De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 24 juni pagina 11

24 juni 1933 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

l*, i LDENDE KUNSTEN '" - G. H. Breitner in het Stedelijk ,'. " *r 'a-Vroege Japansche Kunst Edzard bij P. de Boer E. VAN DEN TOL sen zoo sterk verleden, lijkt het ons, kan in Holland zich herstellen, want Jaar wortelt hei\ tot een toekomst. ; Breitner in het Stedelijk Museum te Amsterdam II f Ik heb in de algemeene Inleiding froor deze tentoonstelling geschreven, jJat Breitner nu en dan meer geest bezit, dan menigeen meent. Een aerhaald bezoek bevestigde dit. En iet spreekt evenzeer van zelf, dat bij tbo'n volstrekt schilder als Breitner B, dat dit geestige-in de factuur ten iftrste moet uitkomen en ook wel in. den ?jjd, toen hij nog niet volop Breitner vwu . Het haast laatdunkende van den (childer, ik schrijf liever het taatUBkende van dit groot schilderschap, jindt ge in de zelfportretten, uitgetfeiakt in de oogen en in de houding tppi.' het hoofd, achterover gezet jftnover de natuur en tegenover de aschen, het geestige meer in die dlderijen enz, waar mensch en jaalde deelen der natuur tesaamamen. Sa- het spreekt opnieuw van zelf, . bjj Breitner de psychologische itigheid van een schilder als Bakker ff niet aanwezig was; Breitner 8 niet een psycholoog, zooals wij >. tusschen de portrettisten nu en ? voortreffelijkerwijs zien bloeien ''Oor onze oogen; zijn uiting is op ?BÖptsche wijs daarvoor te sterk sub jectief, en vond haar prooi in het tadsgezicht en in de bezigheden daarpj .feu" daartusschen; bewogen kleur daar gelegenheid zich overvloeuit t« storten. A. PLASSCHAERT Japansche Kunst in het gebouw Leesmusenm'', Kokin, A'dam In het vroegere schrijfzaaltje en de N i e t-B o o k e nzaal" van het voor malige Leesmuseum vindt men thans een kleine tentoon stelling Vroege Japansche kunst" behoorende tot de verzameling Felix Tikotin. Naast een 23-tal schilderin gen" treft men er enkele maskers en een honderd num mers ambachts kunst" aan. De schilderingen hebben alle den vorm van de hangrol of Kakemono, die niet, als bij ons, het schilderij, voortdurend half vergeten aan den wand hangt, maar , alleen dan ontrold wordt als men het kunstwerk werke lijk wil zien" en ervan genieten, welk laatste woord hier op z'n plaats is omdat in de Japan sche ziel de kunst voor alles aesthetisch wordt ondergaan. Deze kleine uitgelezen collectie biedt zeer zeker vele verleidelijke Naaktstudie aangrijpingspunten voor divergaties over Japansche schilderkunst in 't algemeen en over de diverse scholen in 't bijzonder. * * * Laat ons evenwel voor dezen keer volstaan met op te merken, dat ook hier weer blijkt, dat de menschelijke figuur den Japanschen schilder nooit interesseert, als individualiteit, maar als type dat een schoon spel van lijnen een schoone beweging of gebaar mar keert, en dat de weg van oog tot hand bij hem zoo snel wordt afgelegd, dat zijn natuur verbeelding wordt tot een ongehoord suggestief en schoon kortschrift. IHetz Edzard in den kunst handel P. de Boer De Duitscher Dietz Edzard is voor ons land geen onbekende. Kort na den oorlog werkte hij eenigen tijd in het Gooi en enkele jaren geleden heeft men hier in denzelfden kunsthandel en ook in den Haag bij Kleijkamp, werk van hem kunnen zien. Op deze tentoonstelling, die vrij wel uitsluitend werk uit de aller laatste jaren bevat, herkent men, behalve dan uit een enkel werk uit zijn overgangsperiode, den ouden Edzard, die zich een tragische don kerte verloor, niet meer. Zijn bloemen, vrouwenfiguren en landschappen ge tuigen allen van een genezen in het licht." Hij geneest aan de lichte, kleur rijke uiterlijke verschijning van jonge mondaine vrouwen, van bloemen G. H. Breitner Hosoda Eishi on zonnige landschappen, die hij rustig en blijmoedig, in een sterke en sobere compositie op zijn doeken neerzet. . . . Men mag vertrouwen, dat als dit genezingsproces zich doorzet (en daar zijn reeds nu aanduidingen van) de zachte lichte vreugde, waarvan zijn werk thans spreekt, zich meer en meer zal verdiepen tot die klare, aanvaardende wijsheid, waarbij een mensch geen genezen aan de uiterlijke schoonheid en het licht meer behoeft, maar schoon en dat licht als, van zelf", in al hetgeen men schept, ver schijnen. A. E. VAN DEN TOL Damrak te Amsterdam k,TS' lir l ir. -.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl