De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 5 augustus pagina 15

5 augustus 1933 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2931 De Groene Amsterdammer van-5 Augustus 1933 15 De dollar C. A. Klaasse !s* W. K «MI mijlpaal in het koersverloop Er is in het koersverloop van den dollar een mijlpaal geplaatst. Nadat nog kort geleden de no teering hier was teruggeloopen tot F 1.69 f is de koers sedertdien gestegen tot circa P 1.85. Nu is het waar, dat, sedert de V. S. den gouden standaard "verlieten wel eens meer een periode van sterke koersdaling in den dollar is gevolgd door een opwaartsche reactie. Maar toch is de jongste koers verbetering van verstrekkender beteekenis. Niet zoozeer vanwege den omvang dan wel in verband met de omstandigheden waaronder de stijging plaats vond. Daarom is de stijging ook niet zoo maar een reactie, een phase in een op-en-neergaande geldbeweging zooals die in een felbewogen markt steeds voorkomen. Voorloopig althans moet men aannemen dat dit verloop van meer principieele beteekenis is. . Alles wat er sedert het tweede goudembargo met den dollar is gebeurd is een aaneenschakeling ge weest van manipulatie en machinatie. Geen mo ment is er sprake geweest van een natuurlijk marktverloop. Dit wordt wel het duidelijkst gede monstreerd door het verschil in uitwerking op den dollarkoers van het eerste en het tweede goud embargo. Het eerste werd uitdrukkelijk als tijdelij k aangekondigd, en deed de koers van de Amerikaansche munt vrijwel niet onder het goudpunt dalen, het tweede goudembargo luidde een tijdvak van steeds voortschrijdende depreciatie in, en waar om ? Alleen omdat de regeering hierbij uitdrukke lijk meedeelde dat de opzet was om de prijzen om hoog te schroeven, en om een actieve inflatiepolitiek te voeren, terwijl zij zich liet machtigen om het goudgehalte van den dollar omlaag te zetten De concrete maatregelen waren in beide gevallen volkomen gelijk: stopzetten van den gouduitvoer, maar de abstracte omstandigheden waaronder, dit plaats vond, waren zeer uiteenloopend. De com mentaren die Roosevelt verstrekte op het goud embargo waren van dien aard dat er wel een vlucht uit den dollar ontstaan moest. Eerst was het de mededeeling, dat men aldus het prijsniveau hoopte te verhoogen, daarna de stelling dat men eerst de dollar zijn natuurlijke peil" moest laten zoeken, terwijl tenslotte de weigerachtigheid om te Londen over stabilisatie te spreken ook algemeen de opinie moest doen postvatten, dat men moedwillig op een ?waardedaling van de munt en op inflatie aan stuurde. Dat alles is meer dan voldoende om van de zijde van buitenlandsche beleggers een soort sauve qui peut uit te lokken en ook onder de binnenlandsche kapitaalbezitters een neiging tot vlucht in andere valuta's aan te moedigen. Hetgeen dus, ook al zijn de loopende posten van de beta lingsbalans nog zoo actief, een flinke koersdaling van de betrokken munt in het leven kan roepen. Terwijl ook de speculatie vrij spel heeft; en ten slotte behoeft het surplus aan aanbod op de markt niet eens zoo overmatig groot te zijn om een krach tige koersdaling uit te lokken. Men inag aannemen, dat het stemmingmaken" door of vanwege de Amerikaansche regeering voldoende stimulans is geweest voor de voortdurende neerwaarts gerichte tendenz op de dollarmarkt. Dat de regeering actief in de markt zou hebben ingegrepen door aankoop van goud en vreemde valuta's lijkt niet waarschijn lijk. De Federal Reserve Banks hebben, voorzoover uit de publicaties valt op te maken, in de wissel markt niet geintervenieerd. En een wisselkoersnivelleeringsfonds, zooals men dat in Engeland voor dit doel heeft gebruikt, heeft in de V.8. zoover althans bekend is nog niet geopereerd hoewel er wel veel over gesproken is. Al heeft dus waarschijnlijk de Amerikaansche regeering niet of nauwelijks door interventie op de valutamarkt actief meegewerkt tot de daling van de munt, zij heeft toch die beweging krachtig gesteund door het psychologisch effect" van de inzichten op monetair gebied waarvan zij zich tot voorstandster opwierp. Van bijzondere betee kenis in dat verband was ook Roosevelt's houding