Historisch Archief 1877-1940
No. 2929
De Groene Amsterdammer van 22 Juli 1933
15
De graanprijzen
*v
rt
i'*1
Jff
C. A. Klaasse
Actie tot verbetering
Dat de resultaten van de Londensche conferentie
poover, uiterst poover zijn. weten we nu langzamer
hand wel. Dat b.v. de monetaire commissie, die toch
over het algemeen werd beschouwd als n van de
«pillen waarom de conferentie draaide, alleen maar
tot overeenstemming is kunnen komen met be
trekking tot het volkomen onbelangrijke- zilver
vraagstuk, is in dit opzicht wel teekenend. Maar
toch zullen er tenslotte wellicht nog meer licht
punten blijken te zijn dan men denkt. En wel voor
namelijk omdat op deze conferentie het eerste con
tact is gelegd om, ten aanzien van verschillende
vraagstukken, tot internationaal overleg te gera
ken. Daarbij moet men in de eerste plaats denken
aan het onderdeel: coördinatie van productie en
verbruik. Met betrekking tot een groot aantal
primaire producten en grondstoffen zijn de partijen
met elkaar^in voeling gekomen, en hoewel men nog
op geen enkel gebied aan definitief resultaat toe is,
schijnt toch de kans op uiteindelijk succes niet zoo
erg klein. Zelfs ten aanzien van de zoo ontzaglijk
moeilijke regeling van de tarweproductie staan de
kansen niet zoo heel slecht. Nogmaals, wij zijn er
nog lang niet, en lange onderhandelingen zullen
nog noodig zijn. liet Chadbourne-plan is ook niet
in n maand tot stand gekomen. Wanneer de con
ferentie alleen maar de eerste kiem heeft gelegd
om op dit terrein straks tot resultaat te komen, dan
ia zij daarmee reeds ten volle gerechtvaardigd.
Immers hoezeer de graanprijzen, en in de eerste
plaats de tarweprijzen, van beteekenis zijn voor de
conjunctuur in het algemeen, wordt nog te weinig
beseft. Deze kant van het vraagstuk: de graan
prijzen niet als crisisfactor in den landbouw, maar
als element van de algemeene depressie is onlangs
weer helder belicht in een artikel in de E. S. B. van
Dr. F. G. Waller. De in deze beschouwing genoemde
cijfers betreffende de graanproductie (waaronder
dan verstaan wordt: tarwe, maïs, gerst, rogge,
haver, rijst) zijn bijzonder interessant. De waarde
van de wereldproductie in de jaren 1925-29 tegen
?de toen geldende prijzen wordt op niet minder dan
47 milliard becijferd. Interessanter nog is de calcu
latie van het verschil tusschen de waarde van die
. wereldproductie tegen de gemiddelde prijzen
19252.9 en de prijzen in 1932. Die berekening komt uit
«p een achteruitgang van de opbrengst voor de
producenten met niet minder dan 29£ inilliard.
Een cijfer, dat, zooals de schrijver opmerkt, grooter
Is dan de gezamenlijke jaarlijksche staatsuitgaven
van Engeland, Frankrijk, Duitschland, Italiëen
de Vereenigde Staten. Een nadere analyse van dit
cijfer van achteruitgang der inkomsten toont aan,
dat de verschillende exportlanden daarvan natuur
lijk sterk hebben geleden. Op grond van productie
en prijzen van 193' verminderden de jaarlijksche
inkomsten uit graanexport, in vergelijking tot het
gemiddelde in 1925-20, in Argentiniëmet 623
millioen gulden, in Canada met 927 millioen, in Au
straliëmet 152 millioen. In de Vereenigde Staten,
waar naar verhouding het binnenlandsch verbruik
natuurlijk veel belangrijker is, bedroeg de achter
uitgang van de productenwaarde in export in dat
tijdvak 612 millioen.
Dat de genoemde exportlanden dientengevolge
in staat waren slechts in veel geringere mate dan
voorheen uit Europa en de V. S. industrieproducten
te koopen, behoeft wel niet te verwonderen. Zoodat
al aanstonds duidelijk is, dat deze enorme
achterKUN STZ AAL
VAN LIER
DOORLOOPEND
TENTOONGESTELD
ROKIN 1
AMSTERDAM
KUNSTWERKEN VAN
JONGE HOLLANDSCHE
EN BUITENL. MEESTERS
uitgang van inkomsten der agrarische landen, een
krachtigen terugslag moet 'Jiebben gehad op den
industiieelen export van hun graanafnemers, terwijl
de daling der inkomsten van de boeren in de landen,
waar zij vooral voor cie inheemsche markt werken,
een zware slag moet zijn geweest voor de eveneens
inheemsche industrieën die de boeren van fabri
katen voorzien. Voor de A'. 8. is deze laatste factor
van zeer groote beteekenis; terwijl, zooals boven
aangegeven, de achteruitgang van de waarde dei'
geëxporteerde granen van 1925-29 tot 1931 maar
012 millioen was moet de totale achteruitgang van
de opbrengst van den heelen oogst in de periode
192529 tot 1(>32 niet minder dan 7 milliard gulden heb
ben bedragen.
Het zal wel nauwelijks meer noodig zijn den
daartegënovergesteldendooddoener te bestrijden, dat da
genoemde daling der inkomsten van de graan
producenten in haar invloedopdenafzet van indus
trieele producten aan de verbouwers wordt ge
compenseerd door een evenredig stijgende koop
kracht voor die industrieele producten van de zijde
der consumenten der agrarische voortbrengselen.
Zulk een compensatie is er inderdaad, zooals ook
de schrijver van bovenvermeld artikel toegeeft,
maar zij is naar zijn meening' volkomen ontoerei
kend om de mindere inkomsten der farmers te
neutraliseeren. Ik meen, dat die conclusie volko
men juist is, niet echter zoozeer om de motieven
in bedoeld artikel genoemd, (het eerste argument:
dat de verliezen van den landbouw afgetrokken
moeten worden van de voordeelen der consumen
ten is juist, maar heeft geen invloed op den afzet van
industrieele producten waarom het gaat, zou die
integendeel eerder stimuleeren; het tweede: ook
het uitblijven van winsten bij den landbouw beïn
vloedt den industrieelen afzet zegt, niets ten aanzien
van het kardinale punt: den invloed van de daling
vau de kosten van levensonderhoud op den af/.et
van industrieele producten aan de
niet-boerenbevolking).
Het voornaamste motief, dat tegen die com
pensatie pleit, is het ervaringsfeit dat. indien
een belangrijke prijsdaling voorkomt in een be
langrijken tak van bedrijf, de inkomstenverschuivin
gen, die daarvan het gevolg zijn, nimmer den terug
slag, welke de daling der inkomsten der betrokken
producenten heeft op den afzet der aan hun ver
kochte artikelen, voor het bedrijfsleven als geheel
vet mag weg te nemen. Massale
mkomstenversc'huivingen beteekenen vaak, maatschappelijk
gezien, inkomstenvermindering, omdat het ver
schoven inkomen vaak voorloopig niet wordt be
steed, daarom voor de gemeenschap te loor gaat
(het geld van dat inkomen moge op spaarbank of
op andere wijze bewaard blijven, het reëele inko
men gaat immers teloor wanneer het geldinkomeri
niet wordt aangewend !).
Vandaar dat inderdaad de agrarische prijsdaling
van zoo enorme beteekenis is voor de algemeene
conjunctuur. Hetgeen trouwens bijna alle regee
ringen zich realiseeren, vandaar de schier allerwege
toegepaste steunmaatregelen die de bedoeling heb
ben de prijzen dezer productie omhoog te werken.
Daarom zou dan ook een actie om door productie
en verbruik dezer artikelen evenwicht te bren
gen van zoo groot nut kunnen zijn. Om alle be
langhebbende partijen tot elkaar te brengen zal
werkelijk niet makkelijk zijn. De overzeesche pro
ducenten zullen er op wijzen, dat de Europeesche
verbouwers, doordat zij in de jaren sedert 1925 hun
productie zoo sterk opvoerden, feitelijk de crisis
veroorzaakten; de Europeesche landen daaren
tegen zullen zich er op beroepen, dat in dien tijd zij
slechts den achterstand inhaalden die door den
oorlog bij hen was ontstaan in vergelijking met de
jaren 1909-13, terwijl juist de overzeesche pro
ducenten in de jaren na den oorlog, 1921-25, hun
productie sterk uitbreidden.
Vervolgens zullen landen die zelf graan
produceeren, maar toch nog een zeer belangrijken invoer
hebben, eenigen weerstand moeten overwinnen om
mee te-doen aan een regeling die den prijs omhoog
schroeft maar hun niet toestaat hun eigen pro
ductie noemenswaard te verhoogeri. Zij werken
dan vrijwillig mee om hun invoer duurder te be
talen.
Men bedenke daarbij echter, dat, indien men
de zaak van breed standpunt beziet, die hooge
prijs ook weer aan het importeerende land ten
goede komt in den vorm van grootere koopkracht
^voer zijn industrieele producten der agrarische
exporteurs. En tenslotte zijn er nog andere zwa
righeden. Zeer terecht heeft minister Colijn tijdens
een interview er op gewezen dat, b.v. voor Neder
land het buitengewoon moeilijk zou zijn mee te
werken tot een restrictieregeling.
Afgezien nog van de vraag of wij dan onze pro
ductie zouden moeten inkrimpen is het wél heel
moeilijk zich te verbinden, niet tot uitbreiding van
de voortbrenging van graan over te gaan. Immers
nu aan alle kanten onze agrarische export wordt
bedreigd, wordt het zaak te overwegen of we niet
meer en meer ons moeten inschieten op zelfvoor
ziening-. Wanneer men onze zuivelproducten veel
minder gaat koopen, dan zullen wij de vrijkomende
landerijen tenminste moeten kunnen gebruiken
om onze graanvoorziening meer onafhankelijk van
den invoer te maken. Dat heeft met het principieele
streven naar autarkie niets te maken, dat kan
harde en betreurde noodzaak worden.
Kr liggen dus voetangels en klemmen. Maar liet
doel van een actie tot prijsverbetering der voor
naamste granen is zoozeer de moeite waard, dat het
alleszins loont om te trachten de bezwaren te on
dervangen. Voorloopig hebben de slechte oogst in
Ameiika en de dollardepreciatie al een eerste
steun aan de prij/en gegeven, maar het is de vraag
of zonder verder ingrijpende maatregel een duur
zame noemenswaardige verbetering der prijzen te
wachten is.
De te Londen aangevangen besprekingen, die
allang niet meer in een beginstadium verkeeren,
verdienen dan ook alle aandacht. Wanneer men
voor taiwe een regeling zou kunnen bereiken, dan
ware dat al heel belangrijk. Want zooals in
bovenaangehaalde artikel ook nog' wordt onderstreept
hangen de prijzen der andere granen met dit
product nauw samen, terwijl daarmee weer
andere marktfactoren samenhangen, zooals b.v.
de vetmarkt met den maïsprijs via de varkens
re esterij.
Nieuwe uitgaven
Hommen op Nederland door M. J. M.
Gemmeke. L'iiijave A'.T'. Drukkerij Jaciïrun
Kamden, AiHnii'rduiH.
Nu bij de conferentie in Londen wel over
duidelijk gebleken is met welke moeilijkheden een
heid te verkrijgen is in detail kwesties, om van de
oplossing der groote economische problemen maar
niet te reppen, is het oorlogsgevaar in Europa
geenszins denkbeeldig geworden en bevinden we
ons misschien al in de onmiddellijke nabijheid
van een nieuwen ,,grooten oorlog".
Het is er den schrijver, inspecteur van politie te
Amsterdam, thans om te doen na te gaan wat er
gebeuren zal gedurende de eerste uren na de mobi
lisatie. Het zal niet meer de trage troepenconcen
tratie naar de grenzen zijn, maar de uiterst snelle
race der oorlogsvliegtuigen en 'groote bommen
werpers, die binnen enkele uren een land als het
onze volkomen lam zullen slaan.
Heel nuchter en heel zakelijk wordt hier vast
gesteld, wat er met het volkomen onwetende en
weerlooze volk, waarbij elke politieke kleur door
mosterdgas en yperiet wordt weggevaagd, zal
moeten gebeuren. Deze brochure is e3ii ernstige
waarschuwing, d;e ter harte moet worden genomen.
B.
Nerveus
en overspannen, onrustig
en slapeloos. Men gebruike
hiertegen de zenuwstillende en zenuwsterkende
M ij n hardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 et. Bij Apothek. en Drogisten