Historisch Archief 1877-1940
jjjw *???$£&**&?> .v -;. «, ? . .
IOSCO P Y
L. J. Jordaan
Ow va l'Allemagne?
l)e handige knapen die ouder boven.»taanden
titel een documentaire film over Duitschlands
jofigste verleden, zoo te rechter tijd lanceerden,
Wiaten het wel. Duitsphland waarheen? !"
dit is het fascineerende vraagstuk, dat de gansene
Wereld in spanning houdt ook de filmwereld.
Men heeft in Duitschland de bordjes verhangen
<?zoo grondig en zoo radicaal, dat de
quasirevolutionnairen van Noy-ember '18 er zich nog
de oogea van uitwrijven. Volgens het
treffendeenvoudige Ote-toi afin que je m'y mette t"
nebben de nieuwe heeren alle belangrijke zetels
acboongeveegd, om er zich zelf vastberaden in neer
te laten.
Beter dan de Novembristen begrepen zij,
dat halfheid in dezen zelfmoord beteekent en dies
hebben hun reinigingsbemoeiingen zich tot
letterIjgk alles uitgestrekt kunst en litteratuur incluis.
satisfactie over dit resolute gebaar kan
intmncijhtin by de betrokkenen uitgezonderd niet
Overweldigend genoemd worden. Terwijl het
ecoiMümitiilli buitenlaud nog steeds in spanning wacht
fijr hgte'rUjTiilrfir resultaten dan een hausse in
pyroartikelen en hakenkruis-emblemen, ziet
de artistieke Auasenwelt" op haar beurt de
«raehteu dezer omwenteling met wantrouwige
verWOttdering uétbli^wok- Oneindig moeilijker nog lijkt
lxt|niihftnl» der »uiteche fifin onder 4e zegeningen
h«t XNttde JJjjk.
ra+
Want hier Jgaat het niet slechts om cultureele
fMdecen" een^betrekkelyke^niefcigheid in het
tUkd der Dichter, Denker, S.A. und &ti.! maar
'?'T?*?-- vaa wereldbeteèkenis. Ken paar
en muzikale genieën minder oaar
zich in het nieuwe Berlijn geen zorgen
ovw. Zoolang de poëzie de nagedachtenis des
benen Horst Wessel levendig houdt en bevordert
* ttt *Jttde6biut vorfs Meeser spritzt" schijnt de
JÉariiHit.» behoefte van het herboren Duitschland
? yDMrJaoyih bevredigd. Ietwat anders staat het met
; ijfa Mgte, welke de groote schoonmaak in het
'fcllniili'üf heelt achtergelaten.
'i Het ia van algemeene bekendheid dat de
leitonde figuren der Duiteche filmindustrie (gelijk
trouwen» overal elders) minder op ras-zuiverheid"
dan op talent en bekwaamheid konden bogen.
*HHtech kapitaal, joodsch organisatievermogen,
*K>*eh talmt waren de kurken waar°P de
ttaitoche film zich drijvende wist te houden. AUeen
, door het tegenwicht van figuren als Erich Pommer
ir»or de materieele van Siodmak, Korteer e.a.
voor de artistieke belangen, kon Hugenberg zich
de gevaarh'jke caprices van een Flötenkonzert",
Ohoral von Leuthen" en Morgenrot"
permitteeren.
Na is deze steun weggevallen: men heeft
met zorg en vastberadenheid der Duitsche film
productie het Semitische hart uitgesneden. Wan
neer echter de heer Hugenberg zich de illusie mocht
hebben gemaakt, thans zijn
Frederik-de-Groote«piek tot in het oneindige te kunnen bedrijven,
dan heeft hij zich grondig misrekend. Niet alleen
blijkt dat de natioaaal-socialistische voogdij met
dargehjke vage historische heldenvereering geen
genoegen meer neemt, maar ook andere oneindig
meer vitale vraagstukken plaatsen de Duitsche
filmindustrie voor een crisis, die merkwaardig veel
op een catastrofe begint te lijken.
De Duitsche füm werd in haar geheel
gleichgcachaltet". Zoowel de Dacho" (Dachorganisation
Vier HSlTny.hfrffftnflan Deutschlands) als het
Beichsverband der deutschen Lichtspieltheater"
?marden in nationaal-socialistische organisaties
veranderd, onder de bekende zachtzinnige be
dreiging aonst unvermeidbarer Nachteüe".
Tetna» werd een censuur te werk gesteld, die haar
taak aldus opvatte dat zij met blinde woede aan
het verbieden sloeg. Met a slag werden reeds
aanstonds 34 films verboden als pazü'istischen,
kommunistisohen und Sexualiihne". Daaronder
vielen werken als iisenstein's Romance
Sentimentale" (i), ,,J_>as .Lied v om alten Markt",
ttevolte iria Jirzienungsiiaus" en natuurlijk
Westiront iyj.8" en A'ieinandslaud". Verder veroor
deelde de censuur Bernard's Croix-de-bois" (»,Die
hölzeruen Klreuze") wegens. . . . Beeintrachtigung
des Wehrgedankeus", terwijl Uuvivier's ,,i*o
de-Oarotte" het openbare leven moest laten op
grond van einseiliger Uharakterisierung einer
ne" (!) De motieven, die tot het verbod van
Lubitsch' Trouble in J.Jaradise" leidden werden
helaas niet vermeld. Misschien dat de neus van
den maker een overwegend argument vormde?
iiet verbhUïendste staaltje vaa
censuurverdwazing vormt center wel net verbod van Fritz
Jjang's Testament des JJr. Mabuse". Wij hebben
J-iang altyd beschouwd als een der meest
karaKteristieke representanten van het Deutschtum
- in zjjn goede, zoowel ais minder engageante
eigenschappen, aiaar daarnevens als een der
sterkste ilmtalenten der wereld een der weini
gen wier cinegraJIisehe arbeid, alle tendenz en
xaeiitaiiuat ten spijt, historische waarde bezit.
Behalve itichard brauss en VVag'ner heeft weüicht
geen kunstenaar dermate van een groot talent
geprofiteerd, om de IJuitsche psyche in den vreemde
te dragen, als i'ritz .Lang. in een periode toen
Duitschland nog het versche Kaïnsteeken van den
oorlog op het voorhoofd droeg, wist de
JNibelungen"-iüm .farys te veroveren. Het internatio
nale", Marxistische" en Vaterlandslose" Duitsch
land van 1U21 :iiad. nog wel zooveel besef van
den toestand, at het deze film, ondanks een
müoenenveriies, mogelijk maakte. Het nationale
Derde Kijk van Htó3 past echter op zijn meest
Duitschen en fascineerendsten regisseur den dood
per censuurguülotine toe.
Met verbazing ziet men naar deze wüde gebaren,
die gericht schijnen op een bewuste zelfvernie
tiging tenzij men wüaannemen, dat hier volle
dig afgerekend wordt met een voorbye periode
ten behoeve van een nieuwe aera.
JEtijksminister Goebbels heeft deze nieuwe aera
aangekondigd in een tweetal redevoeringen tot de
filmindustrie gericht. Hij heeft daarbij woorden ge
sproken, die van een (voor het ontwaakte
Duitschlaad) zeldzaam begrip getuigden en die ieder f
mbelangstellende slechts kan onderschrijven. Zijn
phüippica tegen de ontzenuwende, laffe
amusementsfilm" -^ zijn hartstochtelijk pleidooi voor
de film als drager van groote cultureele en sociale
ideeën, zullen velen, die het wel met de f m meenen,
uit het hart gegrepen zijn. Er is dan ook geen
enkele reden om de nationaal-socialistische film
a priori te verwerpen. Integendeel iedere
groote beweging, men moge haar vervloeken of
zegenen, kan het aanzijn geven aan belangrijke
kunstwerken en de Russen hebben bewezen welk
een weergaloos medium daartoe de film kan zijn.
Maar dan rijst aanstonds de klemmende vraag:
wie moeten deze groote volksbeweging artistiek
realiseeren? Aangenomen, dat het fascisme in
Duitschland iets meer beteekent dan een achter
vaandels en volksfeesten schuilgaande kadaver
discipline verondersteld dat hier werkelijk
sprake is van een groote massale stuwing, van
een machtige nationale zelf vernieuwing. . . . waar
zijn dan de krachten die dit alles in kunstwerken
kunnen omsmeden? De Russische revolutie, die
zoo verstandig was de kunstenaars naar zich toe
te halen in plaats van ze uit te werpen, beschikte
over een uitglezen staf van artisten en technici.
Het Derde Rijk heeft zich zorgvuldig ook op dit
gebied van het intellect en den geest ontdaan.
Vrage: wie zullen de nieuwe mannen der
toekomst zijn ?
f/zV //ie* testament van Dr. Mabuse"
van Fritz Lang
Het voorbeeld der litteraire wedergeboorte
in Duitschland, welke een Thomas Mann en een
Feuchtwanger door de heeren Ewers en Bloem
verving, werkt eenigszins beklemmend. . . .
Inmiddels is de eerste nationaal-socialistische
film uitgebracht. In tegenwoordigheid van de
Rijksregeering heeft in het UFA-Palast am Zoo de
première plaats gehad van S.A. Mann Brand" *)
en het eenstemmig oordeel blijkt vernietigend te
wezen. In een brutaal-leegen kitschvorm, die
hopeloos analoog is aan alles wat de geest van het
ontwaakte Duitschland tot nog toe presteerde,
heeft een zekere heer Franz Seitz den eersten stap
gedaan om de schoone woorden van zijn
Kultur-Minister" in daden om te zetten.
De vraag: Duitschland waarheen?" wordt na
dit eerste experiment al bijzonder klemmend en
zorgelijk. Want de füm ook de Duitsche ? leeft
slechts bij de gratie van haar internationale
beteekenis. Artistiek, doch vooral zakelijk, is de aan
vaarding van het product, ook door het buitenland,
een onontkoombare bestaansquaestie. De tijd,
waarin, de Europeesche film zich veel kon veroor
loven door haar ontzaglijken kunstzinnigen voor
sprong op de Amerikaansche producten, is voorbij.
Amerika heeft radicaal het roer omgeworpen en
het Hollywood van den ridiculen kitsch leeft nog
slechts in het brem van geestige feuületonnisten
.... zoolang, het tegenwicht der Europeesche film
bestaat! Door de stimuleerende concurrentie van
de goede Europeesche film werd Amerika tot
beter werk gedwongen. De Europeesche film,
ondanks haar commercieele zwakheid, bepaalde
en bepaalt nog in wezen het internationale pe
der filmproductie. Het is dan ook slechts met
bezorgdheid dat men deze stuwende werking ziet
uitschakelen want de Europeesche film dat is de
Duitsche film! En de ondervinding heeft geleerd,
dat aan hun land en milieu onttrokken film
regisseurs, bijna allen met fatale zekerheid als
kunstenaars ondergaan. Vandaar dat de vraag:
Ou val'Allemagne?"ookvoor defüm wil zeggen:
Ou va Ie monde? !"
Een vraag die wanneer niet alle teekenen
bedriegen slechts beantwoord kan worden met
ean opgewekt: Naar den drommel!"
*) De Nederlandsche U FA bericht ons inmiddels,
dat deze film geen UFA-product is en ook niet
door haar geëxploiteerd viordt.
r
t "
* .