ten aanzien van de stabilisatiebesprekingen te Londen. De argumenten, welke men tegen stabi lisatie aanvoerde, waren argumenten die spraken voor de mogelijke wenschelijkheid van verdere daling van den dollar, van een mogelijke stijging was geen moment sprake. Ongeveer op den dag dat de Londensche conferentie een zachten dood stierf kwamen echter plotseling uit Amerika andere geluiden. Men wilde verdere verbetering niet meer zoeken in verdergaande depreciatie van den dollar maar nu voorloopig het effect van de andere economische maatregelen afwachten zonder dat dit vertroebeld kon worden door de consequenties der monetaire maatregelen. Nu is deze mededeeling op zichzelf niet zoo wonderlijk; wat men ook denke van de goede of kwade invloeden van muntverzwakking, vast staat wel, dat indien men niet tot al te gevaarlijke en desastreuse experimenten wil komen, er grenzen gesteld moeten worden. Toen Roosevelt zei dat het nu voodpopig welletjes was beliep de depreciatie .van 'den dollar juist zooveel als die van het pond sterling. Wellicht heeft hij dat als zijn voorloopige grens beschouwd. Men moet zich dan ook wel bewust zijn dat deze grenszetting allerminst inhoudt dat Roosevelt de dollardepreciatie als een mislukking of als een fout zou beschouwen. Er behoeft geen enkel ander motief te zijn dan dat men realiseert dat bij elke maat regel grenzen in acht genomen moeten worden. Wanneer men een patiënt een giftige medicijn ingeeft dan kan dat zijn toestand verbeteren maar men moet drommels oppasseh dat de maximale dosis niet overschreden wordti Daarbij kwam, dat er een speciale reden is om juist nu die grens te fixeeren. Voor het economisch herstelprogram is het noodig op het beleggend publiek voor flinke bedragen een beroep te doen. Met een fluctueerende munt is daarop niet zooveel kans, althans niet wanneer men tot nu toe alle Jnoeite deed om den indruk te wekken, dat de muntwaarde eerder naar beneden dan naar boven zal gaan. De koersstijging van den dollar in den jongsten tijd is dus niet een gril vao.yraag en aanbod, van de speculatie, maar zij is evenzeer als de voorafgegane daling een ge volg van de ideeën-manipulatie" van de regcering. * * * Wat beteekent nu de nieuwe koers" voor het verdere verloop van den dollar? Eerste vraag is: heeft de regeering het in haar macht aan de depre ciatie een grens te stellen? Is niet, zooals zoovele tegenstanders van muntverzwakking suggereeren de situatie haar uit de handen geglipt, zoodat zij de speculatieve invloeden niet meer kan beheerschen? In dit verband moet men bedenken, dat Amerika den gouden standaard losliet niet onder de omstandigheden zooals dat in Engeland ge schiedde, d.w.z. dat de reserves uitgeput waren, maar op een moment, dat die nog in vollen om vang aanwezig waren. Bovendien is de goudvoorraad van de reservebanken sedertdien nog krachtig aangevuld. Wil men die reserves tot steun aan de munt gebruiken dan heeft men de toestand dus ongetwijfeld volkomen in de hand. Men zou daar voor intusschen een wetswijziging moeten maken opdat de reservebanken kunnen intervenieeren. In Engeland heeft men, om ongewenschte daling van het pond tegen te gaan, het nivelleeringsfonds. Zulk een fonds zou men in Amerika natuurlijk ook kunnen cre'iren, maar de kwestie is, dat om aldus koersdruk tegen te gaan, het fonds eerst over vreemde valuta of goud moet beschikken, ver zameld in een tijdvak, dat men eerder een opwaartsche druk moest breken. Maar in elk geval zou er wel een weg te vinden zijn om de reservebanken de munt te laten steunen. Desnoods zou men gebruik kunnen maken van de machtigingswet om het goudgehalte van den dollar te verlagen, de gouden standaard weer te accepteeren zij het op 30 % lagere basis, zoodat de dollar dan automatisch zijn stabiliteit weer zou herkrijgen met normale functionneering van de reservebanken. Intusschen lijkt het niet waarschijnlijk, dat de grootste zorg van de Amerikaansche regeeüng zal zijn te bewerken, dat de munt niet dieper inzinkt. De ervaring heeft immers geleerd, dat zoodra beleggers en speculanten geen verdere daling meer verwachten, onmiddellijk een tegenbeweging ingezet wordt, die door de koersstijging, die zij bewerkstelligt, zichzelf weer versterkt. Is niet de voornaamste zorg van het Engelsche koersnivelleeringsfonds geweest zorg te dTagen dat het pond niet te veel steeg? Destemeer reden is daar voor bij den dollar, omdat immers de daling van tot nu toe alleen gebaseerd was op de insinuaties van de regeering die voortdurend dreigde" met allerlei maatregelen, die muntverval zouden beteekenert. Nu de regeering zelf heeft bekend ge maakt, dat zij voorloopig verdere aspiraties in die richting heeft opgegeven, valt deze druk op den dollar weg. Pin het was immers alleen maar door de kapitaalbeweging, dat de koers tot nu toe om laag ging. Ware de Amerikaansche regeering er niet in geslaagd om zoowel binnen- als buiten landsche beleggers angst voor den dollar in te prenten dan zou, evenals bij het eerste goudembar go, de dollar nimmer beneden de pariteit zijn ge daald. * * * Wanneer men nu niet erg oppast, zou wel eens hetzelfde kunnen gebeuren wat in Engeland geschiedde, toen het pond een flink eind was gedaald: een toestrooming van kapitaal dat óf destijds was gevlucht en zich nu weer na de plaats . gehad hebbende daling veilig voelt in de eens ver laten munt, of nu een aantrekkelijke speculatieve kans op koersstijging aanwezig acht. Die toestroomende kapitalen hebben Engeland heel wat hoofdbrekens gekost, en men heeft er niets anders op kunnen vinden dan het nivelleeringsfonds steeds meer ponden te laten afgeven tegen goud en vreemde valuta. Wanneer Amerika geen al te sterke stijging wenscht zou men wel eens hetzelfde middel te baat kunnen moeten nemen. Want daar is de opwaartsche druk" nog veel krachtiger. Immers in Engeland waren de loopende posten" van de betalingsbalans, de gewone zichtbare en onzichtbare in- en uitvoeren nog steeds passie f, terwijl de kapitaalbeweging allang het pond omhoog dreigde te schroeven. In Amerika is zulk een kapitaalbeweging niet eens noodig om dat effect te bereiken omdat de loopende posten zelve al actief zijn. Als alleen dus maar de kapitaalvlucht ophoudt dan zal. ook al vloeit er nog niet, zooals in Engeland, geld naai' Wallstreet toe, de dollar al aan opwaartschen druk gaan lijden". De vraag is alleen maar of Amerika door middel van een nivelleeringsfonds die beweging zal tegen gaan. Tot nu toe is er reeds een stijging met bijna 10% ingetreden, waarop intusschen ook al weer een reactie is gevolgd. Of de regeering koersstijging een bezwaar zal achten is ook nog niet te voorzien. Dat hangt geheel af van het succes der andere genomen en te nemen maatregelen. Want dit moet wel goed begrepen worden: de depreciatie is nimmer primair doel geweest, bijv. om de exportnijverheid te steunen,stijging van het prijsniveau was het eerste doel. Bereikt men dat en de verdere ver betering van den economischen toestand op andere wijze dan is het belang bij een lagen dollarkoers vervallen, en zou wel eens een onverwacht krachtig herstel kunnen intreden. Daarom is het voor de beweging van den dollar van zoo groot belang om de effectiviteit van de andere herstelmaatregelen te kunnen beoordeelen. In een volgend artikel zullen wij het herstelprogram eens onder de loupe nemen. Er liggen voor den dollar nog zeer ver uiteenloopende mogelijkheden in den kiem gereed, een zeer belangrijk herstel is evenmin uitgesloten als een nieuwe krachtige daling; welke richting het uit zal gaan hangt in de allereerste plaats af van het succes der ..andere maatregelen" tot economisch herstel, die dus voorloopig in het centrum der belangstelling 'moeten staan. Nieuwe uitgaven Crlsisbeslrijiling, Open brief aan Regeering en Staten-Generaal, f/oor Prol. Mr. W. C. Mees RAzn. H. Veenman & Zonen, Wagenlnyen. Resumeerende besluit de schrijver met de woorden: Werden bij veranderingen in het prijs peil loonen en andere geldvorderingen aan de hand van indexcijfers steeds in evenredigheid verhoogd of verlaagd dan /.ouden depressies en werkloosheid tot 't verleden behooren." Deze ideeën werden reeds in 1020 verkondigd en nu in 1932 zijn we nog even ver en de crisis woedt heviger dan ooit. ?:.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl