De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 24 juni pagina 17

24 juni 1933 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

jjjw *???$£&**&?> .v -;. «, ? . . IOSCO P Y L. J. Jordaan Ow va l'Allemagne? l)e handige knapen die ouder boven.»taanden titel een documentaire film over Duitschlands jofigste verleden, zoo te rechter tijd lanceerden, Wiaten het wel. Duitsphland waarheen? !" dit is het fascineerende vraagstuk, dat de gansene Wereld in spanning houdt ook de filmwereld. Men heeft in Duitschland de bordjes verhangen <?zoo grondig en zoo radicaal, dat de quasirevolutionnairen van Noy-ember '18 er zich nog de oogea van uitwrijven. Volgens het treffendeenvoudige Ote-toi afin que je m'y mette t" nebben de nieuwe heeren alle belangrijke zetels acboongeveegd, om er zich zelf vastberaden in neer te laten. Beter dan de Novembristen begrepen zij, dat halfheid in dezen zelfmoord beteekent en dies hebben hun reinigingsbemoeiingen zich tot letterIjgk alles uitgestrekt kunst en litteratuur incluis. satisfactie over dit resolute gebaar kan intmncijhtin by de betrokkenen uitgezonderd niet Overweldigend genoemd worden. Terwijl het ecoiMümitiilli buitenlaud nog steeds in spanning wacht fijr hgte'rUjTiilrfir resultaten dan een hausse in pyroartikelen en hakenkruis-emblemen, ziet de artistieke Auasenwelt" op haar beurt de «raehteu dezer omwenteling met wantrouwige verWOttdering uétbli^wok- Oneindig moeilijker nog lijkt lxt|niihftnl» der »uiteche fifin onder 4e zegeningen h«t XNttde JJjjk. ra+ Want hier Jgaat het niet slechts om cultureele fMdecen" een^betrekkelyke^niefcigheid in het tUkd der Dichter, Denker, S.A. und &ti.! maar '?'T?*?-- vaa wereldbeteèkenis. Ken paar en muzikale genieën minder oaar zich in het nieuwe Berlijn geen zorgen ovw. Zoolang de poëzie de nagedachtenis des benen Horst Wessel levendig houdt en bevordert * ttt *Jttde6biut vorfs Meeser spritzt" schijnt de JÉariiHit.» behoefte van het herboren Duitschland ? yDMrJaoyih bevredigd. Ietwat anders staat het met ; ijfa Mgte, welke de groote schoonmaak in het 'fcllniili'üf heelt achtergelaten. 'i Het ia van algemeene bekendheid dat de leitonde figuren der Duiteche filmindustrie (gelijk trouwen» overal elders) minder op ras-zuiverheid" dan op talent en bekwaamheid konden bogen. *HHtech kapitaal, joodsch organisatievermogen, *K>*eh talmt waren de kurken waar°P de ttaitoche film zich drijvende wist te houden. AUeen , door het tegenwicht van figuren als Erich Pommer ir»or de materieele van Siodmak, Korteer e.a. voor de artistieke belangen, kon Hugenberg zich de gevaarh'jke caprices van een Flötenkonzert", Ohoral von Leuthen" en Morgenrot" permitteeren. Na is deze steun weggevallen: men heeft met zorg en vastberadenheid der Duitsche film productie het Semitische hart uitgesneden. Wan neer echter de heer Hugenberg zich de illusie mocht hebben gemaakt, thans zijn Frederik-de-Groote«piek tot in het oneindige te kunnen bedrijven, dan heeft hij zich grondig misrekend. Niet alleen blijkt dat de natioaaal-socialistische voogdij met dargehjke vage historische heldenvereering geen genoegen meer neemt, maar ook andere oneindig meer vitale vraagstukken plaatsen de Duitsche filmindustrie voor een crisis, die merkwaardig veel op een catastrofe begint te lijken. De Duitsche füm werd in haar geheel gleichgcachaltet". Zoowel de Dacho" (Dachorganisation Vier HSlTny.hfrffftnflan Deutschlands) als het Beichsverband der deutschen Lichtspieltheater" ?marden in nationaal-socialistische organisaties veranderd, onder de bekende zachtzinnige be dreiging aonst unvermeidbarer Nachteüe". Tetna» werd een censuur te werk gesteld, die haar taak aldus opvatte dat zij met blinde woede aan het verbieden sloeg. Met a slag werden reeds aanstonds 34 films verboden als pazü'istischen, kommunistisohen und Sexualiihne". Daaronder vielen werken als iisenstein's Romance Sentimentale" (i), ,,J_>as .Lied v om alten Markt", ttevolte iria Jirzienungsiiaus" en natuurlijk Westiront iyj.8" en A'ieinandslaud". Verder veroor deelde de censuur Bernard's Croix-de-bois" (»,Die hölzeruen Klreuze") wegens. . . . Beeintrachtigung des Wehrgedankeus", terwijl Uuvivier's ,,i*o de-Oarotte" het openbare leven moest laten op grond van einseiliger Uharakterisierung einer ne" (!) De motieven, die tot het verbod van Lubitsch' Trouble in J.Jaradise" leidden werden helaas niet vermeld. Misschien dat de neus van den maker een overwegend argument vormde? iiet verbhUïendste staaltje vaa censuurverdwazing vormt center wel net verbod van Fritz Jjang's Testament des JJr. Mabuse". Wij hebben J-iang altyd beschouwd als een der meest karaKteristieke representanten van het Deutschtum - in zjjn goede, zoowel ais minder engageante eigenschappen, aiaar daarnevens als een der sterkste ilmtalenten der wereld een der weini gen wier cinegraJIisehe arbeid, alle tendenz en xaeiitaiiuat ten spijt, historische waarde bezit. Behalve itichard brauss en VVag'ner heeft weüicht geen kunstenaar dermate van een groot talent geprofiteerd, om de IJuitsche psyche in den vreemde te dragen, als i'ritz .Lang. in een periode toen Duitschland nog het versche Kaïnsteeken van den oorlog op het voorhoofd droeg, wist de JNibelungen"-iüm .farys te veroveren. Het internatio nale", Marxistische" en Vaterlandslose" Duitsch land van 1U21 :iiad. nog wel zooveel besef van den toestand, at het deze film, ondanks een müoenenveriies, mogelijk maakte. Het nationale Derde Kijk van Htó3 past echter op zijn meest Duitschen en fascineerendsten regisseur den dood per censuurguülotine toe. Met verbazing ziet men naar deze wüde gebaren, die gericht schijnen op een bewuste zelfvernie tiging tenzij men wüaannemen, dat hier volle dig afgerekend wordt met een voorbye periode ten behoeve van een nieuwe aera. JEtijksminister Goebbels heeft deze nieuwe aera aangekondigd in een tweetal redevoeringen tot de filmindustrie gericht. Hij heeft daarbij woorden ge sproken, die van een (voor het ontwaakte Duitschlaad) zeldzaam begrip getuigden en die ieder f mbelangstellende slechts kan onderschrijven. Zijn phüippica tegen de ontzenuwende, laffe amusementsfilm" -^ zijn hartstochtelijk pleidooi voor de film als drager van groote cultureele en sociale ideeën, zullen velen, die het wel met de f m meenen, uit het hart gegrepen zijn. Er is dan ook geen enkele reden om de nationaal-socialistische film a priori te verwerpen. Integendeel iedere groote beweging, men moge haar vervloeken of zegenen, kan het aanzijn geven aan belangrijke kunstwerken en de Russen hebben bewezen welk een weergaloos medium daartoe de film kan zijn. Maar dan rijst aanstonds de klemmende vraag: wie moeten deze groote volksbeweging artistiek realiseeren? Aangenomen, dat het fascisme in Duitschland iets meer beteekent dan een achter vaandels en volksfeesten schuilgaande kadaver discipline verondersteld dat hier werkelijk sprake is van een groote massale stuwing, van een machtige nationale zelf vernieuwing. . . . waar zijn dan de krachten die dit alles in kunstwerken kunnen omsmeden? De Russische revolutie, die zoo verstandig was de kunstenaars naar zich toe te halen in plaats van ze uit te werpen, beschikte over een uitglezen staf van artisten en technici. Het Derde Rijk heeft zich zorgvuldig ook op dit gebied van het intellect en den geest ontdaan. Vrage: wie zullen de nieuwe mannen der toekomst zijn ? f/zV //ie* testament van Dr. Mabuse" van Fritz Lang Het voorbeeld der litteraire wedergeboorte in Duitschland, welke een Thomas Mann en een Feuchtwanger door de heeren Ewers en Bloem verving, werkt eenigszins beklemmend. . . . Inmiddels is de eerste nationaal-socialistische film uitgebracht. In tegenwoordigheid van de Rijksregeering heeft in het UFA-Palast am Zoo de première plaats gehad van S.A. Mann Brand" *) en het eenstemmig oordeel blijkt vernietigend te wezen. In een brutaal-leegen kitschvorm, die hopeloos analoog is aan alles wat de geest van het ontwaakte Duitschland tot nog toe presteerde, heeft een zekere heer Franz Seitz den eersten stap gedaan om de schoone woorden van zijn Kultur-Minister" in daden om te zetten. De vraag: Duitschland waarheen?" wordt na dit eerste experiment al bijzonder klemmend en zorgelijk. Want de füm ook de Duitsche ? leeft slechts bij de gratie van haar internationale beteekenis. Artistiek, doch vooral zakelijk, is de aan vaarding van het product, ook door het buitenland, een onontkoombare bestaansquaestie. De tijd, waarin, de Europeesche film zich veel kon veroor loven door haar ontzaglijken kunstzinnigen voor sprong op de Amerikaansche producten, is voorbij. Amerika heeft radicaal het roer omgeworpen en het Hollywood van den ridiculen kitsch leeft nog slechts in het brem van geestige feuületonnisten .... zoolang, het tegenwicht der Europeesche film bestaat! Door de stimuleerende concurrentie van de goede Europeesche film werd Amerika tot beter werk gedwongen. De Europeesche film, ondanks haar commercieele zwakheid, bepaalde en bepaalt nog in wezen het internationale pe der filmproductie. Het is dan ook slechts met bezorgdheid dat men deze stuwende werking ziet uitschakelen want de Europeesche film dat is de Duitsche film! En de ondervinding heeft geleerd, dat aan hun land en milieu onttrokken film regisseurs, bijna allen met fatale zekerheid als kunstenaars ondergaan. Vandaar dat de vraag: Ou val'Allemagne?"ookvoor defüm wil zeggen: Ou va Ie monde? !" Een vraag die wanneer niet alle teekenen bedriegen slechts beantwoord kan worden met ean opgewekt: Naar den drommel!" *) De Nederlandsche U FA bericht ons inmiddels, dat deze film geen UFA-product is en ook niet door haar geëxploiteerd viordt. r t " * .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl