De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 17 juni pagina 17

17 juni 1933 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Verzamelaars van tinnen soldaatjes ^ 14 De industrie van de tinnen sol daatjes heeft te Neurenberg haar oorsprong genomen. Na den oorlog is men er op groote schaal in Frankrijk mee begonnen en het genootschap der verzamelaars van die soldaatjes is er enkele jaren geleden opgericht. Het is een internationaal verbond, dat zijn takken voornamelijk in Nederland, Engeland, Belgiëen Duitschland heelt. Uit den aard van de zaak is het ledental beperkt, want daarvan deel uit te maken onderstelt een bizondere belangstel ling en verder de mogelijkheden om deze uit te voeren. Want het wordt al gauw een passie zooals het ver zamelen van wat ook, schilderijen of lucifersmerken, muziekinstrumen ten of Ja:ansche platen. Br gaat veel tijd en geld in zitten en van net een komt men tot het ander. Het vordert nauwlettende studie en door middel van een blaadje blijven de leden van het genootschap met elkaar in verbinding. Een levendige briefwisseling is daarvan het gevolg, net als bij de kinderen, die Verkadeplaatjes uitwisselen. Met deze collectionneerwoede is men eigenlijk nooit uitgepraat. De mogelijkheden, die de geschiedenis biedt, zijn eindeloos. Uit het inter nationale karakter volgt al, dat men zich niet tot dit of dat land beperkt. De heer Oh. B". Keiler, de nieuwe voor zitter, heeft me daar geest driftig van verteld. Hij drijft in heel andere zaken handel, maar de tuinen soldaat is zijn violon d'Ingres en zoo zijn de anderen. Met nadruk zei hij: wij zijn geen militaristen en ten bewijze ging hij de leden lijst na. Hij kent bijkans allen persoonlijk en weet, wat ze in het leven doen. Het zijn vogels van diverse pluimage en maar voor een heel gering percentage officier of gepensionneerd militair. Sterker! ' Léon Bluni, de socialistische leider en overtuigd antimilitarist, deelt dien lust en van overheidswege hebben zij nooit aanmoediging gekregen. ,, Of.... dit is niet meer heelemaal juist. Toen ik bij hem was werd de heer Keiler opgebeld door generaal Mariaux, gouverneur van het Huis der Invalieden, of hij van de collecties een tentoonstelling in het Museum van het leger H. van Loon zou willen maken. De voorzitter stak beide armen in de lucht van blijdschap. De leden vergenoegen zich niet met een copie, angstvallig getrouw, van uniformen. Deze en hun dragers worden in de passende omgevingen gezet. En deze omgevingen hebben noch uitsluitend op den oorlog noch op het verleden betrekking. Diorama's, die op een jaarlijksche tentoonstelling van het genootschap te prijk hebben gestaan, toonen de verrassing van Gent in 1745, een palenstad in het Vierwoudstedenmeer. een episode van den slag aan de Marne en matrozen. En een Nederlander, de heer H. J. Wijsman, in den Haag. lid van het genootschap en correspondeerend lid van de militaire vereeniging Passepoil, heeft een indrukwekkend diorama gemaakt van een gedroomden wapenschouw, dien Napoleon, onder den Are de Triomphe, door zijn staf omringd, het groote leger afneemt. En zulke actieve leden telt het meer in ons land. Generaal Hoefer, direc teur van het oorlogsmuseum, is ties vertoond worden en op het oogenblik is men doende, liet contin gent Hollandsche soldaten van vroe ger uit te breiden. Met alle leden worden kameraadschappelijke verbindingen onderhou den. In Duitschland wonen er een tiental en daar verschijnen twee bladen, die de voorzitter bijhoudt. Het spreekt van zelf, dat de Duitsche vereeniging veel meer leden rijk is en dat de soldaatjes niet voor kin deren bestemd zijn. Men heeft meenen op te merken, dat, sinds den oorlog, die doozen . in de winkels minder gevraagd wor den. Daaruit is afgeleid, dat de jeugd zich meer en meer van die ..milita ristische sport" afwendt. Er is alles voor, deze neiging bij onze jongens aan te wakkeren. Vooral in een land, dat zwa,ar onder den oorlog geleden heeft, is het te begrijpen, dat de ouders de aandacht van de kinderen op andere dingen richten. Men moet volwassen zijn om voor De levende menschen zouden hen dermate teleurgesteld hebben, dat zij zich liever naar de levenlooze keeren. Ook met die onderstelling zou men op den verkeerden weg zijn. Wat ik van die heeren zag en hoorde is een-en-al levenslust en razende activi teit. Er zijn er, die er eigenlijk heel den dag mee bezig zijn. Een bankier moet een kluis met die figuurtjes vol hebben, maar dat is een geheim. En het is grappig op te merken, dat deze liefhebberij de zeden verzacht. In deze vereeniging heerscht een roerende eensgezindheid, die onder andere aan de gemeenschappelijke eetpartijen blijkt. U moet vooral niet denken, dat het allemaal rijkaards zijn. Alle lagen van de samenleving, om zoo te zeggen, zijn vertegenwoordigd. En de stichting van een uitsluitend aan deze soldaatjes gewijd museum wordt overwogen. Ze zijn van tin, niet van lood en soms van aluminium en terra cotta. De vroegere looden soldaatjes waren bol of massief, deze zijn plat en fijn. De aanmaak is duur en een werk van uiterste nauwkeurigheid. Ze wor den geteekend, gesneden, gekleurd de tinnen soldaten verzameling den eerelid. Niet lang geleden is de l rechten zin te krijgenvoorzitter van het verbond bij hem i Lieden met philosophische aanleg ___ _._ , 0 _ , 0 op bezoek geweest. In het museum ^kunnen daaruit tot een zekere levens- en sommige soorten kunnen bewede'Doorwerth kan iets van die collec- ^moeheid bij de verzamelaars besluiten, 'gen. De beste schilder-teekenaars zijn Rousselot, Burkhalter en Gaucher, maar het komt ook voor, dat leden zelf van die poppetjes maken. Verschil lende technieken worden daar bij toegepast. Na de taak van den graveur en het ont werp op papier moet naar het negatief een vorm ge maakt worden. In Frankrijk bedient men zich daartoe van brons, dat duur is maar om /.oo te zeggen on verslij tbaar De Duitschers stellen zich daartoe met lei tevreden. Het kleuren is een delicaat werk. De belangrijkste perioden, zijn de liomeinsche tijd, die van den honderdjarigen oorlog, van Lodewijk XIII. XIV en XV, het keizerrijk, Louis Philippe en Napoleon. Niet alle voorstellingen dragen een militair karakter. Er zijn twee tafereelen uit den tijd van Nero en een parelvisscherij bij Tahiti. Kn de Assyrische en Egyp tische tijd zijn evenmin ver geten als de brand van Moskou in 1812. t V

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl