Historisch Archief 1877-1940
Ho. 2830
De Groene Amsterdammer van 29 Juli 1933
Mannetje van alles
Melis Stoke
Teekeningen Haringen van Beek
Toerisme in Duitschland
Mathilde vertoeft op een buitenplaats op vier uur
stevig autorijden van hier, en in vol vertrouwen
heeft zij het gansche bestier van de huishouding aan
mij overgelaten.
Na de eerste week-end daarginds ben ik tot een
dubbele conclusie gekomen: ten eerste, dat ons
land machtig groot is en mülioenen bochten in
tienduizenden slecht-gelegde klinkerwegen telt,
en ten tweede, dat het bestier van een huishouding
niet zooveel om het lijf -heeft als men ons vaak wil
doen gelooven.
Weinig vrouwen immers hebben voor zulk een
zware taak gestaan als waartegenover ik mij thans
voor zes lange weken, om eerlijk te zijn ver
minderd met vijf of zes week-ends van een halve
week toch maar geheel alleen bevind.
Want weliswaar heeft ze mij ontlast van de
verzorging van de kinderen en een deel van het
huiselijke gedierte, te weten een hond en t^wee
katten, maar aan den anderen kant heeft het gansche
personeel vacantie en vertreedt zich in bosch en
heide, terwijl toch maar twee schildpadden, dieren,
die-moeilijk uit logeeren zijn te geven en waar geen
asyl ruimte aan verleent, aan mijn verantwoordelijk
heid zijn toevertrouwd.
Stakker, zeiden sommigen, kom btj ons
logeeren, maar ik haalde minachtend en overmoe
dig de schouders op en snoefde, dat ik het wel
rooien zou. Op zekeren morgen bevond ik mij aan
het ontbijt met twee
ingeleverde huissleu
tels. Ik deponeerde
die op twee toe
gankelijke plaatsen
buiten het huis en
? behield de derde m
mijn zak. Want geen
der schildpadden,
mijn eenige
huisgenooten, bezit vol
doende doorzicht^ en
techniek om mij, voor
het geval ik er een
vergeten mocht, in<
het huis toe te laten.'
Het is dus niet op losse gronden, dat ik u verzeker,
dat het bestieren eener huishouding een
peuleschil is.
Men gaat als volgt te werk:
Na het opstaan laat men slaap- en badkamer in
den gewonen slordigen toestand achter en begeeft zich
naar beneden-waar een thermosflesch met warme
thee gezellig staat te wachten bij een trommel met
braodjes die gesmeerd zijn.
Vervolgens gaat men, na de enveloppen van de
brieven, op de gebruikelijke wijze op den grond te
hebben gegooid, naar zijn arbeid.
Men luncht in de stad of bij medelijdende
vrienden, eet al naar het lot het wil, en keert des
avonds naar huis terug. f /|
Arme kerel, zeggen ze dan weer, om zoo
alleen in een leeg huis te komen.
Het is dan zaak
te zuchten en met
een vagen glimlach
te spreken van die
dribbelvoetjes van
de kinderen die
men ach
toch wel zoo mist
en van het eenige
overgebleven geluid
van het trouwe huis,
de W.C. van de buren
die prompt te elf
uur ruischt....
En als men dan de
sleutel in het slot steekt en het licht aandraait is
men waarlijk alleen. . ..
Men gaat naar de dien morgen verlaten slaap
kamer en vindt alles keurig in orde. De schooiie
wasch ligt op een tafel en er is schoon beddegoed.
De badkamer glimt en schijnt daarmee te willen
troosten....
En wanneer dan de lange, lange nacht door
gezonden slaap tot een minimum van tijd is terug
gebracht, heeft het eenzaam leven weer hetzelfde
Zij bezitten geen
doorzicht
Gezellig ontbijt
Teekening J. F. Doeve
De laatste der Mohikanen
tr jostelooze aspect van den aanhef van dit verhaal:
de thermosflesch en de broodjes. . . .
Ik vergat namelijk te zeggen dat er nog een
vierde huissleutel is, in handen van een mij slechts
oppervlakkig bekende persoon, die ik nooit zie en
die de ondergeschikte vertrouwenstaak te vervullen
heeft van de duizenderlei kleinigheden waarmee
een huisvrouw zich nu eenmaal niet te^ bemoeien
heeft en die mitsdien ook niet tot mijne competentie
vallen, zooals daar zijn het poetsen van schoenen,
het schoonhouden van kamers en meubelen, het
opmaken van bedden en de verzorging van het
ontbijt, de aankoop van salade ten behoeve van de
schildpadden, de verzorging van kamerplanten en
het ledigen van aschbakken en *papiei manden,
het stof afnemen en het aannemen van bood
schappen.
Ik zou zoo kunnen doorgaan en indien ik dat
niet doe dan is dat uitsluitend omdat ik er u niet
mede vervelen wil. Het zou een opsomming worden
van kleinzielige futiliteiten die niets te maken
hebben met de richtige, hoogere voering van een
huishouden.
Den kniesoor die mij zou willen toevoegen, dat
dit dingen zijn waarmee een huisvrouw zich
intensief heeft te bemoeien, dien kniesoor zou ik
a bout portarit de vraag willen stellen welke huis
vrouw hij onafgebroken daarmee heeft bezig gezien.
Ik, die thans de practijk voer van het
mannetjealleen, met hoogstens een hulpje voor overdag, heb
het recht van een oordeel.
Wie anders dan ik wind de klokken op en legt
de onbetaalde rekeningen keurig op «en stapeltje?
Wie anders dan ik, afgesloofcle en eenzame alge
meen-verantwoordelijke, zou woedend opspelen als
er volle aschbakken waren of slingerende
badhahddoeken ?
Ik controleer den algemeenen gang van zaken en
de pennen op de ramen en het nachtslot.
Op mij komt dat alles neer.
Ik vraag medelijden noch bewondering en zelfs
geen waardeering.
Want het is een kleinigheid en dat zal ik Mathilde
De gewone toestand
dan ook rond-uit zeggen wanneer ze terugkeert.
Zelfs moeite met het personeel heb ik niet, want
door een vernuftige regeling heb ik datgene uitge
vonden en in werking gesteld wat geen huisvrouw
heeft kunnen doen, wat haar slapelooze nachten
zou besparen en de slijtage van haar zenuwen tot
een minimum zou doen verminderen: de onzichtbare
meid. ...
KUN STZ AAL
VAN LIER
DOORLOOPEND
TENTOON GESTELD
ROKIN 19R =
AMST ERDAM
KUNSTWERKEN VAN
JON O E HOLLANDSCHE
EN BUITENL. MEESTERS