Historisch Archief 1877-1940
"VItf*
TEEKENAARS
- Van Daalhoff
iüyters bij van Lier
. E. VAN DEN TOL
Tentoonstelling van Lier
lenten (die hier niet als in Holland
'«vagen en in elkaar overvloeien)
terden opgenomen en gesublimeerd
a het als van doorzichtig materiaal,
'j&& (door middel van O. I. inkt
Angeduide) en toch uiterst sterk
«bouwde geheel. Later ontstonden,
-*? ook in het Zuiden, schilder
werken als b.v. de haven van Pahna,
?»arin ook zulk een kristal-heldere,
fohte, doorzichtige en sterke synthese
téstreefd werd. In de wereld van
téldere eentonigheid, waarheen
Schuhlacher zijn werk ophief, begonnen
£n laatsten tqd ook weer glanzen,
oyentonen van aardsche kleur
p te bloeien.... Die opkomende
loei vertoont zich ook in zijn Vrouw
*t' Zuidelijk landschap,. het stuk,
'&fc weldra naar Amerika zal
ver"sjizen en hier een eereplaats kreeg.
l«t motief. Vrouw op bloeiende
<trde" werd reeds meer door dezen
hilder gehanteerd, waarbij dan
echt Ae figuur meer als portret gegeven
JTerd dan hier, waar zij van terzijde
«zien over de geheele breedte van
et doek heen ligt als een die bloeiende
arde toebehoorend rhythimsch
verieiöel.
Van Jan Sluyters, de honkvaste,
an men niet zeggen, dat hij aan het
luiden veel te danken heeft gehad.
'ok nu, nadat hij zich liet verleiden
t een reis naar Portugal, kan men
dat niet zeggen Wat hij
van deze reis mee terug
bracht (enkele landschap
pen, een gezicht op het
bergstadje Almosagemi, een
Portugeesch weesmeisje"
en dito Bedelaar") neemt
in zijn oeuvre geen uit
zonderlijke, zelfs geen
vooraanstaande plaats in.
Het is merkwaardig te be
merken hoe Sluyters, tegen
over de fellere kleur en
de meer .?ausgeprftgte"
vormen van het Zuiden
grooter resignatie betoont
dan in zijn Hollandsen
werk, waarin hij, teneinde
zijn schildersdrift uit te
vieren, kleur en vorm
verhevigt. Al dwingt ook
de wijze waarop hij b.v.
het sterke Zuidelijke licht
weet te vangen in zijn
landschappen bewondering
af, ook nu weer blijkt, dat
Sluyters zeker grooter is
als schilder der
menschelijke figuur, die hij steeds
sterk suggestief en raak
en met vaart karakteri
seert, dan als paysagiste.
Als portrettist miste men
bij hem in het werk dik
wijls een diepere stilte,
waarin het wezen van zijn
sujetten sterker zou knnuen
spreken dan nu het geval
is, dit stille spreken werd
wel eens door de felle ka
rakteristiek van het na
tuurlijk type" onderdrukt.
Doordat er, zooals gezegd,
in dit Portugeesche werk
een zekere resignatie kwam,
wordt men in een doek
dat van het weesmeisje, mér
v an d it
soort
sprek e n g
ewaar.
Germ. de
Jong is ver
tegen
woordigd met
een gezicht
op San
Gimignano,
dat het
tusschen
Sluyter's land
schap pen
zeer goed
..uithoudt".
Van van
H e rwij nen
treft men
twee
ZuidFransche
landschap
pen aan.
Van de
Velde schil
derde het
oude fort
Oertaldo
met de
zorgvuldig
heid en in
de belegen
kleur der,
als
Jan Slvyters
door hem vereerde ouden". Epi v.
d. Velde toont, in haar Florentijnsche
vrouw met roode hoofddoek en groene
omslagdoek, als steeds groote liefde
te hebben voor het open
kleuraccoord.
Tenslotte vindt men hier een
wonderlijk teeren droom van John
Radecker, een kale gang achter
St. Julien des Pauvres te Parijs,
n grijze verlatenheid met slechts
n klein armetierig boomtakje, waar
aan een spikkeltje groen, een
verlatenheid echter, die de schilder
vol schonk met heel den rijken
bloei van zijn droomende kunste
naars-ziel. T.
Tentoonstelling -van Lier
Nieuwe uitgaven
Rheumatiek en Jicht, haar oor
zaak en genezing, door Dr.
Hope Hilversum, Fa. J. C.
auf der Heide.
Na een beschrijving van het ziekte
beeld der diverse rheumatische aan
doeningen en van de jicht, wordt in
het 3de hoofdstuk het diepere wezen
van rheuma en jicht aangegeven. Dit
komt dan daarop neer, dat
rheumatiek niet is een plaatselijke aandoening
doch een ziekte van het geheele
lichaam. Ingeleid door locale afkoeling
huid, treedt een vermindering
deider stofwisseling op, waarbij een zekere
mate van vergiftiging nog een voor
name rol speelt.
P. J. Gabriël
Tentoonstelling van Wisselingh