Historisch Archief 1877-1940
DE VIER AVEREN VAN
MENEER KRANENBURG
Teekenlngen J. F. Doeve
Tierde en laatste week
Onze tijd begint op te schieten
en iedereen zegt, dat ik bruin geworden
ben, zoodat ik me bij mijn terugkomst
niet hoef te schamen. Het is welletjes
zoo. Na vier weken natuur begint
een mensch naar on-natuur te ver
langen, om het zoo maar eens uit
te drukken. De stad trekt hem weer
aan en zijn dagelijksche gewoonten
ik snuif bij mijn terugkomst de
geur van het asphalt weer op
het geklingel van de tram is mij
liefelijker dan de nachtegaal en ik
hoor weer de taxi's in de bochten
remmen....
Meneer Kranenburg, heeft de
journalist gezegd, u is een stads
mensen en zoomin als de stad buiten
kan, zoo min kunt u buiten de stad.
Zet een gorilla achter het loket
van het postkantoor en het beest
krijgt na een dag aanvallen van
melancholie en de lust om iedereen
te bijten, die om een postzegel komt
zanikken. Doch wat gebeurt er met
u wanneer ik u uw kleeren uittrek
en uw huid met bont laat begroeien
en ik zet u op den derden tak van boven
op boom dertien in het oerwoud?
U gaat dood omdat u niets nuttigs
weet te verrichten in de natuur.
Doch zoudt u daar een passende
partij vinden en trouwen, dan zouden
uw kinderen in de derde generatie
met hun pooten een borderel in
kunnen vullen en met hun handen
geld terug geven van een rijksdaalder
en uit. die gelukkige kruising zou de
ideale postcommies geboren worden,
die twee menschen tegelijk kan helpen
en genoegen zou nemen met een
tractement van twee harde eieren en
acht banapen per dag....
n.
tv
lust om iedereen te bijten
Ik heb den vent eens aangekeken,
want ik vertrouw hem eigenlijk maar
half met dat ironische lachje en zijn
quasi-respect. Hij bemoeit zich de
laatste dagen nog al met een weduwe
met drie dochters die in het pension
is komen wonen en zijn sik is weer
bruiner dan ooit. Je zou hem vijf
en veertig geven ??? en hij zou ze
houden k. De weduwe komt hier
ieder jaar en de dochters lijken op
haar als een vredespostzegel op een
Willem de Zwijgerzegeltje. Hoe dik
wijls ze weduwe geweest is kan je
dus niet zeggen. De journalist gaat
met haar wandelen en ze schandali
seert de eekhorentjes met haar robe
de soleil", die niets te vermoeden
over laat. Wij negeeren haar, doch
je kunt de dochters niet laten boeten
voor de onaangename kwaliteiten
van de mama en dus speel ik dikwijls
croquet met haar, wat de journalist
niet aardig vindt. Hij is begonnen
mijn vrouw tegen me op te stoken,
die zegt dat ik me teveel inspan, en
hij heeft succes gehad. Zooeven zag
ik hem met de dochters het woud
inwandelen ??? hij droeg plus fours
en hangmatten, nadat hij de moeder
wegens de hoofdpijn een tabletje
heeft aangeraden. Het moet een
reëele knook out geweest zijn, want
wij hooren haar door het heele huis
snurken en intusschen halewynt de
journalist door de lommerrijke lanen
met de drie dochters. Ik gun het
hem, maar het zal me benieuwen
hoe hij dat heele geval in zijn
Zwitsersche brieven zal vlechten.
Het is merkwaardig hoe er na ruim
drie weken een ontevreden stemming
kan gaan heersenen
in een pension en
dat is het geheim
van onze
stoombooten, naar ik me
heb laten vertellen
door den kwartier
meester, die er óók
overdenkt om weg
te gaan. Ze geven
daar de menschen
zoo overvloedig en
aangenaam te eten,
dat de booze buien
bezworen worden.
Wanneer onze pen
sionhouder een toe
lage van den duivel
had om ontevreden
zielen te kweeken,
zou hij er niet beter
in kunnen slagen
dan nu. Het is of
alle vleesch bief
stuk, gehakt,
rollade,
varkenskarbonade, saucijsjes
en dergelijke ? zoodra het in de
pan komt door een soort uniformi
teit wordt aangetast. Het smaakt
precies het zelfde. Ik ben dol
op een goede bruine sju, maar de
sju (je schrijft het jus" zegt de
journalist en ik geef er de voorkeur
aan de dingen te schrijven zooals
je ze uitspreekt) lijkt hier welbij het
fust ingekocht. En hetzelfde hebben
wij met de jam. Het lijken wel vijgen
pitjes met mierzuur en aangezien
.. iiemand er van eet, doen ze ongeveer
een maand met een pot. Alleen de
vrouw van den inspecteur eet er
van en met een gezicht of ze thuis
nooit iets anders krijgt. Gisteren
hadden we kip, want de patroon
voelde dat er van de Bilt geseind
was: storm op komst. Het leek wel
potlooden met runderzenuwen, maar
we moesten de goede be
doeling waardeeren.
Wat zal uw man
het heerlijk vinden wan
neer hij weer thuis is, me
vrouw Kranenburg, zei de
journalist. U ziet eruit of
u heerlijk koken kunt....
De drie wurmen van
de weduwe begonnen te
giechelen en mijn vrouw
keek nog verheugd alsof
ze de vergiftige bedoeling
van het compliment niet
snapte. Ze kón iets meer
aan haar toilet doen en
ofsphoon ik haar niet
graag in strandpyama's
zou zien er zijn gren
zen voor een Rijksambte
naar hoeft ze er toch
niet uit te zien alsof ze de
geest zooveel belangrijker
vindt dan de materie.
Want dat vindt ze niet.
Als we eens uit tijdver
drijf een kleinen tafeldans
doen, zoo 's avonds, want
overdag wil het niet, wor
den de antwoorden direct
beter als zij even de kamer
uit is. De weduwe en haar
dochters zijn er dol op en
hoe de journalist het klaar
speelt weet ik niet, maar
de moeder zit altijd naast
mij en hij zit tusschen
de oudste twee dochters in. Als men
mij vraagt geloof ik dat hij verant
woordelijk is voor al die spotgeesten
die zich bij ons presenteeren, want
tóén ik vroeg aan den geest van
Bismarck wij zitten hier vlak bij de
Duitsche grens en de politiek is dus
niet van de lucht wat hij van de
grondwet van Weimar dacht, kregen
wij ten antwoord: C & A is toch
voordeeliger. Wat heeft dat er nou
mee te maken. Ik vroeg nog wanneer
het einde van de crisis zal komen
en Bismarck meende: als alle uilen
ophouden er over te praten. Toen
hebben wij den geest van Sara
Bernhardt opgeroepen, die een bekende
Fransche tooneelspeelster was uit
den tijd van l'Aiglon, zegt de jour
nalist, en ze tikte zoo rad dat ik het
niet volgen kon en de meisjes van de
weduwe zaten zoo te lachen, dat
nüjri vrouw ineens het licht aandeed.
Het was net of er iemand van de
knieën van den journalist wipte, doch
deze beweerde dat wij een mani
festatie gezien hadden hij sprak
zoo vleiend op mijn vrouw in, dat
die het ten slotte eveneens begon
te gelooven en nu lederen avond
séances wil houden. Ik moet toch
eris zien te informeeren aan welk
blad die journalist verbonden is.
Zoo langzamerhand zijn wij aan
het pakken geslagen en met een gevoel
van geluk zie ik onze koffers staan.
Ik kan niet zeggen dat mijn vacantie
een onverdeeld genot is geweest,
doch aan den anderen kant vervult
het mij toch met fierheid, dat ik dien
tijd niet ledig heb doorgebracht
en mij bewogen heb op een terrein
dat mij tot dusverre vreemd was,
dat der journalistiek. Ik heb het
niet heelemaal vóór mij kunnen
houden en gisteren zijn er kleine
onaangenaamheden geweest met den
kwartiermeester, die toevallig van
C en A is toch voordeeliger
een vriend de Groene heeft toege
zonden gekregen en zijn vrouw her
kend heeft. Het was een ontzettend
penibel geval, want ik wist niet
hoe ik mij er uit redden moest, maar
ik zei, dat ik terwille van de lokale
kleur een beetje overdreven had en
dat men dit een journalist niet
kwalijk moet nemen.
Journalist me grootmoeder, zei
hij. Als je actief was zou ik je voor
een eereraad sleepen.
Dat doen alleen menschen die
met hun eer geen raad weten, zei ik.
Het was bijna tot handtastelijk
heden gekomen en vanmorgen aan
het ontbijt heerschte er een stilte
of er een lijk boven aarde stond.
Mijn ei was steenkoud. Dat alles
belet mij niet verder te gaan op den
ingeslagen weg en ik heb een boekje
besteld van een zekeren heer Hans,
dien ik trouwens wel ken omdat hij
op Prinsjesdag zoo aardig en bijna
hartstochtelijk van de Gouden Koets
kan praten. Het handelt over journa
listiek en het is mij zeer aanbevolen.
(Vervolg op pag. 20)