Historisch Archief 1877-1940
No. 2926
T o er is me
13
k -v.
t k
Salzburg
ruwheid vanfhet|graniet, de'koude van
het ijs in zijn vingertoppen gevoeld
hebben; hij moet de lawine begrepen
hebben, niet als een merkwaardig
ververwijderd schouwspel, maar als
een dreigende gebeurtenis. Hij moet
gebrand zijn door de ovenhitte van
doorweekte gletschers. Hij moet met
.gespannen spieren den ijzigen sneeuw
storm het hoofd geboden hebben. Hij
moet. gebeukt zijn door de bergen en
door hun kracht zijn teruggeslagen. Hij
.moet gepraat hebben met hun zonen,
zich" hun vriend gevoeld hebben, hun
natuuropvattingen over leven en dood
hebben begrepen. Hij moet den triomf
van 't, bereiken en den sterrenacht van
uit een hoog bivouac hebben beleefd.
Hij moet in de rotsen in vrijen over
moed gelachen en gejodeld hebben.
Hjj moet de groote stilte kennen. Hij
moet gerijpt zijn door de bergen.
Dan eerst zal hij kunnen zeggen:
Dit is mijn land" l Dan eerst zal hij
voor altijd vergezichten, naast losse
gesproken woorden, beelden van grim
mige monden en donkerende dalen
naast heftige gevoelens en stille over
peinzingen, kunnen bewaren en mee
dragen, ook wanneer" de details hem
ontvloden zijn. Dan eerst zullen hem
die onderdeelen ook niet meer ver
warren ? en zijn blik vernauwen voor
het beseffen van de wijdte. Dan eerst
zal ook een enkele vluchtige blik van
uit de rotsen een onvergankelijk beeld
van, schoonheid geven, en het uren
lang omhoogstaren van de zonnige alm
n film vormen van de onbewe
gelijke en eeuwig wisselende
bergnatuur.
Dan ook eerst zal hij werkelijk be
leven wat het alpinisme beteekent.
* *
* .
Elke tijd heeft zijn eigen werkers
en zijn eigen vacantie.
Er zijn periodes geweest waarin het
den menschen goed ging; dan was de
vacantie een luxe en de satisfactie
over de schaapjes op het droge. Dat
is thans, naar men mij zegt, anders.
EP zijn eeuwen geweest, waarin
men boeken schreef over den kalfskop
bij nicht Marie en den Rijnwijn bij
broer Jan, en rustige weloverwogen
handelsbrieven schreef over den aan
koop van een dozijn flesschen
leverta*aan. Toen was de vacantie een lo
gisch en onwrikbaar onderdeel van
bet bestaan.
Dat is thans, naar men mij vertelt,
niet meer zoo.
Er is eens een gemoedsstemming ge
weest, waarin men de maatschappij
als een goed-geolied product der voor
zienigheid beschouwde. Er heeft eens
een bourgois-satisfait geleefd.
Die tijd is lang voorbij.
Thans telegrapheert en failleert
men even snel. Thans goochelt men
met milliarden en keert elke cent om.
Thans idealiseert men zelfs niet meer
als men rijk is. Deze tijd heeft een
andere vacantie noodig. Een vacantie
waarin men handelen kan zonder eerst
ambtenaren te moeten bewerken;
waarin men zich vermoeien kan zonder
noodzaak, om uit te rusten van de
maatschappelijke vermoeienis zonder
doel. Waarin men strijden kan zonder
te kibbelen, waarin men praten kan
zonder te huichelen en denken zonder
te piekeren; waarin men bovenal voe
len kan zonder pijn en zwijgen zonder
dwang.
Daarvoor heeft deze tijd en vooral
de jonge generatie een terrein noodig,
groot en ruim en ruig. Dat zijn de
bergen. Déze beantwoorden aan die
opgekomen behoeften, zij passen er
bij, er om heen, als een modern
zwempak om een lichaam, dat juist daar
door zich vrij kan bewegen.
Velen zijn er die dat niet kunnen
begrijpen; er zijn er ook velen aan wie
de geest van den tijd voorbij gaat als
een vliegtuig in den nacht. Zij hooren
alleen het geraas.
Dat in Nederland, waar niet alleen
de zon maar ook de tijdgeest later
arriveert dan in Duitschland, Oosten
rijk en Italië, nog slechts weinigen
van de duizenden, die elk jaar naar
de Alpen trekken, hun diepere
beteekenis beseffen, is begrijpelijk. Onze
landgenooten staan dan ook tegenover
het alpinisme veelal afwijzend, spot
tend en zelfs vijandig. Een groote rol
speelt daarbij ongetwijfeld het gevaar.
Het onbekende gevaar met name,
want de veel voorkomende berichten
over bergongelukken zouden op zich
zelf weinig indruk kunnen maken op
verstandige lieden, die dagelijks lezen
van ongelukken op den weg en in het
water, en die hun kinderen toch waar
lijk niet het chauffeeren of
het'zwemmen verbieden.
Edoch, wat de boer niet kent dat
eet hij niet. De Nederlandsche
Alpenvereeniging, die hier te lande keuken
meester is, ondervindt dat dagelijks.
Nu is dat op zichzelf zoo kwaad niet;
elf voetbalspelers zijn altijd nog meer
waard dan elf duizend toeschouwers.
(Slot op pag. 14)
KORTERE REISDUUR
LANGER VACANTIEGENOT
MOOIE PANORAMA'S
Dagelijksche diensten naar en van
Londen, Antwerpen, Brussel, Parijs, Kopen
hagen, Malmö, Berlijn, Midden- en
ZuidDuitschland, Zwitserland, Praag, Weenen, enz.
Binnenlandsch luchtverkeer:
Twente, Zeeland, Groningen, Borkum.
Wekelijksche diensten:
Amsterdam?Batavia.
K*.
DE NEDERLANDSCHE REISBUREAUX
LISSONENv. - LINDEMAN?.
Amsterdam ? Rotterdam
de n Haag Leeuwarden Utrecht
Haarlem ? Arnhem
Gezelschapsreis voor intellectueelen naar
AMERIKA
met bezoek aan de
WERELDTENTOONSTELLING
te C H l C A G O
28 Juli - 23 Augustus
fl. 825.?per persoon
Programma's en alle inlichtingen aan al onze kantoren