De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 17 juni pagina 10

17 juni 1933 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

'. -*SrP*l$k. \ u . b t tt [t: ? P1," L J, >»tir-' Slt 4 bc pi h IN mijn stad waar het ,,jaarfeest" de condensatie is van al wat wij drie honderd vijf en vijftig dagen van het jaar missen moeten aan goede gaven der lichtst-voetige muzen, staat de kermis als een roode vlag in den wind boven het grijs van torens en huizen, in het groen van weilanden en boerenhoeven rondom. De tyd is voorbij dat Bijke Joost met Weintje Floris en Kees Koenen met Maaike Goverts zich vermaakten met natuurkundige rariteiten; als daar waren een OosterschéSchiltvis, wier weerga nooit in de Nederlanden is geweest of een wonderbare Strochius de Wijtkoetsie, het zelve kan 30 a -10 uren op een dag loopen, heeft 2 vleugels en 2 monden, is 8 voeten hoog en 14 lang en 6 jaar en 9 maanden oud, welk dier te zien is op de '\7isehmarkt in de Blauwe Tent. Nooit zal de tijd weerkomen dat Lijsbet en Zwaantje, in kap en jak en weitsche mouwen, (die tweepaar uuren dansten en zonder te bezwijken!) zich, in de Nieuwe Tent bij de Koornbeurs, vergaapten aan een juffrouw, zijnde gebooren zonder armen of handen, neer schoon van aangezicht, alles na proportie, dewelke alle wonderwerken met haar linkervoet komt te doen, schrijft verscheiden taaien, versnijd pennen, borduurt met de naald, spint: vlas, doet de pistool laden en afschieten, tekent met de pen, komt zich zelfs met de ornamenten der dames te kleden. En waar is de tijd gebleven dat we in de Courant konden lezen: Wordt bekend gemaakt, dat alhier is aangekomen een klein Aardmannetje, oud 52 jaren, hoc^ IS duim, welschapen van lijf en leden. Nog is hierbij te zien een Ne d er land sc h Mij lust het jaarfeest van de buurt eens af te [maaien, De dartelheden van de landjeugd op te haaien kluin vrouwtje, zij is oud 32 jaar, groot 21/2 voet, zij danst llongaarsch, Duitsch en Hollandsch. De eerste plaats is 6, de tweede 2 stuivers. De vertoonplaats is in de Nieuwe Tent bij de Koornbeurs." *) Er zijn nog tenten met prachtig-geschilderde tafreelen aan den linnen voorgevel, waartegen boniseurs de / verleidelijkste vormen hunner wonderlijke welsprekendheid / aanwenden om het geacht publiek te overtuigen van / do gracielijke danskunst van de strooblonde Miss Amelia, ? die in onbewogen schoonheid staat tusschen het los bandige hoempa-muKiekje en de beide krachtinenschen, die zoo dadelijk hunne halsbrekende rijwiel-evolutiën aan den loodrechten wand" zullen ten beste geven voor een publiek dat bereids weer naar bier en gerookte paling snakt. Ze zijn er nog: de werptenten waar ge een wekker en een haarkam, een glazen koekjesbak met nikkelen hangsel en het pleister afgietsel van het marmeren lezende-meisje (hetwelk den salon van uw schoonmama zoo iets artistieks geeft) hadt kunnen winnen, ware daar niet dat ne kleine puntje" dat uw spanen ring ver hinderde plat te liggen. Ze zijn er nog professor Mullens' alwetende en langzamerhand onsmakelijkbejaarde dochter, de oliebollenkraam van de Vries met 't goudblonde elfje, dat zich zelve schoon als de roze-vingerige dageraad waant, Jacob en Willem Stuvé(?hoedt u voor gekochte namen !"), de vlooien, de marmotten, de witte muizen en ratten, de aapjes van zij op de nougatpakketjes, de hoofden van Jut, de vischcolleges, de schiettent, het leelijke wijf, dat u de toekomst leest uit de hand, de roode pepermuntstokken. Maar dit alles is voor diegenen, dewelke door de aardige vrouw van den candidaat-notaris (van zich zelf een meisje G eraedts van Terborgh) collectief de mindere man" worden geheeten. De kermis moge al eenigen nivelleerend-democratiseerenden invloed doen gelden kocht de apotheker, wiens broer officier van justitie is niet eigenhandig gerookte waar aan een der palingstellen" ??x-»*Jlf /*5K*1*t»'J toch teekent ook hier het onderscheid der standen zich af in de lachspie gels dezer bonte

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl