De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 1 juli pagina 10

1 juli 1933 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

P'! :i« ^. f '?-1 CONSTANT \ W^&:'^' '"!$*:? "Si, .v;?».>'??< '. Tentoons collectie-Sch Stedelijk Mu In een vijftal beneden-zalen van het Stedelijk Museum is gedurende de zomermaanden tijdelijk de ver zameling muziekinstrumenten van Dr. D. F. Scheurleer, uit het Museum Scheurlee in den Haag, geëxposeerd. *"' Het is een wereld op zichzelf, wat men hier bijeen vindt. De zalen doorgaand, beleeft mei een geschiedenis van den mensch en het muziekinstrument, die voor den goeden beschouwe boeiend is als een cultuurgeschiedenis. Eerst vertoeven wij temidden van de horden der primitieve muziekinstrumenten, de muziekinstrurnentei der primitieve volken, opgesteld en opgehangen als exotische wapens, veel trommen, vooral trommen, kleine.en reusachtig groote, van kalebassen of van hout, met dierenvellen overspannen, lange en korte speeltuigen met snaren van boomvezels, tegen den wand opgehangen als waren het lansen of pijlenkokers. Het ia Afrika, wat men hier aantreft, een naakt, primitief Afrika, ook in zijn muziekbeoefening. De koning der instrumenten is de groote signaaltrom, de telegraaf van het Afrikaansche oerwoud, die over groote afstanden berichten" doorgeeft, doch ook de muziek vertegenwoordigt bij plechtige gelegenheden: de tamtam. Als een eerste muzikaal lichtpunt" merkt men in deze barbaarsche instrumenten wildernis de zanza op, het z.g. neger-piano'tje, het klankinstrument, dat vaste toonhoogteverschillen heeft, bestaande uit verschillende ijzeren staafjes, met de vingers neer te slaan. Ook het binnenste van Aziëbergt nog de meest primitieve muziek, doch van iets voornamer gehalte wat betreft de versiering 'der instrumenten. Opvallend^ zijn de reusachtige Thibetaansche priesterhoorns, hier aanwezig en tegen de zoldering opgehangen. . -?#'-?-' In Indiëzijn slag- en snaren-instrumenten nog wel primitief; maar meer muzikaal genuanceerd. De Javaansche gamelan is, door inlandars bespeeld, een klankorkest niét een eigen betoovering, dat men in het landschap zelf moet ondergaan: het is geen podium-muziek. Voor-Indië, Arabië, Perzië: het is het strijkinstrument, dat hier tot grootere ontwikkeling komt, kemangeh, rebab, vina, enz. Maar nog altijd blijft de trom overheerschen. De fluit vindt in China een land van ontwikkeling. Maar ook hier domineeren de metalen slaginstrumenten, de gongs, met hun zware stem. i Eerst in Europa begint de werkelijke ontwikkelingsgeschiedenis van het muziekinstrument. Terwijl in Afrika en Aziëfeitelijk geen ontwikkeling voorkomt en de muziek door de eeuwen heen op een zelfde peil van beoefening blijft staan, valt het in Europa op, reeds in de Middeleeuwen, dat men de ontwikkeling der muziek wil door de ontwikkeling van het instrument. In het Europa van vroeger zijn het niet de slaginstrumenten, die naar den voorrang streven, maar de blaasinstrumenten, die in grooten getale en in groote variatie beginnen voor te komen. Daar het nog niet mogelij k was door ventielen de toon f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl