Historisch Archief 1877-1940
l
No. 2923
De Groene Am sterdam nver van 10 Juni 1933
f luchtfoto fwentsch industriegebied
(K,L.M.-foto)
Duizenden spillen in de spinnerijen draaien
niet, in de enorme zalen van de groote weverijen,
waar in lange rijen duizenden weefgetouwen zijn
opgesteld, staan vaak twee derde van de touwen
stil en in de gedeelten waar alles nog draait en
ratelt en de spoel als een nijdig projectiel tusschen
de kettingdraden heen en weer wordt gesmeten,
wordt men getroffen door de bedrukte, ernstige
gezichten.
Het nare bij dit alles is, dat er eigenlijk niet zoo
heel veel hoop is, dat voor deze groote export
ondernemingen de zaak weer op zijn pootjes terecht
komt. Er zijn allerlei omstandigheden die samen
werken in ongunstigen zin. Als zoodanig noemen wij
verhooging van invoerrechten of invoering van
preferentieele rechten; invoerverboden; koers
fluctuaties en plotselinge .staking van betalin
gen tengevolge van financieele moeilijkheden der
afnemers; depreciatie van buitenlandsche betaal
middelen. Zoo werd in Britsch-Indiëhet invoer
recht in enkele jaren tijds van 15 tot 50 procent
verhoogd, ook in Cuba, Zanzibar, Oost-Afrika,
Zuid-Amerika, Turkije, Egypte, Noorwegen en
last not least Engeland werden in de allerlaatste
jaren haast niet te overwinnen tarief barrières
opgericht.
De daling in waarde van het Engelsche pond,
gevolgd door inflatie in de Dominions, het los
laten van den gouden standaard in Scandinavi
en Denemarken en andere landen was een nieuwe
slag. Niet alleen dat meer dan 25 pCt. der waarde
verloren ging op alle uitstaande orders en vorde
ringen, maar de concurrentie door allerlei landen
werd met n slag veel dreigender.
B <
'f
Moeilijkheden en achteruitgang
der Twentsche Textielnijverheid
K. W. L. Bezemer
Ken serie interviews
Er is gedurende de afgeloopen maanden menig
artikel verschenen in tijdschrift en dagblad
dat aandacht vraagt voor de enorme moeilijk
heden, waarmede de Twentsche textielnijverheid
thans kampt; moeilijkheden, die nog dagelijks
toenemen en waarbij een aantal factoren in het
spel zijn, welke later uitvoerig in beschouwing
zullen worden genomen. De redactie van dit
weekblad heeft n.l. gemeend eenige artikelen te
moeten wijden aan het Twentsche probleem.
Daartoe zou op de plaats zelf contact moeten
worden gezocht; naast interviews zouden eigen
waarnemingen en bevindingen eenig idee vermogen
te geven van den toestand en van den omvang
der verliezen. Zoo werd dan een bezoek aan Twente
gebracht, dat in staat stelde fabrieken te bezich;
tigen en uitvoerig van gedachten te wisselen met
enkele personen, die een vooraanstaande plaats in de
Twentsche katoennijverheid innemen. Het waren
de volgende heeren:
H. Ledeboer, firmant in de fa. van Heek en Co. en
voorzitter van de fabrikantenvereeniging te En
schedé; E. van Heek, directeur van de N.V.
Boekelosche Stoombleekerij; J. H. van Heek, firmant
in de fa. G. J. van Heek en Zn. te Bigtersbeek;
Joan Gelderman van de fa. Gelderman en Zoon te
Oldenzaal, Hd van de Eerste Kamer en G. van
der Muelen, directeur van de Koninklijke Stoom
weverij te Almelo.
Alvorens de gesprekken met deze leiders uit
de textiel weer te geven, lijkt het noodzakelijk
enkele algemeen oriënteerende opmerkingen te
maken.
De Twentsche textielnijverheid is niet over de
geheele linie even zwaar getroffen. Het zijn
vooral die bedrijven, welke vrijwel uitsluitend
voor export werken, die thans de meeste veeren
moeten laten. De industrie in kwestie bestaat uit
een vrij groot aantal kleinere bedrijven, in hoofd
zaak voor de binnenlandsche markt werkend en
een beperkt aantal groote fabrieken, die (vóór
de tegenwoordige inzinking) laat ons ruwweg
schatten 20 procent in het binnenland afzetten
en 80 procent uitvoerden. Maar het waren juist
deze exportbedrijven, dig, naar importantie en
grootte meer dan de helft van de textielbelangen
vertegenwoordigden en daarom bloedt nu de
uitvoer vrijwel geheel is Afgeknepen deze in
dustrie zoo bijzonder zWaar.
