De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 15 juli pagina 19

15 juli 1933 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

iv- DE VIER "WEKEN VAN MENEER KRANENBURG Teekenlneen J. F. Doere week M jWjj hebben een bekoorlijk en ver nissend evenement achter den rug, wfHit er is ui de buurt een openluchtvoorstellizig geweest en wij zijn er allen heen geweest, juist om het landelijke en primitieve van zulke dingen. De kwartiermeester en zijn vrouw, de inspecteur D. B. en diens vrouw (een -overigens onbeduidende tante die de zorg en het pond varkenslappen in vieren duidelijk op haar gezicht draagt) en verder de journan het stoomtrammetje list, met wien ik mij verzoend heb, omdat de man me wel eens aflossen kan bij het bridgen en behoorlijk amende honorable gedaan heeft. . . . Ik moet u zeggen, meneer Kra nenburg, zei hij, dat ik u onderschat heb. Dat andere pensiongedoe laat me koud,1 maar u is een algemeen ontwikkeld man met smaak, want anders -zou- u niet in de Groene schrijven. < ? ' Ik schrok want ik had afgesproken met dieüaardigen jongeman dat alles 'Ónder n nom déplume zou verschijnen. Pseudoniem is óók n woord dat gebruikt wordt onder ^ Ik had u dadeUjk herkend, zei de journalist. Niemand kan zoo aardig n bedekt als u dat doet laten zieff dat hij weet wat hij weet. U is gewoonweg- verknipt aan de Posterijen. Het verwondert mij eigen lijk dat u gén lid is van de Maat schappij van Letterkunde waar mér zulke ménschen als u in zitten. nzoovobrt. ; ? Op diémanier kon ik den man niet langer een kwaad hart toedragen en de zaak was in het reine. ; '. Er ging in het openluchttheater, dat met de stoomtram een uurtje hier vandaan ligt, een drama van Middeneeuwsche structuur en de jour nalist vertelde mij er alles van. TJ moet het. zóó begrijpen, zei hij, dat de problemen van dezen tijd net zoo goed in de Middeneeuwen bestonden, al waren het toen geen problemen nog, omdat niemand er over dacht. Zooals u b.v. via Freud gemakkelijk komt tot de diepere beteekenis van het verhaal van Mozes en het biezen kistje, zoo ontdekt men dok in het Middeneeuwsche drama voor zoover men van drama in de Middeneeuwen kan spreken ?. volgt u me ? Absoluut, zei ik. Het was trou wens niet anders mogelijk, want wij zaten in de stoomtram en ik had niet kunnen uitstappen, ook al had ik gewild. In het drama van vanavond dat ,,De zestien bruiden van Ridder ?Persyn5' heet en .geschreven is door een uiterst begaafd dichter, die de stof weer ontleende aan een anderen dichter, die dood is, maakt u eigenlijk kennis met den middeneeuwschen Peter Kürten en den Middeneeuw schen Landru. Hij werkt echter niet in het geheim, zooals de laatst genoemden vanwege de inmengingszucht der politie wel verplicht waren te doen, want in dien tijd kon een aanzienlijk man nog wel eens even in crimineel-sexueel opzicht de blommetjes buijten zetten, zonder dat hij dadelijk agent nommer zooveel aan de ophaalbrug kreeg. Bidder Persyn was, hoe zal ik zeggen, nog al eens verloofd, doch wanneer hij dan weer eens een tijdje naar den hals van zijn bruid had zitten kijken kreeg hij de onweerstaanbare lust dien om te draai en. Gelukkig voor den man was er nogal Ersatzmaterial in de buurt, want u voelt wel dat tegen zulke gewoonten geen geboortestatistiek opge wasschen is, vooral niet omdat er geen politieverordeningen waren om deze meer en meer insluipende zucht naar overtreding den kop in te drukken. Het gekke is dat Ridder Persyn om zijn slechte gewoonten bekend stond en bij wijze van spreken niet op straat kon loopen zonder er op aangekeken te worden, doch de man had zooveel sex-appeal, dat de bruiden er bleven invliegen tot ze ergens in een speciaal gereserveerd gedeelte van het woud aan een boom hingen te bungelen en de diepbedroefde familie het nakijken had. Ik wil niet zeggen dat de volgrijtuigen niet in innerlijken opstand kwamen, doch de man was machtig en de politie slecht en onderbetaald. Zonder huive ren mag men er dan ook niet aan denken wat er in Amsterdam gebeuren kan nu men de salarissen van het politiepersoneel heeft verlaagd er zijn zoo verschrikkelijk veel boomen in die stad en men kan van de lust moordenaars niet verlangen dat zij,, net als de juweelendieven, zelf de buit terugbrengen, onder belofte van zand-er-over en een hartelijk getuig schrift. Dwaal ik af? Niet in het minst, zei ik. U was bij de zestien bruiden... . Persyn eveneens, doch niet te gelijk. Hij moordde op afbetaling, dt>ch een van zijn bruiden een vrouw die ik als voorbeeld zou willen stellen aan iedere bezuinigingscom missie of zou willen benoemen tot directrice van de Amsterdamsche gemeentelijke waschinrichtingen, was hem te slim af. Zooals Kürten eigenlijk ten offer viel aan zijn ijdel heid en Landru aan zijn ingeboren goede hart, zoo viel Persyn door zijn zwakheid. In plaats van bij de oude beproefde methode te blijven, liet hij zijn laatste bruid de keuze van wapenen. Vijftien maal had de strop tot ieders bevrediging gewerkt en never change a \vinning team" het meisje koos het zwaard en ver zocht Persyn zijn opperkleed te willen uittrekken opdat het niet vuil zou worden onder het werk. Met stofafnemen, schoonmaak en al dergelijke dingen maskeert een vrouw complexen, voelt u ? Persyn, de driedubbelovergehaalde ezel, trok zijn jasje uit en hij werd met den zwaarde geëxecuteerd. Door zijn eigeri meisje. Dat zult u vanavond zien. Meneer Kranenburg wordt des duivels Hebben die artisten dan zelf nooit vacantie? vroeg de vrouw van den inspecteur D. B. doch de journalist zeide: een acteur heeft eerst vacantie wanneer hij op het tooneel staat en de zaal gevuld ziet. Als vanavond het theater vol is, zullen ze voor het eerst sedert jaren vacantie hebben. Een acteur vraagt niet in de eerste plaats om loon hij wil spelen. Als de zaak failliet gaat werkt hij door voor niets. Men noemt dit ,,en partage spelen". Zoodra zijn portie grooter wordt dan zijn loon geweest zou zijn is hij weer in loondienst. Als wij zulke ménschen bij de gemeente en het Rijk hadden, waren wij uit de crisis. Het stuk is ons niet meegevallen, want de wind was den verkeerden kant uit en af en toe, vingen we maar een vleugje op. Vóór dat we het goed wisten zagen wij vijftien opgehangen verloofden in het bosch van Ridder Persyn en de zestiende zocht al een plaatsje uit, fluisterde mij de journa list toe. ,,.... Is dat u w bergplaats lieer ?'' VS. De laatste bruid van Persyn vraagt het arme blonde kind aan den massa-moordenaar. . . . Dan gaat zij ?.e stuk voor stuk tellen en iemand in het publiek zei: turf ! als ze er vijf gehad had en toen sprak ze: ,,.... Ik tel er vijftien maar. Hoe onheilspellend zijn toch de (geluiden Van 't kraken van de touwen UWQB bruiden". Het was ver over elf toen Ridder Persyn een kop kleiner gemaakt werd en het was de hoogste tijd, want om half twaalf ging de laatste tram en onderweg hebben wij het nog wat over het stuk gehad. .. (Vervolg op pag. 20)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl