De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 5 augustus pagina 2

5 augustus 1933 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 5 Augustus 1933 N o. 2931 * ' Een bedenkelijk uitwas der Dietsche Beweging H. L. van Oordt De schrijver komt thans lm dit gedeelte tot de conclusie, dat In. de Dietsche Beweging een groot gevaar ligt voor het behoud van een zelfstandig Nederland. Hij documenteert dit met gegevens uit de geschiedenis van het activisme in België, dat indertijd eveneens door de Dultschers met ,,goede bedoe lingen" werd aangekweekt. De ijveraars voor de beschaving van het Nederdöifëclr " mogen (evenals de ijveraars voor het Vlaamsen dit doen ten opzichte van de benaming Flaminganten") de benaming Platduitechers als een eeretitel beschouwen, of wel, men moge trachten aan deze benaming alleen de beteekenis toe te kennen van de taal der beVoners van'de lage, vlakke (platte) landen, ik weet bij ervaring, door een ruim tweejarig verblijf in BlberfeW» dat wel degelijk aan Platt" werd toegekend de beteekenis: minder beschaafd". Maar, het Duitsche karakter er van is in elk geval onmiskenbaar. Na een langdurige, stelselmatige verhoogduitsching van Neder-Duitschland, is de bevolking aldaar gegermaniseerd (hier en in het vervolg wordt bedoeld, de Engelsche beteekenis van dit woord, n.l- verduitscht). In de scholen is het Hoogduitsch de voertaal (ook in de school boeken); de wetten en verordeningen zijn in die taal geschreven; in de kerken wojrcH-- ^n het Hoogduitsch.jgeprtSiriï/'Kv'.., onlangs ontmoette ik een "üiwoner uit den middenstand uit een dicht bij onze grens gelegen gemeente der Bijnprovincie, die het Hoogduitsch vloeiend spreekt, zich ook van het Platduitsch kan bedienen, maar van het Neder landsen geheel onkundig is. Een hervorming en unificeering der verschillende typen van het Nederduitsch zal dus altijd een Duitsch karakter moeten dragen wil het voor de desbetreffende bevolking bruikbaar zijn. Mr. van Vessem, die een voorstander is van een Dietsch-Nederduitsche taalkundige samenwerking, heeft in dit opzicht zijn hoop gevestigd op Vlaan deren, in verband met uitlatingen van Flamin ganten, die zich bij voorkeur Duitschers noemen. Bijv. deze bewering van een Flamingant, wiens naam door spr. niet werd vermeld: Zooals Holland en Vlaanderen zich slechts in Dietsland kunnen redden uit de versmalling van het partikularisme en de vervlakking van het Kosmopolitisme, zal Dietsland op zijn beurt slechts kunnen ontkomen aan de stagnatie door aan te leunen in zijn volheid bij het groote Duitsche complex. En voorts dit versje van dr. Hansen (stads bibliothecaris van Antwerpen), die zich reeds in 1876 als ijveraar voor de Dietsche beweging deed kennen: Schoon Belgies, Duitsch of Hollands zonne Toch zijn en blijven wij Teutonen En Duitscher is onze eerenaam. De Teutonen nu, waren de eerste Germanen waarmede de Romeinen in aanraking kwamen, en dezen droegen daarom die benaming over op de andere Duitsche volksstammen. Nog heden ten dage worden de Duitschers veelal Teutonen ge noemdHet door spr. met kennelijke sympathie begroete streven van Hansen, werd door hem als volgt aangeduid (cursiveeringen van mij V. O.): De verre droom van Hansen was, dat zich eenmaal van Duinkerken, tot Koningsberg(en), een algemeene Dietsche cultuurtaal zou ontwikkelen; zijn practisch streven was gericht op een hartelijk samenwerken tusschen Nederduitschland en de Nederlanden en Zuid Afrika in zaken van taal en cultuur en op het verlaten (vervangen ? V. O.) van de Hoogduitsche schrijfwijze door het Nederduitsch en het aannemen van een eigen algemeene Nederduitsche spelling waardoor het Nederduitsch ook in de Nederlanden gemakkelijk ? leesbaar zou worden, en welke spelling bij gelegenheid ook voor Nederlandsch Zou hunnen worden aangewend, ten einde dit in Nederduitschland gemakkelijk leesbaar te. maken. Hansen heeft zelf een dergelijke spelling ontworpen. Dit denkbeeld is in 1915 opnieuw ver dedigd door den Nederduitscher Jacob Bödewadt in diens geschrift Weltkrieg und Niederdeutschtum". Zijn nationale gevoelens sprak Hansen aldus uit: Ons staatsvaderland zij Holland of Belgiën, ons volks vaderland zij het dubbele Nederland, ons Taalvaderland zij het rijkbespraakte Dietschland. In verband hiermede verdienen de navolgende woorden van spr. de aandacht: De Hollander wenscht zich niet meer Duitscher te noemen of te hooren noemen omdat hij dit begrip vereenzelvigt met het onderdaanschap van een anderen staat. Niet alzoo de" (? V. O.) Vlaming". Hierdoor werd door Spr. zelf de door hem toe gejuichte, van Vlaanderen uitgaande Dietsche beweging, gekenmerkt als een Duitsche cultuurbeweging. Nu sprak Hansen inderdaad van een Belgisch- en een Hollandsen staats vaderland. Maar hij wil den eerenaam Dietscher dragen, omdat hij zich als Duitscher (Teutoon) beschouwt. En wij zagen waar hij met deze Dietsch-Duitsche beweging heen wil: samensmelting van het Nederlandsch met het Nederduitsch tot het vormen van een rijkbespraakt Dietsthland van Duinkerken tot .... Koningsbergen. Men moge trachten de staat kundige beteekenis van een dergelijke Dietsche beweging te camoufleeren, die beteekpnis li«t ^f-«zoo dik op, dat zij iedi ',.-?? beschouwer terstond :" ? ; reeds vóór Nu v . . u ' .. ? . . ..?'?Acti --- » «^ j^moociiers is aangekweekt. In het politieke testament van Von Bissing wordt onomwonden verklaard, dat de annexatie van geheel Belgiëdoor Duitschland was beraamd, en dit doel werd nagestreefd door begunstiging der gewilligen en terrorisme ten opzichte van de overgroote meerderheid der Vlamingen, nl. de vaderlandslievenden . De verbastering van onze taal door het Neder duitsch zou daarom, ook uit een politiek oogpunt bedenkelijk zijn. JS$r.t v. Vessem constateerde met kennelijke teleurslelting, dat een programmistische samenwerking tusschen Dietschers en Nederduitschers", zooals zij den oprichters van Diet sche Stemmen" vöpr den geest had gezweefd, geen voortgang heeft gehad", en dat de Dietsche Bond" in zijn maandblad De Dietsche Gedachte" daaraan in de laatste jaren weinig of geen aandacht heeft gewijd." Op grond van de hier voorafgegane en nog volgende beschouwingen moet dit m.i. een gunstig verschijnsel worden genoemd, en het is te hopen dat het Dietsch Studentenverbond" daarvan meer en meer worde overtuigd. Of de tengevolge van een systematische germaniseering van West Duitschland tot stand ge brachte eenheid van^taal in geheel Duitschland, door een verheffing Van het Platduitsch tot een cultuurtaal, in een tweetaligheid zou moeten wor den veranderd, is een zaak die de Duitschers zelf maar moeten uitmaken. Maar voor een kennis nemen van de Duftsche wetenschappelijke en litteraire publicaties heeft het ontwikkelde Nederlandsche publiek, dat immers het Hoogduitsch kent, geen hervormd Nederduitsch noodig. En om de aangevoerde redenen zou een vernederduitsching onzer taal n veel te dure prijs zijn voor de uitbreiding van het cultuurgebied van de door die vernederduitsching verknoeide Nederlandsche" taal. Zelfs reeds alleen een zoodanige omwerking van het'Nederduitsch, dat het hier te lande gemakkelijk leesbaar" zou worden, zou de deur openzetten voor het binnensluipen van Nederduitsche germanismen. De kans daarvoor zou veel grooter zijn dan voor de verbastering van het Nederlandsch met Hoogduitsche termen, die overigens met toenemend succes wordt bestreden. Het eenige middel Aröor de uitbreiding van het cultuurgebied onzer taal buiten onze Oostgrens, zonder daaraan haar zuiverheid ten offer te brengen, zou zijn: het invoeren in Duitschland (althans in West Duitschland) van het Nederlandsch als verplicht leervak op de inrichtingen voor middel baar onderwijs. Als een bijkomstig voordeel daar van zou de omstandigheid zijn, dat de Duitschers de dwaasheid zouden leeren inzien van de bewering i het Nederlandsch is slechts een soort Platduitsch," een bewering, die steeds Schiller's woorden in herinnering brengt: Mit der Dummheit kampfen Götter selbst vergebens". Het is echter zeer de vraag of de Nederduitschers te vinden zouden zijn voor het opnemen van het Nederlandsch in hun ondërwijsprogram, en niet de voorkeur geven aan de vernederduitsching onzer taal. Belgiëen Nederland hebben, tengevolge van de economische maatregelen van andere staten, als twee kleine aan elkander grenzende landen, meer dan ooit behoefte aan economische samenwerking. Maar deze wordt niet bevorderd door de sympathie betuigingen die den Frontisten in sommige kringen hier te lande ten deel vallen. Want deze sympathie betuigingen wekken wrevel onder de overgroote vaderlandslievende meerderheid der Belgen (zoowel Vlamingen als Walen). Onder de voor ons vaderland nadeelige maat regelen van andere landen staan die van Duitsch land op de allereerste plaats. Deze hebben thans zulk een ongehoorden omvang verkregen, dat er een noodkreet onder ons volk over is opgegaan. Het heeft er allen schijn van, dat de Duitsche Regeering in overeenstemming met een reeds meermalen in Duitschland verkondigde meening het er op toelegt ons volk in een aansluiting bij het Reich nog de eenige uitkomst te doen zien. Baiueiinangt, Maar de geschiedenis heeft zeker niet in de laatste plaats ten opzichte van ons vaderland bewezen, dat niet de z.g. natuurlijke grenzen, doch het levende element, de bevolking, de natuurlijke grondslag is der staatkundige on afhankelijkheid. Er is wellicht een tijd geweest waarin het nog mogelijk was een niet onaanzien lijk gedeelte der Nederduitschers te vernederlandschen. De Republiek der Vereenigde Neder landen heeft echter nooit veroveringsplannen ten aanzien van Neder-Duitschland gekoesterd, terwijl terigevolgev van de Ostmischung" de verduitsching van Neder-Duitschland haar beslag heeft gekregen. De pogingen die worden aangewend om het Nederduitsch tot cultuurtaal te verheffen, trekken uiteraard de belangstelling der taalkun digen. Maar van Nederlandsche zijde moet onze taal daarin niet worden betrokken ! Daarmede is niet alleen een Nederlandsch cultureel belang maar ook een Nederlandsch staatsbelang gemoeid, en het staatsbewustzijn" van ons volk is gelukkig zóó krachtig, dat het daarvoor een open oog heeft ! Het Pangermanisme moge voorloopig, tengevolge van Duitschlands nederlaag, het oog gevestigd houden op het Oosten, (Poolsche gewesten) het heeft het Westen niet uit het oog verloren. En daarom moeten wij aan de toekomst blijven denken en voorkomen, dat te eeniger tijd ons vaderland door onze Oostelijke naburen ook nog in taalkundig opzicht zou worden gerangschikt onder de Deutsche Aussenlander". MUSKIETEN TUL L E ISO cM. Br. PER METER O.5O AFOEPA8TE KLAMBOE 9.25 XHDER & ZONEN l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl