De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 17 juni pagina 16

17 juni 1933 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 17 Juni 1933 No. 2924 Zomertentoonstelling A. E. van den Tol Van de vereenlging voor beeldende kunstenaren Caren-Blaricum" Het zomerBch dans-bedrijf in Hamdorff's danstuin is sinds eenige dagen weer volop aan den gang en tegelijk met dien danstuin gingen ook de deuren weer open van de groote, jaarlijksche zomér-tentoonstelling van de Ver. v. Beeldende Kunstenaren Laren-Blaricum". De danstuin her rijst telken jaar tegen het wanne seizoen als een Phoenix uit zijn asch, met een altijd weer, met behulp der schilders, nieuw-gekleurd gevederte (ditmaal is het van Japansch karakter); de bijbehoorende tentoonstelling heeft daarentegen met genoemden vogel nooit zoo hél veel van doen. Vuur, asch en herrijzenis toch zijn dingen waaraan men bij het beschouwen van wat hier gemeenlijk ten toon hangt, niet licht te denken komt. Van fgroote innerlijke worstelingen, met hun nederlagen, overwinningen, of zelfs van algeheele uiterlijke vernieuwingen, is hier weinig sprake. Maar zooals in de litteratuur naast de groote lyriek, epiek en dramatiek, het zuiver gezongen lied en het melodieuze liedje hun plaats hebben, zoo blijft ook in de schilderkunst het aangenaam gepenseelde doekje, dat de oogen streelt, zonder den geest diep te ontroeren, waarde behouden. Men zou, de vergelijking met de liedjes nog iets verder doortrekkend, kunnen opmerken, dat velen van hen die dergelijke liederen en liedjes zingen (hier dus: schilderen !), om een woord van Hildebrand aan te halen, met een weinig meer talent misschien, en met een weinig minder talent, zeer zeker gelukkig zouden zijn; en ook, dat de oudste liedjes, 'op het genre waarvan men door blijft gaan, dikwijls de beste zijn en blijven. Intusschen valt er dit jaar op deze Larensche tentoonstelling (die over 't algemeen wel eens saaier en minder goed gehangen is geweest) te wijzen op enkele kleinere variaties" in het werk van oude Larensche bekenden en op werk van in dit milieu nieuwe figuren. Die veranderingen, die nog geen vernieuwingen" zijn, bestaan eenerzijds in een lichte nieuw-zakelijke Hauch, waardoor enkele werden aangestoken, anderzijds in een tegenovergestelde beweging der schilderende hand (een beweging des geestes mag het niet heeten), die men een vleugje verlaat" impressionisme zou kunnen noemen. Het eerste ontwaart men b.v. in werk van Jaap Dooijewaard en H. A. Dievenbach, die ieder onder anderen met een stilleven uitkomen; beide stillevens, in pendant stelling gehangen, zijn geschilderd met een concentratie en afgereageerdheid, die niet zoozeer een innerlijke overwinning, maar meer een nu maar weer eens déze (?objectieve") manier" verraden. Schulman, wiens liederen van het Gooische sneeuw landschap men altijd gaarne hoort, zong dit keer zijn Landschap in Blaricum" iet of wat impressionistischer dan men van hem gewend is, zonder dat dit den indruk schaadt of bevordert. Frans Langeveld's Damrak en Jodenhouttuinen maken even eens den indruk vlugger gedaan te zijn dan hij gewoonlijk werkt; wat bij hem wel eenige schade beteekent: het komt de levendigheid, het aangenaam-vitale, dat men in zijn vroeger werk waar deerde, niet ten goede; integendeel. Zijn vrouw, Mevr. Langeveld?Dubourq. toont daarentegen in haar Tulpen wél vooruitgang. Van de overige dames-inzendsters noem ik nog Mevr. Meelesvan Groningen wier Etende Poes een vlotte olieverf-schets is waarin de beweging knap werd vastgelegd. Brender a Brandis wiens Stilleven met boeken echter niet uitkomt boven zijn stillevens, die hij op een aparte tentoonstelling in deze zelfde zalen onlangs deed zien. ? » ? Van de meer dan zestig inzenders releveer ik ten slotte nog A. R. Mauve, de ,,zee-schilder", die hier een zeer goed specimen van zijn werk exposeert; Knip, met een zuiver en evenwichtig, groot stadsgezicht Lier"; Co Breman met een zonnigen" Harderwijksche Vischpoort; hij kwam daarin iets losser van het zoovele jaren door hem trouw gevolgde pointillistische procédé; zijn Bergkerk met sneeuw" op de afdeeling Grafiek doet ons wederom met vreugde terug denken aan de collectie teekeningen die hij eenigen tijd geleden bij Eisenlöffel exposeerde. Van de nieuwere leden noem ik Jelle Troelstra wiens olieverfdoek Stilleven met witte schaal" als kleurcompositie meer te prijzen valt, dan zijn geteekend portret van dr. Wibaut als psycholo gische uitbeelding. Ed. Gerdes heeft, zoowel blijkens zijn schilderij van het Prostetantsche kerkinterieur te Blaricum, als blijkens zijn teekening Het Doopvont, dit soort interieurs even hardvochtig en nuchter aangekeken en.... ge schilderd als destijds zijn Kok (hing hij niet op St. Lucas?), en deed daarmede dit soort Kerksche milieu minder onrecht dan de keukensfeer, waarin de goede schoonheden der aarde niét met eigengereiden geest omgaan worden of vermoord. Toon de Jong, die altijd; in het Larensche een der sterkste, eerlijkste en mannelijkste talenten was, steekt met zijn teekeningen Het Schouwende Land en de Pont, evenals met zijn etsZierikzee vér uit boven het middelmatige, dat als geheel, ook nu weer deze expositie kenmerkt; er is in zijn werk een element van grootheid, het blijft ook groeien... . beide zaken die hier overigens uitzondering zijn! l* a S t HET SCHITTEREND GESCHENK voor Verjaardagen, Verlovingen, Huwelijken, Jubilee. Prijzen vanaf ?9.TE AMSTERDAM, UITSLUITEND BIJ HIRSCH & C_ N.V. AMST. BOEK- EN STEENDRUKKERIJ V'H ELLERMAN, HARMS&Co. WARMOESSTRAAT 147-151 - AMSTERDAM - TELEFOON 41701 EN 40396 Speciaal ingericht voor het drukken van Boek- en Plaatwerken in groote of kleine oplagen Onze groote Monotype-lnstallatie maakt het mogelijk boekwerken in ko.rten tijd geheel in proef te geven. Groote keuze van Lettersoorten. Prima afwerking - Proefpagina's en prijsopgave ten dienste l Juli aanstaande begint het tweede halfjaar van 1933. Dit is een datum om een abonnement op DE GROENE AMSTERDAMMER" te nemen. = Vul daartoe den bon op pagina 3 van het omslag in. rtjt n:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl