De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 24 juni pagina 9

24 juni 1933 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Een- serie interviews ? l ? f. Moeilijkheden en achteruitgang der Twentsche Textielnijverheid De meenimKvan dejheeren H. I^edeboer ?m B. v«m Heek. De voorzitter van de fabrikantenvereniging te Enschede, de heer H. Ledeboer, in firma van Heek en Co. behöpri .tot degenen, die uitkomst ver wachten van eontinfientèennq der in Indiëbinnen komende Japansche katoenen manufacturen. Wanneer zvök een maatregel spoedig genomen werd, zou een dam worden opge\4?rpen tegen de overstroomiijg met Japansche textielproducten en een totale instorting van de Twentsche exportindustrie, waar we thans na aan toe zijn, wellicht nog voorkomen* kunnen worden. .Niet alleen wat betreft onze' voornaamste exportartikelen de cambrics en dekens, maar ook met andere goederen, die we fabriceerden (vaak nieuwe artikelen of specialiteiten .waarmee we hoopten verloren terrein op andere wfjze-te herwinnen) is Japan dpodelijk concurreerend. En alleen een contingentèerïng zou uitkomst geven, omdat Twente daardoor weer wat lucht kreeg en het mogelijk zou worden als voorheen eenigszins' loonend op de Indische markt, die voor ons van zoo eminent belang is, te verschijnen. Deze maatregel zou tijdelijk moeten worden ingevoerd; in o.verleg met Regeeringsinstanties ware dan na te gaan op welke wijze Twente meer blijvend geholpen zou kunnen worden. Zoo dient de Ned. Indische Begeering o.a. tot invoering van een Anti-Dumping wet over te gaan. De heer Ledeboer hee*t daarbij tevens het oog op valuta-dumping. Enkele textiel producten, als Supers (ongebleekte katoenen weefsels) en Oambrics worden weliswaar vol gens een vast tarief ingeklaard, maar van alle andere manufacturen en, voor zoover mij bekend, alle andere goederen, welke geïmporteerd worden, wordt het invoerrecht naar de waarde geheven. Een gevolg daarvan is, dat na het sterk verminderen van de waarde der valuta van eenige landen, welke goederen aan Nedërl.-Indiëleveren, vele millioenen guldens aan de Nederl.-Indische schatkist ont gaan zijn. Het invoerrecht nu zou geheven kunnen worden naar een progressieve schaal, welke afhankelijk is van de mate van depreciatie der munteenheid van het land van oorsprong. Er zijn allerlei belangen, bepaaldelijk van algemeenen aard betrokken bij den bloei of althans de instandhouding van den Twentschen export en vooral bij een breideling van den Japanschen import in Indië. Het is haast ondenkbaar, dat Japan zijn prijzen niet zal opzetten in Indië, wanneer het zijn concurrenten er heeft, weggedrongen en er moest der Begeering dus veel aan gelegen zijn te voorkomen dat binnenkort de Indische kooper dat is tenslotte de kleine man overgeleverd is aan een leverancier die kans heeft gezien op minder reëele wijze een beheerschende en monopo listische positie in Insulinde te veroveren. Een ineenstorting van de Twentsche industrie heeft nog in allerlei andere opzichten nadeelige gevolgen voor de Nederlarïdsche schatkist en waar uit deze zelfde schatkist pp het oogenblik Tndi in belangrijke mate moel|7worden bijgesprongen, klemt het te meer om, op jiNelke wijze ook, te trachten onze industrie '^e behouden. In feite hangt de toestand in omp overzeesche gewesten met die van het moederkwid ten nauwste samen en het treft pijnlijk wanneer uit zoo weinig blijkt dat men zich dezen samenhang bewust is. Begrijpelijk is het wel wanneer men een der firmanten van Enschedé's grootste onderneming, in een indrukwekkend complex van fabrieks gebouwen , gevestigd, aldus Regeeringsingrijpen hoort bepleiten. Het water moet den fabrikanten zeer na aan de lippen zijn gekomen wanneer zij, met en door vrijhandel opgevoed en groot ge worden, zoo sterk op contingenteering aandringen. Toch meent schrijver dezes te moeten opmerken, dat het b.v. zeer wel denkbaar is, dat de Regeering geen anti-.Tapansche contingenteeringsmaatregelen kan en mag uitvoeren omdat hoogere, algemeene belangen zich volgens haar inzicht ertegen ver zetten. De Twentsche industrie zal dan wellicht met een kluitje in het riet worden gestuurd en de ware reden van Regeeringsafzijdigheid stellig niet en plein public worden uitgesproken, maar het spreekt immers vanzelf, dat voor den Staat belangen van lagere orde ondergeschikt worden gemaakt aan op een hooger plan liggende. Nog wijst de heer Ledeboer erop, dat men meer dan eens Twente conservatisme verwijt. Wanneer men ermede bedoelt, dat wij ons niet in kartels of trusts binden, dan antwoorden wij dat wij niet van zins zijn ons systeem, ieder concern in handen van degenen die het oprichtten en tot bloei brachten, te verlaten, maar wanneer men meent dat wij in andere opzichten achteraan komen, dan kan erop worden gewezen, dat prompt met de jongste behoeften van de markt steeds rekening wordt gehouden en wij niets onbeproefd laten om nieuwe afzetgebieden te vinden. Onze prijspolitiek was daarbij zoo, dat het doek werkelijk voor minimum prijzen bij de directe afnemers terecht kwam. Maar tegen de prijzen, waartegen Japan zijn manufacturen op de markt gooit, hetgeen het doen kan doordat het de factor arbeidsloon, alsmede andere vaste onkosten grootendeels heeft weten uit te schakelen, kunnen wij niet op. Dat de Twentsche exportindustrie zich inderdaad alle mogelijke moeite geeft om het hoofd boven water te houden en daarbij niet voor een ingrijpende ,,TJmschaltung" terugdeinst, bleek mij ook bij het bezoek »aa de Boekalosche Stoombleekerij, waar ik werd rondgeleid door den Directeur, den heer E. van Heek, die tezelfdertijd nog vele belangwekkende mededeelingen verstrekte. In de bleekerij worden de weefsels gefi&ished"; zij ondergaan er de eindbewerking, worden ge bleekt, geverfd, geglansd enz. Het ruwe onge bleekte product wordt zoo tot shirting, cambric, geverfd of bedrukt katoen enz. enz. verwerkt om in dezen eindvorm te worden afgeleverd. De heer Van Heek .deelde mede hoe de grootste fabrieken die met vervaardiging van enkele buikartikelen" voor export konden volstaan en dan hun geheele bedrijf hiermede in gang hielden, nu genoodzaakt waren andere producten te gaan fabriceeren, fancy-artikelen, die voorheen door de veelal kleinere binnenlandsche ondernemers en vooral door Engeland werden vervaardigd. Poplins, fijnere gedrukte of bontgeweven artikelen, fijner overhemdengoed, meubel- en gordijnstoffen, ka toenfluweel enz. enz., dergelijke artikelen moeten nu ook de export-zaken gaan maken ia hun eigen bedrijven of in samenwerking met de bleekerijen die (zooals de Boekelosche) in loonbedrijf voor de groote fabrieken werken. Deze veredelingsbedrijven, waarvan er een viertal vroeger voor 80 pCt. op export werkten, zijn nu dus bezig zich ten bate hunner klanten, de groote weverijen, geheel op dit nieuwe gebied in te richten, terwijl de machinerie voor export, ongebruikt en waardeloos stilstaat. ;, Met de vervaardiging van al deze nieuwe en voor de exportindustrie ongewone goederen kunnen de groote bedrijven toch lang niet al hun getouwen aan den gang houden. Er is thans wisselende en onbestemde vraag naar steeds weer andere fancyartikelen en daarmede komen de "enorme weve rijen, gebouwd voor enkele massa-exportproducten er niet. Intusschen wordt de geheele situatie in de textiel door dezen gang van zaken wanhopig, omdat er een schrikbarende, concurrentie gaat woeden. Wil men trachten door onderlinge afspraken productie en prijs te regelen dan blijkt hoe groot de tegenstrijdige belangen zijn geworden. Immers de veelal kleinere bedrijven, die het binnenland van hun artikelen voorzien, konden zich nog wel redden, hun bedrijf past wel op hetgeen de markt thans eischt. Maar deze goed gevestigde industrie loopt thans door het stopzetten van den export ook al gevaar haar welvaart geheel in te boeten, omdat de belangen der sterk short-time werkende exportfabrikanten geheel andere zijn dan die der meestal nog tamelijk volop draaiende ,, binnenlanders ". Wanneer de heer Van Heek mij aldus op heldere klare wijze den toestand in de textiel uiteenzet, wordt mij weer opnieuw duidelijk hoe het afknijpen van den export fatale gevolgen heeft voor Twente. Hoe de stuiptrekkingen, het verweer van de grootste ondernemingen de geheele textielindustrie doen trillen en wankelen. Natuurlijk somt ook de Directeur van de Boekelosche Stoombleekerij op welke rij van ongunstige factoren den uitvoer eerst deden verminderen en tenslotte vrijwel vernietigden. Maar nu'reeds vroeg ik me af, ot een Nederlandsche, een Indische Regeering uiteindelijk wel iets ver mogen te beginnen tegen den gang van zaken. Is niet een blijvende, groote inkrimping van de exportbedrij ven in Twente het eenige alternatief? Dat ook sommige leiders in Twente min of meer berustend deze mogelijkheid onder oogen zien, zal in volgende bijdragen'hög kunnen'blijken." fK. W. L. BEZEMER Nieuwe uitgaven Dr. L. A. Rademaker, Crematie en het cremato rium, te Velsen. Voor en tegen. Met 9 afbeeldingen en 5 bijlagen. Vierde druk. Uitgave van Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage. Mr. Dr. B. K. Spanjaard. Een industriebank in Nederland. Overdruk uit Economisch-statistische berichten. Dr. J. H. M. Koenen, Zwakzinnigheid bij kin deren. Haar beteekenis in paedagogisch en sociaal opzicht, op grond van een onderzoek in eenige gemeenten in Noord Brabant. (Proefschrift). Uit gave Waalwijksche stoomdrukkerij Antoon Tielen. Dr. E. Rijpma, Korte ontwikkelingsgang der historie. Geïllustreerde kleine en algemeene ge schiedenis. Deeltje II: van de Fransche revolutie tot heden. Derde druk. Uitgave J. B. Wolters, Groningen?Den Haag. Jaarverslag 1932 van de N. V. Levensverzekering maatschappij opgericht door ..Ons Belang". Amers foort.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl