De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 29 juli pagina 1

29 juli 1933 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER -#'--;.' . Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. G. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: G. F. v. D am Keizersgracht 3SS, Amsterdam C. - Telefoon 37964 * Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2930 Zaterdag 29 Juli 1933 .t f J* Ivf irk < Goering en de nationaal' socialistische onderwereld Dr. M. van Blankenstein Aankondiging der afrekening? Hauter pour inicux reculer Critieke periode Duitschland staat voor een kentering. Hoe die in haar werk zal gaan moeten wij afwachten. In ieder geval is nu duidelijk, dat Hitler en de zijnen beseffen de dingen niet langer op hun beloop te mogen laten. Het was erger en erger geworden, omdat het niet beter werd. Wat in Maart als revolutionair exces verontschuldigd kon worden, kwam nu op rekening van de regeering. Er gebeurden nog steeds gruwe lijke dingen in Duitschland, en nog steeds werden zij naar buiten bekend. Het is nu eenmaal niet te stoppen, dat de buitenwereld allerlei verneemt van hetgeen in Duitschland geschiedt. Berst heeft de regeering daar zelf schuld aan gehad door niet te beseffen wat de menschheid buiten Duitschland als gruwel .beschouwde. Bedevoeringen van Goe ring en Goebbels zijn het, zooals men weet, vooral geweest die voor de andere volken van Europa liet nieuwe bewind in Duitschland hebben gekarak teriseerd. Men heeft in dat opzicht het een en ander geleerd. Vooral uit Engeland heeft men zich harde lessen moeten laten welgevallen. Geen daarvan is nuttiger geweest dan het bezoek van Hitler's vriend en raadsman in internationale aangelegen heden, Arthur Bosenherg, aan Londen. De bejege ning die hem daar ten deel viel, de discussies bij de befaamde ontmoeting met de Britsche journa listen, hebben hem geleerd wat het zeggen wil, voor de wereld gebrandmerkt te staan. Wat niet mogelijk scheen is gebeurd: sedert dien is hij veel stiller geworden. De Engelsche correspondenten te Berlijn zijn voortgegaan hun plicht te doen. Vooral de ?correspondent van de Times te Londen heeft dapper en voortreffelijk werk ter voorlichting gedaan. Het lijkt mij gerechtvaardigd den naam van dezen anonymen journalist te noemen: N. Ebbutt. Zijn positie als correspondent van het eerste blad ter wereld gaf hem zeer zeker tegenover de Duitsche overheid beveiliging; als men den Correspondent van de Times officieel had aangetast ?om zijn nuchtere, goed gedocumenteerde, maar daarom zoo indrukwekkende berichtgeving, dan ware de uitwerking in Engeland niet te overzien geweest. Maar wie kon instaan voor de daden van zelfstandig handelende stormafdeelingen, die on gestraft zooveel wandaden, die voor de regeering pijnlijk waren, hebben bedreven? Zij vormden en vormen het groote risico voor den buitenlandschen journalist te Berlijn, die den moed heeft zijn plicht te doen. Met twee gevaren tegelijkertijd hadden en hebben deze journalisten rekening te houden: Het gevaar voor hun eigen veiligheid, en die hunner zegslieden. Bittere ervaringen hebben sommigen hunner op dit laatste punt opgedaan. Het is moeilijk in Duitschland een klein gedeelte te vernemen van hetgeen er gebeurt, daar men er nu zooveel onderscheidingsvermogen gekregen heeft voor hetgeen anderen compromittant vinden, dat men kieskeuriger geworden is in zijn mededeelingen. Wij hebben echter soms den indruk gekregen, dat Duitschnationale kranten soms erge dingen, z,e verdedigend of zelfs uitdrukkelijk prij zend, hebben medegedeeld, enkel om ze wereld kundig te maken. Maar in den regel is de censuur nauwlettend genoeg geworden. De slachtoffers zelf zwijgen gewoonlijk terwille van de terreur. Desniettemin verneemt een actief correspondent te Berlijn nog veel meer dan de gewone Duitsche burger. Hij heeft de taal der berichten leeren verstaan; hij weet wat tegenwoordig zelfmoord beteekent, hoe lieden op de vlucht" worden doodgeschoten. Hij is reeds voldoende ingelicht wanneer hij verneemt dat de een of andere gevange ne of gewezen gevangene een getuigenis heeft verstrekt, dat hij niet mishandeld is. Hij kent de beteekenis van doktersattesten die op den patiënt of zelfs op den doode geen teekenen van mishande ling hebben gevonden, attesten die ontstaan uit goede samenwerking: mishandeling enkel beneden den gordel, onderzoek enkel er boven. De buitenlandsche journalist kan zijn bericht geving haast opbouwen j. JIJQ, alle verschoonende getuigenissen en op alle berichten over ongelukken, zelfmoorden en verdere casualties". Het is voor een ten doode gedoemde in Duitschland heel moeilijk geen zelfmoord te plegen, al mogen de plechtige verklaringen talrijk zijn van bedreigde lieden, die te voren schriftelijk hun betrekkingen verzekeren in geen geval zelfmoord te zullen plegen. Dit gaat zoover, dat het voor een werkelijken zelf moordenaar lastig moet zijn niet voor een slacht offer van gewelddaad te worden aangezien. De journalist, die de taal van de dagelijksche berichtgeving verstaat, vindt dus heel wat houvast voor zijn speuren naar feiten. En nog altijd zijn er moedigen of onvoorzichtigen, die den vreemden correspondent inlichtingen durven toeschuiven. Als die berichtgeving dan is zooals in de Times wij noemen nu maar een enkel blad ingetogen maar daarom des te indrukwekkender, en afkom stig van een man van wien men weet, dat hij, bij de Duitschers bekend, ieder oogenblik verantwoor delijk kan worden gesteld voor zijn berichten, maar die men nog niet van valsche berichtgeving heeft kunnen beschuldigen, dan vormt zij op den duur een opstapeling van materiaal, dat ook voor een nationaal-socialistisch bewind in Duitschland te zwaar wordt. De internationale gevolgen werden angstwek kend. Men weet tenslotte in Duitschland uit bittere ervaring, de generatie van Hitler en Goering al te welbekend, hoe noodlottig isolatie worden kan. Wij hebben hier te voren reeds op de eenzaam heid van Duitschland gewezen. Frankrijk, Enge land en Italiëvingen Duitschland in het verdrag der vier mogendheden; Itusland zette een grootsch isoleeringswerk op touw in Oost-Europa. Oostenrijk werd een stormram der vijandigheid van Midden Europa. Zoo kon het niet doorgaan. Dat heeft Berlijn tenslotte heel diep moeten beseffen. Maar hoe een einde te maken aan de wandaden die men zoolang heeft late.» begaan, als men niet de noodige macht tegenover de bedrijvers bezit om hen in toom te houden? De revolutie is afgeloopen, heeft Hitler op 15 Juli gezegd. Wij hebben ilat reeds meer, minder algemeen, van de Duitsche regeering vernomen. Nu beteekende het echter, dat er werkelijk en voor goed een einde moest komen aan de willekeurige gewelddaden van de Hitleriaansche legioenen. Inhoud: i. Dr. M. van Blankenstein, Goering en de nat.-soc. onderwereld. i. Dr. A. van Raalte, De voeding van den mensch. 3. L. J. Jordaan, Het geslaagde experiment. 4. K. W. L. Bezemer, Twentsche textiel nijverheid. 5. J. F. Doeve, Toerisme in Duitschland. Melis Stoke, Mannetje van alles, teekeningcn Harmsen van Beek. 6. Jan van Nijlen, Boekbespreking. j. Dr. P. van Olst, Paarlen en Bisamratten. Mr. F. Coenen, Twijfelachtig nationalisme. 9. J. F. W. Werumeus Buning, Kroniek van den dans. A. C. J. J. en Mr. E. Elias, Boekbespreking. i o?ii. A. Plasschaert en A. E. v. d. Tol, Schilderkunst. 12. H. L. van Oordt, Dietsche beweging. 13. Mr. H. Scholte, Phillywood. 14. Uit het kladschrift van Jantje. A. R., Onze discotheek. 15. C. A. Klaasse, Opleving. 16. A. Plasschaert, Over een lepeltje. ij. L. J. Jordaan, De ,,Davis Cup". 18. Marino Moretti, De dwaze leeftijd, teekeningen J. F. Doeve. 20. Letterraadsel. Charivaria. Omslag: Spelproblemen. Viooltjes Voortreffelijk» chocolade in den vorm van viooltje*. Een specialiteit. RINGER5 Let op den naam t Er moesten, zooals in de laatste dagen nog is gebeurd, geen verminkte lijken meer in de rivieren worden gevonden; zelfmoord en dood op de vlucht moesten een einde nemen. De stormafdeelingen zouden niet langer eigenmachtig en vaak ter vol trekking van persoonlijke wraak of als reactie op minne verklikking, lieden mogen gevangen zetten, mishandelen, dooden. Wat er verder van dien aard geschiedde zou door de overheid moeten voltrokken worden. Hitler heeft goed praten, zijn woorden dringen niet door tot de menigte. Hij is de afgod, de ver persoonlijkte idee, in wiens naam zijn priesters naar eigen willekeur regeeren. Zijn woord kan slechts kracht krijgen in de vertolking dier pries ters. En wat vermogen die priesters zelf tegen de krachten, die zij hebben ontketend? De revolutie ging door. De onderwereld der partij" de term is nationaal-socialistisch liet zich niet bedwingen. Zal zij zich laten bedwin gen als de nadruk van het bevel nog grooter wordt? Geweld schijnt tegen haar niet te baten. Hitler heeft onlangs eenige zijner bekende, aanmatigende volgelingen, lastige radicalen, laten oppakken en naar een concentratiekamp laten brengen. Wilde dit helpen dan moest het op groote schaal worden toegepast. Maar hij is er blijkbaar niet mee doorgegaan. Kon hij niet, durfde hij niet? Nu heeft Goering de kwestie ter hand genomen, Goering die alles aandurft. Maar zie, ook hij gaat slechts met list en beleid te werk. Zeker, zoo erkent hij, het gevaar dat de S.A.-mannen en andere trouwe dienaren van den staat van den kant der vijanden van den staat dreigt is groot. (Slot op pag 2)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl