De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 17 juni pagina 4

17 juni 1933 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 17 Juni 1933 N o. 2024 De transfer-dub Melis Stoke Teekeningen r. V n?- r feWe hebben allemaal van diezelfde lastige crediteuren Hierbij heb ik het genoegen U kennis te geven van de oprichting van onze transfer-club. De verzoeken om te mogen toetreden zijn zoo talrijk dat wij niet slechts het voornemen hebben opge geven om advertenties te plaatsen als: Transfer-Club kan nog eenige heeren en dames van goeden huize opnemen. Brieven onder letter 000 aan het bureau van dit blad.... ... .maar dat wij zelfs besloten hebben voorloopig geen leden meer aan te nemen. Dit neemt echter niet weg dat we er prijs op stellen eenige mededeelingen omtrent ons clubje te doen. Het denkbeeld werd geboren bij eenige kennissen, die uit de dagbladpers kennis hadden genomen van de wijze waarop Duitschland zijn lastige crediteuren kwijt raakt. We hebben allemaal van die crediteuren en we dachten dat alle mogelijke middelen om ze aan het fijntje te houden en om den tuin te leiden al bekend waren uit het politieblad en de rubriek Gemengde Berichten. Plotseling bleek ons dat er een heel nieuwe methode bestaat. Men bedenkt een geleerd woord en biedt dat de wereld met een omhaal van woorden aan. En het merkwaardige is dat niemand er voor Tiit wil komen dat hij dat woord nog nooit gehoord had. TJit valsche schaamte weigeren ze de schouders op te halen en het gevolg is dat ze in plaats van op"de. deur te bonzen, goedig gaan meepraten. Dit is de grondslag geweest van de gedachten die geleid hebben tot de oprichting van ons Transfer-Clubje. * * * En nu wat de reglementen betreft. Ieder lid verbindt zich zooveel mogelijk te trunsfereeren. We transfereeren den bakker en (Jen groentenboer, den huisschilder en den huisWaar heb jij die beeldige jurk getransfereerd ? heer. We transfereeren waar we maar gelegenheid tot transfereeren krijgen. In de spreektaal van onze leden onderling heeft het woord ingang gevonden. Gunst, zegt een van de vrouwelijke leden.... waar heb jij die beeldige zomerjurk vandaan getransfereerd.... ? En dan komt prompt het antwoord: Ik transfereer al jaren bij Maison Beer. Allicht zegt mevrouw dinges dan weer dat ze daar toch ook eens zal gaan transfereeren. Juist dezer dagen hadden we een van onze genoegelijke transfer-dinertjes in het Palace B estaurant. De eigenaar is dolgelukkig dat hij onze clandisie heeft en de rekening, inclusief wijnen en fooi plus de taxis die ons moesten halen en brengen, werd getransfereerd. Onderling transfereeren door leden is natuurlijk streng verboden. Men is clubgenooten of men is het niet. Daar zijn we het allemaal over eens. En er zijn dingen die naar buiten veroorloofd zijn maar die men elkaar als leden van eenzelfde vereeniging natuurlijk niet aandoet. De eenige moeilijkheid die onze transfer-club tot nog toe ondervindt ligt bij de domme menschen die het woord niet begrijpen. Er zijn nog altijd organisaties en producenten die niet mee kunnen met hun tijd. Zoo hebben de spoorwegen ons onlangs een gezelschapsbiljet onder transfer-condities naar het Geuldal geweigerd. We zijn nu van plan Professor Bruins uit te noodigen om die menschen een beetje bij te werken. Men zou anders het slachtoffer worden van de Economische" achterlijkheid economische achterlijkheid van zijnjeigen landgenooten. Bovendien hebben wij het plan om een z.g. zwarte lijst aan te leggen van alle inrichtingen enz. die weigeren ons onder transfermoratoriumcondities aan het noodige te helpen. Ongetwijfeld zal ons voorbeeld een wenk voor duizenden zijn om zich eveneens op transfer-basis te organiseeren. Het zit nu eenmaal in de lucht. En dan zal het oogenblik gekomen zijn om een orgaan te stichten van de algemeene transferbeweging waarin we onze belangen kunnen beplei ten. II kunt zich voorstellen hoe blij we zijn met ons initiatief. Geldzorgen hebben we niet meer sinds we de lidmaatschapskaart in den zak hebben. Nog zeggen wij elkander de fiere woorden na waarmee onze president de club heeft toegesproken. Door eigen kracht, zeide hij, toonen wij de wereld waartoe we niet'in staat zijn. Onze portemonnaies zijn leeg en ze behoeven dringend aan vulling. Welnu, dan betalen we niets meer en helpen onze crediteuren zoo diep in de soep dat we ze voor een schijntje kwijtraken. Het nieuwe leven dat in ons ontwaakt is en het besef dat we jarenlang gekweld zijn door rekeningenloopers sterken ons tegen de campagne van haat en laster die door minderwaardige en op geld beluste lieden tegen ons wordt gevoerd.. . . enz. enz." Zooals ik u zeide is er momenteel in de club geen plaats meer vanwege den enormen toeloop. Maar bewijzen van sympathie met ons doel worden gaarne ingewacht onder letter 000 bij het bureau van dit blad. Ze worden'dan op de lijst der candidaat-leden geplaatst. Boekbespreking Het is verboden. Door ./. Onslee en Nico Slob. N.V. Em. Querido's TJitq. Mij. Amster dam. 1933. Ziet hier de Nederlandsche Fabian, niet zóó rauwerotisch, maar wél zoo verschrikkelijk. Wél zulk een kern van stinkende, tot stikkens-toe benau wende ellende van een die tot werkloosheid ge doemd is, in een omhulsel van pijnlijk-humoristisch" cynisme. De regels-van-den-weg in de. letterkunde hebben mij nooit rbijzonder veel belang Inge boezemd en ik weet niet of epigonisme eigen lijk wel mag, of 't het is verboden" staat op de smalle wegen die evenwijdig loopen met die, waar langs Kastner, Fallada, Irmgard Klun reeds voor bij gegaan zijn, maar ik ben den schrijvers van dit boek dankbaar dat.zij dan dit bordje hebben ge negeerd. Hadden zij geaarzeld en zouden zij dezen weg op Nederlandsch grondgebied niet gebaand hebben, een zér schoon, een ontroerendTen aan grijpend boek hadde het licht der^openbaarheid niet aanschouwd. Frederik Kaayman is de Hollandsche Fabian en J. Onslee en Nico Slob zijn zijn Nederlandsche ? nu ja vaders. Frederik Kaayman is een treu rige figuur. Hij weet zelf niet goed hoe treurig hij is, hoe ellendig zijn leven is, hoe ellendig'het leven van alle Frederiks Kaayman is, die als zieke dieren van goed ras, maar zér schurftig van den eenen vuilnisbak naar den anderen sluipen, om hun kopte steken inden rottendenafval van'hen, die Frederik Kaayman eiken dag ontmoeten, doch hem niet zien. De roman van dezen tijd (welk een afgezaagd pleonasme) lost geen problemen op, zij steU ze. Constateert, en zegt: deze Frederik Kaayman is een arme donder uit een goed nest; hij is beter dan wie het leven de baas waren, maar hij is werkloos en hij blijft werkloos en hij is gedoemd ten onder te gaan, om weg te zinken in de cloaken van de maatschappij, die hem fel en doodelijk gewond heeft. En weet ge: de menschen trekken zich niets van deze duizenden Frederiks aan, zoolang zij hun honger als een man dragen, zoolang zij hun ne paar schoenen kapot loopen langs de scherpe ran den van dit welgevallig leven, maar als de leegheid van hun maag hen zóó misselijk maakt dat zij spuwen gaan op de pas geharkte paadjes van onze voortuintjes, als hun voeten zóó gaan bloeden dat ze onze wel-verzorgde trottoirs gaan bevuilen, als de Frederiks Kaayman zóó duizelig worden van het werkloos-zijn, dat ze de bordjes ..Het is ver boden" niet meer zien, dan zeggen de menschen: Kijk is, daar heb je dien jongen van Kaayman. AVij hebben hem rustig zijn gang laten gaan, maar nu wordt-ie heusch een beetje onsmakelijk. Agent, sluit 'm in het cachot". Dit boek is niet revolutionnair, het wil allén maar vaststellen en het leven van duizenden-van ons fotografeeren en in onze huiskamers aan den wand hangen tusschen de portretten van groot vader en grootmoeder. Ik geef toe, dat het onbeleefd is en dat de heeren Slob en Onslee geen manieren kennen, maar hun portret van den verdoemden heer Kaayman is levendiger dan dat van de grootouders. Het is jammer dat rst Fabian zijn dood in de rivier moest vinden, voordat Frederik de ruiten van het politiebureau verbrijzelde met een leeg cigarettendoosje, maar overigens: laten wij geluk kig er mee zijn dat Nederland zulk een boek heeft kunnen voortbrengen. En vergeven wij het den schrijvers dat zij een kinderachtig spelletje spelen met hun identiteit, die ons allerminst interesseert. Een zóó uitstekend boek heeft zulke pretentieuze grappenmakerijen niet noodig. E. ELIAS Examen gedaan en niet geslaagd Kennis voldoende, maar te nerveus geweest. Waarom niet tijdig Mijnhardt's Zenuwtabletten gebruikt? Hierdoor blijft men kalm en helder van geest. Ze zijn verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten in kokers van 75 cent. FIM< n K., f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl