Historisch Archief 1877-1940
Een- serie interviews
?
l
? f.
Moeilijkheden en achteruitgang
der Twentsche Textielnijverheid
De meenimKvan dejheeren H. I^edeboer
?m B. v«m Heek.
De voorzitter van de fabrikantenvereniging te
Enschede, de heer H. Ledeboer, in firma van Heek
en Co. behöpri .tot degenen, die uitkomst ver
wachten van eontinfientèennq der in Indiëbinnen
komende Japansche katoenen manufacturen.
Wanneer zvök een maatregel spoedig genomen
werd, zou een dam worden opge\4?rpen tegen de
overstroomiijg met Japansche textielproducten en
een totale instorting van de Twentsche
exportindustrie, waar we thans na aan toe zijn, wellicht
nog voorkomen* kunnen worden. .Niet alleen wat
betreft onze' voornaamste exportartikelen de
cambrics en dekens, maar ook met andere goederen,
die we fabriceerden (vaak nieuwe artikelen of
specialiteiten .waarmee we hoopten verloren terrein
op andere wfjze-te herwinnen) is Japan dpodelijk
concurreerend. En alleen een contingentèerïng zou
uitkomst geven, omdat Twente daardoor weer
wat lucht kreeg en het mogelijk zou worden als
voorheen eenigszins' loonend op de Indische markt,
die voor ons van zoo eminent belang is, te
verschijnen. Deze maatregel zou tijdelijk moeten
worden ingevoerd; in o.verleg met
Regeeringsinstanties ware dan na te gaan op welke wijze
Twente meer blijvend geholpen zou kunnen
worden.
Zoo dient de Ned. Indische Begeering o.a. tot
invoering van een Anti-Dumping wet over te
gaan. De heer Ledeboer hee*t daarbij tevens
het oog op valuta-dumping. Enkele textiel
producten, als Supers (ongebleekte katoenen
weefsels) en Oambrics worden weliswaar vol
gens een vast tarief ingeklaard, maar van alle
andere manufacturen en, voor zoover mij bekend,
alle andere goederen, welke geïmporteerd worden,
wordt het invoerrecht naar de waarde geheven.
Een gevolg daarvan is, dat na het sterk verminderen
van de waarde der valuta van eenige landen, welke
goederen aan Nedërl.-Indiëleveren, vele millioenen
guldens aan de Nederl.-Indische schatkist ont
gaan zijn.
Het invoerrecht nu zou geheven kunnen worden
naar een progressieve schaal, welke afhankelijk is
van de mate van depreciatie der munteenheid
van het land van oorsprong.
Er zijn allerlei belangen, bepaaldelijk van
algemeenen aard betrokken bij den bloei of althans
de instandhouding van den Twentschen export en
vooral bij een breideling van den Japanschen import
in Indië. Het is haast ondenkbaar, dat Japan zijn
prijzen niet zal opzetten in Indië, wanneer het
zijn concurrenten er heeft, weggedrongen en er
moest der Begeering dus veel aan gelegen zijn te
voorkomen dat binnenkort de Indische kooper
dat is tenslotte de kleine man overgeleverd is
aan een leverancier die kans heeft gezien op
minder reëele wijze een beheerschende en monopo
listische positie in Insulinde te veroveren.
Een ineenstorting van de Twentsche industrie
heeft nog in allerlei andere opzichten nadeelige
gevolgen voor de Nederlarïdsche schatkist en waar
uit deze zelfde schatkist pp het oogenblik Tndi
in belangrijke mate moel|7worden bijgesprongen,
klemt het te meer om, op jiNelke wijze ook, te
trachten onze industrie '^e behouden. In feite
hangt de toestand in omp overzeesche gewesten
met die van het moederkwid ten nauwste samen
en het treft pijnlijk wanneer uit zoo weinig blijkt
dat men zich dezen samenhang bewust is.
Begrijpelijk is het wel wanneer men een der
firmanten van Enschedé's grootste onderneming,
in een indrukwekkend complex van fabrieks
gebouwen , gevestigd, aldus Regeeringsingrijpen
hoort bepleiten. Het water moet den fabrikanten
zeer na aan de lippen zijn gekomen wanneer zij,
met en door vrijhandel opgevoed en groot ge
worden, zoo sterk op contingenteering aandringen.
Toch meent schrijver dezes te moeten opmerken,
dat het b.v. zeer wel denkbaar is, dat de Regeering
geen anti-.Tapansche contingenteeringsmaatregelen
kan en mag uitvoeren omdat hoogere, algemeene
belangen zich volgens haar inzicht ertegen ver
zetten. De Twentsche industrie zal dan wellicht
met een kluitje in het riet worden gestuurd en de
ware reden van Regeeringsafzijdigheid stellig niet
en plein public worden uitgesproken, maar het
spreekt immers vanzelf, dat voor den Staat
belangen van lagere orde ondergeschikt worden
gemaakt aan op een hooger plan liggende.
Nog wijst de heer Ledeboer erop, dat men meer
dan eens Twente conservatisme verwijt. Wanneer
men ermede bedoelt, dat wij ons niet in kartels of
trusts binden, dan antwoorden wij dat wij niet van
zins zijn ons systeem, ieder concern in handen van
degenen die het oprichtten en tot bloei brachten,
te verlaten, maar wanneer men meent dat wij in
andere opzichten achteraan komen, dan kan erop
worden gewezen, dat prompt met de jongste
behoeften van de markt steeds rekening wordt
gehouden en wij niets onbeproefd laten om nieuwe
afzetgebieden te vinden. Onze prijspolitiek was
daarbij zoo, dat het doek werkelijk voor minimum
prijzen bij de directe afnemers terecht kwam.
Maar tegen de prijzen, waartegen Japan zijn
manufacturen op de markt gooit, hetgeen het
doen kan doordat het de factor arbeidsloon,
alsmede andere vaste onkosten grootendeels heeft
weten uit te schakelen, kunnen wij niet op.
Dat de Twentsche exportindustrie zich inderdaad
alle mogelijke moeite geeft om het hoofd boven
water te houden en daarbij niet voor een ingrijpende
,,TJmschaltung" terugdeinst, bleek mij ook bij
het bezoek »aa de Boekalosche Stoombleekerij,
waar ik werd rondgeleid door den Directeur, den
heer E. van Heek, die tezelfdertijd nog vele
belangwekkende mededeelingen verstrekte.
In de bleekerij worden de weefsels gefi&ished";
zij ondergaan er de eindbewerking, worden ge
bleekt, geverfd, geglansd enz. Het ruwe onge
bleekte product wordt zoo tot shirting, cambric,
geverfd of bedrukt katoen enz. enz. verwerkt om
in dezen eindvorm te worden afgeleverd.
De heer Van Heek .deelde mede hoe de grootste
fabrieken die met vervaardiging van enkele
buikartikelen" voor export konden volstaan en dan
hun geheele bedrijf hiermede in gang hielden, nu
genoodzaakt waren andere producten te gaan
fabriceeren, fancy-artikelen, die voorheen door
de veelal kleinere binnenlandsche ondernemers en
vooral door Engeland werden vervaardigd. Poplins,
fijnere gedrukte of bontgeweven artikelen, fijner
overhemdengoed, meubel- en gordijnstoffen, ka
toenfluweel enz. enz., dergelijke artikelen moeten
nu ook de export-zaken gaan maken ia hun eigen
bedrijven of in samenwerking met de bleekerijen
die (zooals de Boekelosche) in loonbedrijf voor de
groote fabrieken werken.
Deze veredelingsbedrijven, waarvan er een
viertal vroeger voor 80 pCt. op export werkten,
zijn nu dus bezig zich ten bate hunner klanten,
de groote weverijen, geheel op dit nieuwe gebied
in te richten, terwijl de machinerie voor export,
ongebruikt en waardeloos stilstaat. ;,
Met de vervaardiging van al deze nieuwe en
voor de exportindustrie ongewone goederen kunnen
de groote bedrijven toch lang niet al hun getouwen
aan den gang houden. Er is thans wisselende en
onbestemde vraag naar steeds weer andere
fancyartikelen en daarmede komen de "enorme weve
rijen, gebouwd voor enkele massa-exportproducten
er niet.
Intusschen wordt de geheele situatie in de textiel
door dezen gang van zaken wanhopig, omdat er
een schrikbarende, concurrentie gaat woeden.
Wil men trachten door onderlinge afspraken
productie en prijs te regelen dan blijkt hoe groot
de tegenstrijdige belangen zijn geworden. Immers
de veelal kleinere bedrijven, die het binnenland
van hun artikelen voorzien, konden zich nog
wel redden, hun bedrijf past wel op hetgeen de
markt thans eischt. Maar deze goed gevestigde
industrie loopt thans door het stopzetten van den
export ook al gevaar haar welvaart geheel in te
boeten, omdat de belangen der sterk short-time
werkende exportfabrikanten geheel andere zijn
dan die der meestal nog tamelijk volop draaiende
,, binnenlanders ".
Wanneer de heer Van Heek mij aldus op heldere
klare wijze den toestand in de textiel uiteenzet,
wordt mij weer opnieuw duidelijk hoe het afknijpen
van den export fatale gevolgen heeft voor Twente.
Hoe de stuiptrekkingen, het verweer van de
grootste ondernemingen de geheele textielindustrie
doen trillen en wankelen. Natuurlijk somt ook de
Directeur van de Boekelosche Stoombleekerij op
welke rij van ongunstige factoren den uitvoer eerst
deden verminderen en tenslotte vrijwel vernietigden.
Maar nu'reeds vroeg ik me af, ot een Nederlandsche,
een Indische Regeering uiteindelijk wel iets ver
mogen te beginnen tegen den gang van zaken. Is
niet een blijvende, groote inkrimping van de
exportbedrij ven in Twente het eenige alternatief?
Dat ook sommige leiders in Twente min of meer
berustend deze mogelijkheid onder oogen zien,
zal in volgende bijdragen'hög kunnen'blijken."
fK. W. L. BEZEMER
Nieuwe uitgaven
Dr. L. A. Rademaker, Crematie en het cremato
rium, te Velsen. Voor en tegen. Met 9 afbeeldingen
en 5 bijlagen. Vierde druk. Uitgave van Martinus
Nijhoff te 's-Gravenhage.
Mr. Dr. B. K. Spanjaard. Een industriebank in
Nederland. Overdruk uit Economisch-statistische
berichten.
Dr. J. H. M. Koenen, Zwakzinnigheid bij kin
deren. Haar beteekenis in paedagogisch en sociaal
opzicht, op grond van een onderzoek in eenige
gemeenten in Noord Brabant. (Proefschrift). Uit
gave Waalwijksche stoomdrukkerij Antoon Tielen.
Dr. E. Rijpma, Korte ontwikkelingsgang der
historie. Geïllustreerde kleine en algemeene ge
schiedenis. Deeltje II: van de Fransche revolutie
tot heden. Derde druk. Uitgave J. B. Wolters,
Groningen?Den Haag.
Jaarverslag 1932 van de N. V. Levensverzekering
maatschappij opgericht door ..Ons Belang". Amers
foort.