Historisch Archief 1877-1940
m
W"
ar» '
Uit de film: Der Marathonlaufer"
I O S C O P Y
L. J. Jordaan
De groote revanche, die den Dupont van Va
riété" in eere herstelde is niet meer gekomen
niet in Atlantis", zelfs niet in het zeer goede
Menschen im Kafig".
En eerlijk gezegd zij schijnt menschelijkerwijs
gesproken niet wel meer mogelijk. De geniale
greep, waarin Dupont omstreeks 1924 de film
gevat hield, lijkt voorgoed verzwakt. De feillooze
zekerheid en de volmaakte eenheid van stijl
die het chef-d'oeuvre kenmerken, vond hij nimmer
terug. Het heeft in dezen haastigen tijd, die de
film volpropt met dagelijks nieuwe problemen en
verrassingen, weinig zin naar de oorzaak van dien
onbegrijpelijken terugval te speuren. Al behoeft
men, met een zoo ruineuse verandering als de
klankfilm bracht, wellicht niet ver te zoeken.
Der Marathonlaufer" kan niet in de schaduw
staan van het oudere werk, maar het is oneindig
beter dan Peter Voss". Misschien omdat Dupont
hier een terrein heeft verlaten, dat hem nu eenmaal
niet ligt: dat van den humor. Ik schreef het reeds
bij Peter Voss": Dupont is noch geestig, noch
zelfs grappig het is beroerd, want het staat in
onze vreugdelooze en naar vreugde hongerende
dagen, gelijk met een halsmisdaad. . . . maar het is
nu eenmaal zoo. En duizendmaal verstandiger
dan zich tot moppigheid te forceeren, is het er
totaal van af te zien. Gelijk in Der Marathon
laufer" kennelijk is geschied. De eenige zwakke
poging tot humor ligt in de figuur van den trainer,
maar een bittere ervaring heeft Dupont er van
weerhouden den scherts al te ernstig te nemen
het blijft bij wat onschuldige aardigheden. Merk
waardig genoeg mist deze film daardoor echter
totaal de verveling en de gerektheid, die Peter
Voss" tot een beproeving maakten. Men zal er de
curieuse ontdekking in doen, dat een film ook
zonder den alleenzaligmakenden humor licht
boeiend en amusant kan zijn.
Der Marathonlaufer" heeft die eigenaardige
kenmerken, welke men bij een goed,
vlotgeschreven boek aantreft.
Dupont's nieuwste film opent geen niexiwe
perspectieven, begaat geen onbekende wegen en
poneert zekerlijk geen gloednieuwe stellingen. Wij
hebben het wel eens meer beleefd, dat twee
jongelui naar hetzelfde meisje vrijen het komt
ons niet geheel onbekend voor, dat een oudere
getrouwde man evenzeer van de partij is; terwijl
het feit dat tenslotte toch nog de norsche, schuch
tere minnaar met den buit gaat strijken, geen
onverwachte diepten van het menschelijk gemoed
openbaart. Zelfs de omstandigheid, dat de omstre
den schoone voor de variatie ditmaal een zwemster
van internationale reputatie is en de mansper
sonen respectievelijk corypheën van den loop- en
zwemsport zijn, kan de situatie niet merkbaar
wijzigen. Men kan dan ook moeilijk beweren,
dat de intrigue een ondraaglijke spanning ver
oorzaakt wij weten bij den aanvang vrijwel
zeker hoe de zaak af zal loopen. Ook is aan de
personages als zoodanig niet bijster ongewone
aandacht besteed: veel meer dan met smaak en
reserve gehanteerde cliché-figuren zijn zij niet
geworden. Om maar iets te noemen: de sporttypen
uit de overigens als film zoo zeer mislukte Acht
Madel im Boot" waren oneindig meer levend en
belangwekkend. De verdienste van Der Mara
thonlaufer" zit, meen ik, dan ook veel meer in
de luchtige, vlotte en natuurlijke realisatie. Terwijl
het hier toch gaat om de gevaarlijke combinatie
van home made" speelscènes met de machtige
openluchtatmosfeer der Olympiade te Los Angeles,
kan van een merkbare tweeledigheid bijna niet
gesproken worden. Slechts af en toe als bij
den eigenlijken Marathon-loop voelt men als
het ware de zwaardere lucht en den beperkten
horizon der Berlijnsche studio's. Maar voor het
overige gaan de journaalfragöenten en de gestelde
opnamen zonder schokken in elkaar over. Een
prestatie, die een goede aanteekening verdient
en bovendien toch wel op een zekere
pionniersverdienste kan bogen.
