De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 24 juni pagina 13

24 juni 1933 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2926 T o er is me 13 k -v. t k Salzburg ruwheid vanfhet|graniet, de'koude van het ijs in zijn vingertoppen gevoeld hebben; hij moet de lawine begrepen hebben, niet als een merkwaardig ververwijderd schouwspel, maar als een dreigende gebeurtenis. Hij moet gebrand zijn door de ovenhitte van doorweekte gletschers. Hij moet met .gespannen spieren den ijzigen sneeuw storm het hoofd geboden hebben. Hij moet. gebeukt zijn door de bergen en door hun kracht zijn teruggeslagen. Hij .moet gepraat hebben met hun zonen, zich" hun vriend gevoeld hebben, hun natuuropvattingen over leven en dood hebben begrepen. Hij moet den triomf van 't, bereiken en den sterrenacht van uit een hoog bivouac hebben beleefd. Hij moet in de rotsen in vrijen over moed gelachen en gejodeld hebben. Hjj moet de groote stilte kennen. Hij moet gerijpt zijn door de bergen. Dan eerst zal hij kunnen zeggen: Dit is mijn land" l Dan eerst zal hij voor altijd vergezichten, naast losse gesproken woorden, beelden van grim mige monden en donkerende dalen naast heftige gevoelens en stille over peinzingen, kunnen bewaren en mee dragen, ook wanneer" de details hem ontvloden zijn. Dan eerst zullen hem die onderdeelen ook niet meer ver warren ? en zijn blik vernauwen voor het beseffen van de wijdte. Dan eerst zal ook een enkele vluchtige blik van uit de rotsen een onvergankelijk beeld van, schoonheid geven, en het uren lang omhoogstaren van de zonnige alm n film vormen van de onbewe gelijke en eeuwig wisselende bergnatuur. Dan ook eerst zal hij werkelijk be leven wat het alpinisme beteekent. * * * . Elke tijd heeft zijn eigen werkers en zijn eigen vacantie. Er zijn periodes geweest waarin het den menschen goed ging; dan was de vacantie een luxe en de satisfactie over de schaapjes op het droge. Dat is thans, naar men mij zegt, anders. EP zijn eeuwen geweest, waarin men boeken schreef over den kalfskop bij nicht Marie en den Rijnwijn bij broer Jan, en rustige weloverwogen handelsbrieven schreef over den aan koop van een dozijn flesschen leverta*aan. Toen was de vacantie een lo gisch en onwrikbaar onderdeel van bet bestaan. Dat is thans, naar men mij vertelt, niet meer zoo. Er is eens een gemoedsstemming ge weest, waarin men de maatschappij als een goed-geolied product der voor zienigheid beschouwde. Er heeft eens een bourgois-satisfait geleefd. Die tijd is lang voorbij. Thans telegrapheert en failleert men even snel. Thans goochelt men met milliarden en keert elke cent om. Thans idealiseert men zelfs niet meer als men rijk is. Deze tijd heeft een andere vacantie noodig. Een vacantie waarin men handelen kan zonder eerst ambtenaren te moeten bewerken; waarin men zich vermoeien kan zonder noodzaak, om uit te rusten van de maatschappelijke vermoeienis zonder doel. Waarin men strijden kan zonder te kibbelen, waarin men praten kan zonder te huichelen en denken zonder te piekeren; waarin men bovenal voe len kan zonder pijn en zwijgen zonder dwang. Daarvoor heeft deze tijd en vooral de jonge generatie een terrein noodig, groot en ruim en ruig. Dat zijn de bergen. Déze beantwoorden aan die opgekomen behoeften, zij passen er bij, er om heen, als een modern zwempak om een lichaam, dat juist daar door zich vrij kan bewegen. Velen zijn er die dat niet kunnen begrijpen; er zijn er ook velen aan wie de geest van den tijd voorbij gaat als een vliegtuig in den nacht. Zij hooren alleen het geraas. Dat in Nederland, waar niet alleen de zon maar ook de tijdgeest later arriveert dan in Duitschland, Oosten rijk en Italië, nog slechts weinigen van de duizenden, die elk jaar naar de Alpen trekken, hun diepere beteekenis beseffen, is begrijpelijk. Onze landgenooten staan dan ook tegenover het alpinisme veelal afwijzend, spot tend en zelfs vijandig. Een groote rol speelt daarbij ongetwijfeld het gevaar. Het onbekende gevaar met name, want de veel voorkomende berichten over bergongelukken zouden op zich zelf weinig indruk kunnen maken op verstandige lieden, die dagelijks lezen van ongelukken op den weg en in het water, en die hun kinderen toch waar lijk niet het chauffeeren of het'zwemmen verbieden. Edoch, wat de boer niet kent dat eet hij niet. De Nederlandsche Alpenvereeniging, die hier te lande keuken meester is, ondervindt dat dagelijks. Nu is dat op zichzelf zoo kwaad niet; elf voetbalspelers zijn altijd nog meer waard dan elf duizend toeschouwers. (Slot op pag. 14) KORTERE REISDUUR LANGER VACANTIEGENOT MOOIE PANORAMA'S Dagelijksche diensten naar en van Londen, Antwerpen, Brussel, Parijs, Kopen hagen, Malmö, Berlijn, Midden- en ZuidDuitschland, Zwitserland, Praag, Weenen, enz. Binnenlandsch luchtverkeer: Twente, Zeeland, Groningen, Borkum. Wekelijksche diensten: Amsterdam?Batavia. K*. DE NEDERLANDSCHE REISBUREAUX LISSONENv. - LINDEMAN?. Amsterdam ? Rotterdam de n Haag Leeuwarden Utrecht Haarlem ? Arnhem Gezelschapsreis voor intellectueelen naar AMERIKA met bezoek aan de WERELDTENTOONSTELLING te C H l C A G O 28 Juli - 23 Augustus fl. 825.?per persoon Programma's en alle inlichtingen aan al onze kantoren

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl