer naar een
schouwburggeweest ben om n keer het stuk gespeeld te zien
... .voor een halfvolle eerste rij vrijkaartjes.
Maar voor die voorstelling had ik dan ook gaarne,
als wijlen Jozua, de zou zes maanden terug
gedraaid.
Neem (het Theater Carré, waar verleden jaar,
in de warmte van een Augustusmaand, de beste
operette vermoord is, die ons land in jaren had
kunnen zien: den ,,Vagebond Koning" van
Johan de Meester. Dit keer pleegde men met
behulp van een gesprongen barometer een moord
aanslag, waar het eigenlijke lijk, een duister heer,
die vóór Het Proces van Vivian Ware" vermoord
werd, nog niets bij is. Waarom een zekere Mr.
Vanwijck aldaar vermoord is, doet trouwens ook
minder ter zake. Aan lijken, die zelf niet meer ten
tooneele verschijnen en die al een kwartier voor
achten terechtgesteld zijn, is gewoonlijk in zedelijk
opzicht ook niet veel verloren en het gaat er maar
om hoe hij vermoord is en wie het deed: namelijk
niet die men denkt, of misschien tenslotte die
juist wel.
Dat alles wordt haarfijn uitgeplozen in een
voorstelling, die tot in de perfectie verzorgd werd
door de regie van Constant van Kerckhoven, dien
men eindelijk ook zelf weer eens op het toonéel
7,ag, hoog boven een bouwwerk van juridische
administratie tronend als de wijze rechter. Hij
maakte daarbij, of hoopte aljhans daarbij ge
bruik te maken van een volkstheater als Carré,
waarvan vooral de boveiirangen een onnoemelijk
aantal juryleden zouden kunnen bevatten en hij
.serveerde het geheel op de wijze van de Affaire
Dreyfus": met incidenten in de zaal en op het
toonéel, met de bewogenheid van intrigue, die
dit stuk, oorspronkelijk een radio-hoorspel, met
het onvergetelijke Mary Dugan" gemeen heeft.
Er was, bleek en blond, het nobele offer der ge
rechtigheid in de gedaante van Mien van
Kerckhoven-Kling, die in het zwarte beklaagdenhokje
zat, ten pr.ooi aan het zeer Amerikaansche kruis
verhoor van een loerend-scherpen officier van
justitie van Elias van Praag en gentlemanlike
beschermd door de scherpzinnige vragen en
pleidooien van haren advocaat Johii Gobau.
Scherp en meesterlijk in de fraai geregisseerde
atmosfeer van spanning en waarachtigheid waren
de typen in de get\iigenbaiiken: een oranje-roode
en gevaarlijke madam van Magda Janssens mits
gaders haar venijnige moeder van Sophie de Vries,
die men ook jaren op onze planken gemist heeft.
Marie van Westerhoven maakte een
prachtscènetje voor het Pro Porno-hekje, Dirk Verbeek
putte zich uit in-scherp onderscheiden doublures
en er waren nog f ilmachfcg en fantastisch opgetuig
de sujetten van Sam _fie Vries en Jan Teulings.
Het moge alles in het bekende genre geweest zijn,
te bekend wellicht om na de sensatie voor den
luidspreker thuis nog r eens de sensatie van het
proces op het toonéel téondergaan. Maar het was
niettemin in zijn soort vrijwel volmaakt en zelden
heb ik, op een smoorheeten Juni-avond, zulk zorg
vuldig en begaafd toonéel zien spelen in een decor,
dat met zijn zuilen, bogen en ramen, met den
suggestieven achtergrond van New York toren
hoog daarachter, zooveel waarlijke tooneelspanning
bracht.
Ook de rollen van Fientje de la Mar Een
Lieveling van het Publiek" en van Cor Ruys in
Felix in zijn vette jaren" toonen ongetwijfeld
geen nieuwe kanten, geen eigenlijke openbaringen,
maar zij toonen het krachtige talent van deze
beiden op hun allerbest. Er valt, zoo men niet in
voor het seizoen kwalijke passende bespiegelingen
zou willen vervallen, weinig anders van te zeggen,
dan dat Fientje de la Mar op een ongehoord
virtuoze wijze twee rollen vervult in een stuk,
waarin zelfs haar tooneelechtgenoot dezelfde
persoon niet kan ontdekken en ons zijn vergissing
aannemelijk maakt, terwijl zij bovendien het stuk
opfleurt met een serie liedjes, die een nieuwen
bloeitijd van haar voordrachtkunst schijnen in
te luiden; en dat Cor Ruys, die het midden in het
seizoen nog wel eens wat makkelijk opvat, dit
keer een rol van een dommen baron speelt met
maniertjes, die het zelfs voor zijn geroutineerde
medespelers moeilijk maken om zich goed te hou
den, want iets zoo potsierlijk doms is zelf voor
den aan zulk Ruyselen verslaafden Ruys een top
prestatie geworden, welke voor hen, die er op deri
duur bij bedekte lucht eens naar gaan kijken, nog
wel tweemaal de lengte van de toch reeds zeer
lange première gekregen zal hebben.
In deze zelfde heete Pinksterweek, zong Tauber
in Paganirii" niettemin voor volle zalen. Daaruit
alleen al zou men den moed willen putten om
toch maar aan te raden, deze Nederlandsche
amusementsstukken te gaan zien. waar immers
de vergelijking zoo duidelijk is en dit keer zoo
duidelijk uitvalt in het voordeel van de Neder
landsche acteurs. Want het is nu eenmaal een
ongelukkige paradox, maar daarom is zij niet
minder waar: onze acteurs spelen blijkbaar het
beste tegen de klippen aan en met den tijd tegen;
zich.
Spreektaal
Draait de Heer Frans Coenen in zijn artikel
Het boos begin" in de Groene" van 3 dezer
de zaken niet (bewust ?) om, wanneer hij con
stateert, dat bij de regeering bij de verscherping
van het ambtenarenreglement, de strijd tegen
zedeloosheid en onfatsoen als punt n geldt ?
En vindt de heer Coenen het eigenlijk niet zelf
ook onfatsoenlijk en onzedelijk, wanneer een
ambtenaar en ambtenares in concubinaat samen:
leven, niet om weloverwogen principes, doch
enkel Om der wille van de lieve centjes,' zoodat zij
beiden (vanzelfsprekend zonder kinderen, wier
komst in dit geval een ongeluk zou zijn) een goed.
leventje van een dubbel inkomen hebben, terwijl
er duizenden op de keien staan, wien zij het brooi
uit den mond stooten?
Men kan pro of anti concubinaat zijn; er valt
met menschen, die er serieuze principes in det
opzicht op na houden, over te praten. Niet
echter met menschen, wier principe bepaald wordt.
door de centjes. Menig hunner zou waarschijnlijk
vroeger hebben neergezien op hen, die zoo maar
met elkaar leven".
Ik vrees dat de heer Coenen verzuimd
heeftook die zijde van de medaille te bezien, toen hij
zijii sarcasmen schreef. H. SCHOTEL Jr.
Tentoonstellingen
Kunstzaal Van Lier, Amsterdam. Oude kunst.
uit Afrika. Tot 15 Juni.
Kunsthandel de Boer, Amsterdam. Oude Kunst.
Tot 15 Juni.
Kunstzalen Vecht Amsterdam. Werken door
Gonda Wulfse. Tot 16 Juni.
Kunsthandel Aalderink, Amsterdam. Schilde
rijen van Harrie Kuyten. Tot 17 Juni.
Kunsthandel J. H. de Bois, Haarlem.
Teekeningen en grafica door Jeanne Bieruma Oosting..
Tot 20 Juni.
Kunstzaal Van Lier te Amsterdam. Schilderijen
van S. C, Houtman. Tot 30 Juni.
Vereeniging Voor de kunst" te Utrecht. Re
clameplaten van Cassandre, Carlu en Colin. Tot
2 Juli,
Baarnsch Lyceum, Baarn. Graphisch werk en
teekeningen van Debora G. Druyvis. Tot 2 Juli.
Ned. Herv. Kerk te Blaricum. Teekeningen van_
Theo Lohman. Tot 2 Juli.
WAGNERVEREENIGING
13 en 14 Juni des avonds 8 uur
STADSSCHOUWBURG TE AMSTERDAM
H A L E W IJ N
VAN WILLEM PIJPER
Kaartverkoop aan den Stadsschouwburg