* ?]*
De teruggang heeft wel Bi een ongehoord tempo
plaats gevonden, zooals' enkele cijfers treffend
illustreeren. De uitvoer <Van katoenen manu
facturen (dekens inbegrejjen) bedroeg in 1929,
39 millioen kilogram ter waarde van 109 millioen
gulden. In 1931 werd er;uitgevoerd 25 millioen
kilogram voor een waarde? van 52 millioen gulden
en in 1932 waren deze cijfers al teruggeloopen tot
12 millioen kilogram, mét een waarde van 24
millioen gulden. Met zulke getallen voor oogen
(en de eerste vijf maanden van 1933 geven nog
ongunstiger cijfers) begrijpy men hoe de algemeene
indruk moet zijn van iemand, die eenige dagen in
de omgeving van de Twentsche exportindustrie
is rondgegaan. Allerberoerdst" en
allerellendigst" waren de adjectieven, waarmede de onder
vraagden als bij afspraak, zoo opvallend eenstem
mig, de situatie karakteriseerden en al houdt men
rekening met de omstandigheid, dat betrokkenen
den toestand door een zér donkere bril bezien, toch
kan men eigenlijk wel van een breakdown spreken,
waarvan zelfs een buitenstaander de kenteekenen
als het ware aanvoelt."
Een stralende Juni-zon stond boven het prach
tige Twentsche landschap; verrukkelijke weiden
met vroolijke, bonte bloemen; statige boomgroepen,
die nog teer en maagdelijk groen waren, zoodat
het licht er wazig en als--gezeefd door viel;
lentejubel van tientallen vogelsoorten, de geheele
sfeer had iets van lachende overdaad en stralende
blijheid. En te schriller was de tegenstelling
daarom met de somber-gelaten stemming van eeni
ge duizenden voor wie de toekomst zich steeds
minder hoopvqJJaat aanzien. Honderden mannen
en vrouwen zijn reeds ontslagen en velen staat
zeer binnenkort hetzelfderlot te wachten. Er wordt
om algeheel ontslag van nog meer personen te
voorkomen reeds minder uren gewerkt en in tal
rijke gevallen komt het voor, dat zij die nog in
dienst zijn, van twee weken slechts een week
arbeiden.
De meest fnuikende factor is tenslotte echter
geweest de enorme ontwikkeling van de Japansche
textielindustrie, die met ongekend lage prijzen
Twente vrijwel geheel van een van zijn voornaam
ste afzetmarkten, Nederlandsen- Indië, verdrongen
heeft. Ook dit verdringen vond in enkele jaren
tijds plaats. In 1913 kwam Japan als
textielleverancier aan Nederlandsch-Indiëvoor met
een bedrag van ongeveer 1/4 procent van de
totale waarde van textielinvoer. In 1920 is Japan
reeds met reuzesprongen vooruitgegaan en heeft
het zijn percentage tot 24 procent opgevoerd.
Tot 1929 bleef de toestand in groote trekken
voor de drie voornaamste importeerende landen,
Nederland (Twente), Engeland en Japan,
stationnair d.w.z. er hadden wel verschuivingen plaats
gehad in den aard van de geleverde goederen, omdat
elk der genoemde landen als het ware zijn speciale
product had voor de Indische markt, maar de
onderlinge verhouding na.ar de waarde schom
melde niet sterk.
Japan leverde vooral de goedkoopere ruwe en
gestreepte goederen, Europa de betere gebleekte
en kwaliteitsproducten. Engeland was daarbij in
de eerste plaats leverancier van shirtings, witte
drills en fancy-goederen, terwijl Twente de markt
beheerschte in het zeer belangrijke artikel de
cambrics", de grondstof voor de batikindustrie.
In een drie of vier jaren is de geheele situatie
echter totaal gewijzigd. Naar de waarde van den
invoer hadden in 1928 Holland, Engeland en
Japan ieder een percentage van ± 27 pCt. (andere
landen de rest), in 1929 waren deze cijfers resp.
28 pCt., 24 pCt. en 31 pCt., in 1930: 29 pCt,
20 pCt. en 36 pCt., in 1931: 28 pCt., 11 pCt. en
48 pCt., in 1932: 20 pCt., 11 pCt. en 60 pCt.
Japan heeft nu ook Twente met gebleekte
stoffen niet alleen overvleugeld, maar zelfs vrijwel
geheel verdrongen; de cijfers van 1933 zijn nog
slechter wat Twente betreft, daar in de zoo be
langrijke behoefte van Indiëaan cambrics thans
ongeveer geheel door Japan wordt voorzien. En
hetzelfde wat hier van cambrics gezegd is, geldt
voor verscheidene andere manufacturen, zooals
geverfde en gedrukte stoffen en sarongs.
Of men ooit tegen Japan op zal kunnen, welke
bijzondere maatregelen wellicht nog verbetering
kunnen brengen, zal in de volgende artikelen aan
de hand van hetgeen de Twentsche leiders hier
over mededeelden, besproken worden.
:N WUNHANDELAAR
EN IN UW RESTAURANT:
CHAMPAGNE KRUG&CO
REIMS i
IN KWALITEIT AAN DE SPITS!
'T