Want hier wordt, zij het nog-in bescheiden en
voorzichtige mate, een poging gedaan, die een
nieuwe merkwaardige mogelijkheid van de film
openbaart: het verwei ken n.l. der bestaande jour
naal-opnamen iri de speelfilm. Waarschijnlijk zal
deze truc voor detail-werk wel meer zijn ge
bruikt, maar ze zoo openlijk tot het zwaa,rtepunt
van een film te maken is voorzoover mij bekend
behalve in Million Dollar Legs", een noviteit.
Wij hebben indertijd een gat in de lucht geslagen
(met reden overigens) toen Van Dijke zijn
Afrikaopnamen gebruikte als decor voor een dramatische
handeling. Maar weinigen onzer zullen toen be
dacht hebben, welk een onschatbaar reservoir de
Movie-tone en andere journaals voor hetzelfde
doel vormen. En toch welke mogelijkheden
worden hier niet voor de film geopend ! Welk een
rijk en levend materiaal ligt met deze, na
een vluchtige beschouwing in de archieven op
gestapelde, wereldbeelden niet voor het grijpen.
Zie het op zichzelf doodalledaagsche en vrij
onnoozele scènetje bij den finish van den Marathon-loop
en constateer hoe het plotseling van een immense
spanning wordt door de ingelaschte beelden van
die imposante menigte toeschouwers, welke zich
in uiterste opwinding van haar zetels verheft. En
bedenk dan eens, wat daar in het stof der film
archieven ligt te wachten op den kunstenaar, die
dit weergalooze materiaal zal weten te hanteeren.
Dupont heeft in Der Marathonlaufer" be
wezen, wat een habiele en gevoelige hand met
dezen rijken voorraad kan bereiken. Alleen hierom
reeds behoort deze film tot de opmerkelijke pro
ducten ook al reikt de verdere realisatie tot het
zeer goede gemiddelde. In den regel het is hier
meermalen verkondigd munt het sterke
KammerspieF'-instinct der Duitschers uit door een
subtiele en gave creatie van personen en han
deling. Een dialoog onverschillig waar het over
gaat is voor den liefhebber in de Duitsche film
bijna altijd een genot. . . . Dupont's Marathon
laufer" handhaaft die goede reputatie. Een voor
treffelijke troep spelers een savant en dankbaar
geschreven scenario deden daar het hunne toe.
Brigitte Helm is een dier sujetten, welke (evenals
b.v. Veidt) nooit teleurstellen, doordien zij nimmer
beneden een zeer hoog spel-niveau dalen. Hoewel
haar uiterlijk overigens meer voor de Herrin von
Atlantis" dan voor een sportmeisj e geschapen lij kt,
blijft de vertolking op zeer hoog peil. Hetzelfde valt
te zeggen van den als altijd superieuren Paul
Hartmann als de trainer Barrada. Ook Victor de Kowa
(een nieuwe verschijning) als Georg Cornelius is
zeer voldoende en eigenlijk behoort alleen
Brausewetter, die van den Marathon-looper een tamelijk
onbeduidende figuur maakt, tot de zwakke broe
ders. Aldus werd deze vlotte, goedgebouwde
film nog een aangename verrassing in den kom
kommertijd.
Van Hauser naar Verhoog
De Nederlandsche film is in den laatsten tijd
meer dan ooit actueel van alle zijden duiken
min of meer onheilspellende filmgeruchten op.
Klankfilms worden op stapel gezet in curieuse
gelijktijdigheid zijn onze landgenooten, van Ooi'
van der Lugt af tot den auteur van Gloria
Transita" toe, aan het werk getogen. En wij
houden ons hart vast voor al deze goedbedoelde,
maar nog door weinig ervarin'g en waarschijnlijk
zeer twijfelachtig materiaal gesteunde pogingen.
Intusschen brengt een wederzien in de Uit
kijk" van de populaire film, door den amateur
Hauser gemaakt, den beschouwer vanzelf aan het
peinzen. Onze gedachten gaan dan onwillekeurig
uit hoe zouden zij niet in deze dagen van koorts
achtige nationale activiteit? ! naar den
Nederlandschen Hauser, den zee-officier P. Verhoog.
Het is hier niet de plaats1' het werk van
onzen maritiemen schrijver als litteratuur te ver
gelijken met het voortreffelijke werk van Heinrich
Hauser. Maar het moest mij iiidertijd reeds, bij
de bespreking van Pamir", van het hart, hoe zeer
het Duitsche boek superieur is aan de film. Met
alle waardeering voor de liefde waarmee Hauser
zijn filmmateriaal verzamelde, blijft men het
toch betreuren dat de montage en de heele bouw
van de film niet aan zaakkundiger hand werden
Paul Hartmann en Brigitte Helm
toevertrouwd. Ziehier een onvergelijkelijke stof,
uit een rijke, boeiende realiteit gegrepen, geschikt
voor alles wat een werkelijk filmkunstenaar er
van wenscht te maken. En ziehier ook een terrein
waarop wij de buitenlandsche concurrentie met
aanmerkelijk minder risico kunnen verdragen.
Wie de romans van Verhoog gelezen heeft, zal
ongetwijfeld, evenals schrijver dezes, voortdurend
getroffen zijn door de filmstof par excellence,
welke zich daar als het ware opdringt. Onder de
tropenzon", Van zeeën en havens". Op brui
sende golven''. .. . al deze graag gelezen werken
van den populairen auteur, vragen bij wijze van
spreken om een transpositie in de film. Het is mij
niet bekend of de heer Verhoog zelf reeds over
deze quaestie heeft nagedacht noch hoe hij
tegenover de film staat, maar ik ben er van over
tuigd dat de Roh-stoff" in zijn boeken opgesta
peld, voor de filmcamera een begeerenswaardigen
buit vormt. Stel u voor een scheepsjournaal, nu
eens niet op papier, doch op celluloid vastgelegd
hetzij door Verhoog zelf of door een vakcamera
man opgenomen en later door een Franken of
een Ivens verwerkt. Is het niet om het fameuse
Hollandsche hart sneller te doen slaan en onder
minder bange voorgevoelens dan ons bekruipen
bij gepruikte en geschminkte Willem de Zwijgers,
met precaire tooneelreputatie of Nederlandsche
melodrama's met zang, muziek en dans. . . . ?
Ik geef het idee gratis, voor ieder die van goeden
wille is !
Nieuwe uitgaven
De Ster van BethleJietn, Een bundel Kerst
verhalen, verzameld door C. Jacobs, Van
Gorcum & Camp. N.V., Assen.
Van deze verzameling van Kerstverhalen kan
niet gezegd worden, dat ze alle even gelukkig
gekozen zijn. Zoo valt na De vierde Wijze uit
't Oosten", het verhaal van Pol do Mont over
Gotelindis" werkelijk zeer tegen, daar het de
sfeer der middeleeuwen poogt te benaderen en
daarin in het geheel niet slaagt. Volledigheids
halve zij hier vermeld, dat verschillende verhalen
zijn naverteld. ]{.
Uit de film: Pamir"