Historisch Archief 1877-1940
N o. 2925
De Groene Amsterdammer van 24 Juni 1933
15
De goudstroom
C A. Klaasse
In «Ie kelders van de
Nederlandsche Bank
Sedert het begin van het jaar heeft
nu de Nederlandsche Bank 220 milli
oen goud verloren, hetgeen
intusschen nog bij lange na niet de. helft is
van den aanwas van den goudschat
van dit instituut in de laatste twee
jaren. Terwijl in 1931 de totale goud
voorraad van de centrale bank steeg
met 461 millioen, werd daaraan in
1932 nog eens rond 150 millioen toe
gevoegd. Wanneer men van deze stij
ging van den goudschat in mindering
brengt ongeveer 140 millioen, zijnde
de tegenwaarde van de portefeuille
dollarwissels, die na den val van het
pond werd afgestooten, dan blijft toch
nog een toeneming over van den goud
voorraad ad 470 millioen. Daarvan
zijn wij dan in den loop van dit jaar
weer 220 millioen kwijtgeraakt.
Kwijtgeraakt mag men eigenlijk
niet zeggen, want voor Nederland is
het goud zeker niet geheel teloor
gegaan, al is het dan uit de kelders
van de Nederlandsche Bank wegge
vloeid . In de afgeloopen maanden heeft
het goudhamsteren grooten omvang
aangenomen, en men kan de
goudverliezen van de centrale bank dan ook
alleen maar naar juiste waarde schat
ten wanneer men daarnaast ter verge
lijking legt de in- en uitvoerstatistiek.
Uit die statistiek over de eerste vier
maanden van het jaar blijkt, dat er
naar beide kanten van de grens een
zeer levendig verkeer in goud is ge
weest, en wel gelijktijdig. In Januui
bv. is in totaal 64 millioen goud uqf>
gevoerd en niet minder dan 69 milli
oen ingevoerd. In Maart werd zelfs
91 millioen uitgevoerd, en 68 millioen
ingevoerd. Het resultaat van deze
omvangrijke verschuivingen is geweest
dat in de eerste vier maanden van het
jaar, toen de Nederlandsche Bank in
totaal 125 millioen goud moest afgeven,
de uitvoer van goud den invoer met
rond 05 millioen overtrof. Ongeveer
de helft van het bij de Nederlandsche
Bank weggehaalde goud is dus ten
slotte toch weer in Nederlandsche
handen terecht gekomen. Weliswaar
stelt de Bank het goud niet recht
streeks ter beschikking van. den
hamsteraar, het bankpapier is niet inwis
selbaar, maar indirect kan de houder
van bankpapier, en zelfs van saldo bij
bank of spaarbank, toch een aanslag
doen op den goudschat op het Rokin.
Want als het geboden agio groot ge
noeg is wordt het voor de arbitrage
loonend om goud elders te koopen, en
die beweging belast de betalingsbalans
dermate dat de gulden ten aanzien
:van den franc onder het goudpunt
daalt. Het goud dat wij in Londen op
de markt koopen betalen we aldus
met goud dat we aan de Banque de
France remitteerén.
Inmiddels blijkt uit bovenstaande
cijfers dat maar de helft van het
door de centrale bank afgegeven en
geëxporteerde goud aldus is terug
gekeerd. Het restant wordt echter
bijna geheel verklaard door het
disconto-crediet, dat een groep Neder
landsche banken in Februari heeft
gegeven aan de Fransche staatsspoor
wegen. Weliswaar was er juist in die
maand maar een goudexportsaldo van
ruim 2 millioen en eerst in Maart
23 millioen, en in April 45 millioen,
maar het is geenszins gezegd dat na
de verleening van het crediet dit da
delijk is weggetrokken". En daarop
komt het voor den invloed op de be
talingsbalans maar op aan !
In Mei heeft de goudafvloeiing bij
de Nederlandsche Bank voortgang
gevonden. Wanneer men echter naast
die mutatie ad in totaal 70 millioen
nu de in- en uitvoerbeweging over
die maand legt, dan vertoont zich een
volkomen ander beeld dan in de
eerste vier maanden. Terwijl toen de
helft van het door de Bank verloren
goud weer over de grens terugkwam,
was dit keer het exportsaldo ruim
30 millioen hooger dan de verminde
ring van den goudvoorraad der Neder
landsche Bank. Terwijl men juist, bij
overigens gelijk gebleven omstandig
heden, een negatief verschil met 30
millioen had mogen verwachten, om
dat immers per 15 Mei de helft van
het bovenvermelde discontocrediet
werd terugbetaald. Zoodat men ge
neigd is tot de conclusie te komen dat
in deze maand de goudafvloeiing
heel andere oorzaken had. Men mag
natuurlijk niet vergeten dat de terri
toriale 'beweging van het goud niet
perséeen aanwijzing is voor de
bezitsverschijving. Nadat in de V.S. de
bezitters van opgepot goud zich een
ultimatum gesteld zagen, dat de be
doeling had om alle voordeelen van
het goudbezit voor hen teniet te doen,
hebben ongetwijfeld Nederlandsche
hamsteraars daaruit leering getrokken.
Een deel van het naar elders verscheep
te goud, zal dus zeker voor rekening
van inheemsche oppotters daarheen
zijn verzonden.
Maar dat geldt ongetwijfeld niet
voor het heele bedrag. Het valt niet
te ontkennen, dat, terwijl in Mei de
binnenlandsche angst voor den gul
den" aanmerkelijk is geluwd, dat in
het buitenland niet het geval is ge
weest. Integendeel: juist sedert begin
Mei hebben de opvragingen van op
korten termijn hier te lande geplaatste
gelden en de verkoopen van
guldensobligatiën aanmerkelijk grooter om
vang aangenomen. Wanneer men in
de ons omringende landen daarom
trent de publieke opinie, ook in
bankierskringen, eens peilt, dan staat men
verstomd hoe Weinigen er nog zijn
die den gulden zelfs maar fair chance
geven. En wanneer men volkomen
nuchter tegenover die opvattingen
staat, dan kan men zich daarover
toch ook weer niet zoo erg verwon
deren. In dit verband te wijzen op de
positie van de loopende posten"
van onze betalingsbalans heeft na
tuurlijk geen zin. Do voorbeelden van
Xuid-Afrika en de Yereenigde Staten
hebben het voldoende duidelijk ge
maakt, dat zelfs een uiterst krachtige
positie van de betalingsbalans een
depreciatie allerminst in den weg staat.
En kan men het den buitenlanders
in gemoede kwalijk nemen, dat zij in
ons op dat punt niet meer vertrouwen
hebben dan in Amerika. Inderdaad.
de president van de Nederlandsche
Bank heeft keer op keer verklaard,
dat wij ons tot eiken prijs zullen ver
zetten tegen aantasting van de waar
devastheid van de munt. En hij zal
daarvoor ongetwijfeld op de bres
staan ! Dat weten wij, maar waarom
zou de Franschman aan zulk een
verklaring meer hechten dan aan een
bijna gelijkluidende van Koosevelt,
toen hij zijn ambt aanvaardde?
* *
*
Nu moet geconstateerd worden, dat
wij over dat repatrieeren van
uitheemsch kapitaal geenszins rouwig
behoeven te zijn. De groote aanwas
van onzen goudvoorraad in de vorige
jaren was te danken aan het feit, dat
wij zelve kapitaal, op langen en korten
termijn in den vreemde uitgezet, voor
de bui" binnen haalden. Wanneer nu
de buitenlandsche beleggers dat bij
ons doen, kunnen wij hun dat moeilijk
euvel duiden. En tenslotte is in de
laatste jaren voldoende gebleken, dat
men aan goud, verkregen door steun
van buitenlandsch kapitaal, geen waar
de mag hechten, dat wordt toch weg
gehaald juist op het moment dat men
het zou kunnen gebruiken. Voordat
wij al het goud, dat wij zelf op die ma
nier elders hebben weggetrokken, weer
kwijt zijn, kan er nog heel wat gebeu
ren. De kortloopende schulden van
ons land zijn daartoe zeker niet vol
doende, zelfs niet als zij alle zouden
Worden opgevraagd. Obligatiebezit zit
er natuurlijk in buitenlandsche han
den nogal een behoorlijk bedrag; wan
neer men alle integralen eens ging op
tellen die in handen van oude Fransche
families zitten, dan komt men tot een
respectabel bedrag. Maar wij hebben
ook nog een beschikbaar metaalsaldo
van 415 millioen ! En bovendien zal
ook deze golf van wantrouwen wel
weer doodloopen.
Straks zijn wij trouwens misschien
nog een aangename verrassing te
wachten, wanneer de beide Indische
pondenleeningen worden afgelost.
Wanneer een belangrijk deel daarvan
in Nederlandsche handen zit, wat zeer
waarschijnlijk is, dan moet deze aflos
sing, wanneer althans niet het gros
van de Nederlandsche houders het
geld ook weer buiten de landsgrenzen
herbelegt, resulteeren in een groot
aanbod van ponden en vraag naar
guldens, zoodat er dan een kans op
goudirivoer is. Althans zal de koers
van den gulden tegen dien tijd aan een
constanten steun onderhevig zijn, waar
door goudafvloeiing geremd zal worden.
* *
*
Een andere onzekere factor voor de
betalingsbalans is natuurlijk de uit
werking van het Duitsche
tra.nsfermoratorium. Natuurlijk zal de import de
tendenz hebben zich bij zulk een be
langrijke wijziging in de
omstandigDoorzitten
Zonnebrand en Stukloopènxx
van Huid en Voeten
PUROL
verzacht en geneest
l Doos 30-60. Tube 80 et. Bij Apoth. en Drogisten
heden aan te passen en dat is dan
ook de voornaamste misrekening aan
Duitsche zijde met dit volledige
transferstopzetten maar in een overgangs
tij d zal toch de invloed op den gulden
en de goudbeweging wellicht niet uit
blijven.
Daarbij gaat het dan wél om
loopende posten" van de betalings
balans. De geschiedenis der laatste
jaren heeft afgezien dan van het
Engelsche voorbeeld aangetoond
dat het nooit die factoren met
aanpasingsvermogen zijn, die de grootste
moeilijkheid brengen, maar juist de
kapitaalsposten". Maar onze zeer
omvangrijke goudvoorraad, gevoegd
bij de geringe schuld aan het buiten
land, doet het ondenkbaar voorkomen,
dat zelfs uit die richting werkelijk
ernstige moeilijkheden te wachten zijn,
zelfs wanneer het wantrouwen zich
tot het einde toe uitviert. Wat natuur
lijk niet wegneemt dat de geldmarkt
wel degelijk aan deze invloeden onder
hevig is. De rente voor
driemaandspapier is nu al 16 maal zoo hoog als zij
in het vorige jaar geruimen tijd is ge
weest. Voorloopig zijn de beschikbare
saldi van anderen" nog van voldoen
den omvang om een sterke rentestijging
tegen te houden, maar wanneer er nog
eens een 75 millioen goud zou w
gstroomen, dan zou het in Mei verhoog
de disconto, dat nog nimmer effectief
is geweest, wel eens beteekenis kunnen
gaan krijgen. Ook in dit verband is
natuurlijk het effect van de aflossing
der Indische leeningen, waarover ik
hierboven schreef, van belang. Of doet
dit alles er voor de geldmarkt niet toe ?
Wanneer Neville Chamberlain zijn zin
kreeg, zouden we toch goedkoop geld
houden, want alleen op die manier
denkt hij uit de crisis te kunnen ko
men ! Die easy-money-policy hebben
wij in de afgeloopen jaren naar waarde
leeren schatten. Maar dat een stijging
van de geldrente hier bij eventueel
doorgaande goudafvloeiing niet, zooals
onder normale omstandigheden, als
afweermaatregel tegen dien
goudstroom kan worden beschouwd, moet
aan den anderen kant ook worden
toegegeven, alle onbelemmerde
functie van den gouden standaard"
ten spijt.
N.V. Bataafsche
Hypotheekbank
AMSTERDAM
Anno 1 889
Geeft uit tegen beurekoen:
4J % PANDBRIEVEN
In stukken van
f100O,-,f500,-en flOO,-.
Couponi Januari en Juli
r
Fr
LEVENSVERZEKERING
Mij. ARNHEM"
beschermt Uw gezin In moeilijke Jaren.
Onder!*
GlasGEVESTIGD TE AMSTERDAM OPGERICHT 1876
Kantoor: KERKSTRAAT No. 69 Telefoon 42163
Directie: Mr. K. F. A. VAN DER BREGGEN
Verzekeringen tegen vaste jaarlijksche premie, voor schade door breuk aan
t-i t-: SPIEGELRUITEN, SPIEGELS of andere RUITEN M i-«
IJVERIGE VERTEGENWOORDIGERS GEVRAAGD