De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 5 augustus pagina 8

5 augustus 1933 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 5 Augustus 1933 No. 2931 Muziek Constant van Wessem ?sr i Godenschemering" Legende en werkelijkheid over Wagner Terwijl dit jaar, het herdenkingsjaar van Wagner's 50sten sterfdag, volop bewees, dat Wagner nog steeds de mooie legende-figuur is gebleven, wiens leven en streven het All-deutsche hart van rechtmatigen trots doet zwellen er is Kelfs alreeds een Duitsche professor geweest, die tot onderwerp had uitgekozen: Richard Wagner en Adolf Hitler gaan er hier en daar en nog aarzelend in het Duit sche land stemmen op die aan de goddelijkheid van Wagner's persoonlijkheid durven tornen. Er is onlangs een boek verschenen van Eduard Stemplinger over Wagner's tijd in München en zijn vriendschap voor Ludwig II van Beieren. 1) Het boek gaat inderdaad eenigszins stoutmoedig, hoe wel met terecht de erkenning van Wagner's muzikale genialiteit, den mensch en strijder Wag ner te lijf en behandelt de voor Wagner zoo be langrijke jaren 1864?1870 te München op grond van een nauwkeurige en onpartijdige bronnen studie, waarbij hij uit zeer veel tot nog toe onbe kend geblevens put. Met het resultaat: dat dit geheele hoofdstuk uit Wagner's leven reine legende blijkt te zijn geweest en geheel opnieuw geschreven behoort te worden (zoo zegt de auteur). Stemplinger heeft zich van zijn werk allesbehalve met een Jantje van Leiden afgemaakt. Zijn studie is zoo degelijk en zoo nauwgezet verricht, met zulk een minutieuse opgave van alle gebruikte bronnen en bescheiden, dat zijn boek er voor den algemeenen lezer .bijna onleesbaar door is geworden: het is veel meer een commentaar voor hem, die de feiten, zooals zij bekend zijn geworden, wil toetsen aan de werkelijkheid dan een psychologische studie van Wagner, die als mensch en karakter zelf zoozeer aan de verdraaiing der feiten in het vcor hém gunstigste licht heeft meegewerkt, fcstemplinger's boek is n groote annotatie, n groot en marge"; geen stuk nieuwe biographie, maar het .materiaal er voor. Dit is ongetwijfeld jammer. Een dergelijke serieuse en goed gedocumenteerde poging had in een leesbaarder vorm in veel ruimer kring bekendheid kunnen verwerven dan nu het geval is geworden. Men zet zich nu tot lezen en ervaart, dat men zich met een eindeloos geduld moet wapenen en steeds het belang van de zaak zelf in het oog houden, om door de dicht gedrukte en voortdurend door bron vermeldingen en citaten onderbroken bladzijden heen te komen. De algemeene lezer zal, afgeschrikt door de befaamde Duitsche Tüchtigkeit" (Das Kamel !) dit boek wel spoedig ter zijde leggon. Maar men kan na lezing, dit in het kort. concludeeren: Wagner is geen ocgenblik in het onzekere erover geweest van welk belang het voor hem was den koning Ludwig II van Beieren, een ,,schwarmerisch" en geëxalteerd jongeling, tot een speelbal in zijn handen te maken. Hij heeft heel duidelijk en zakelijk overlegd ingezien, dat via dezen jonge man de weg na&T de macht?en niet alloen in artis tieke zaken voor hem openstond en hij heeft nooit geaarzeld van de hem gunstige omstandig heden zooveel mogelijk gebruik te maken. Hij droomde zich een rol als van den Markies Posa in Schiller's drama en het is alleen te danken aan het feit, dat de koning zoo gek niet was als hij leek, dat Wagner's politieke intrige niet gelukt is en hij niet tot den eersten man van het land naast den koning is geworden. Wagner was een revolutionair, hij was in 1849 als vluchteling uit Saksen naar het buitenland uitgeweken en hij droomde zich nog steeds ook iets in de politiek te zullen bereiken. Maar wat hem als politicus mislukte gelukte hem als particulier des te meer: hij heeft van zijn per soonlijken invloed op Ludwig II en speculeerend op diens romantische vriendschap en bewonde ring voor den kunstenaar voor zich zelf op de meest onbescheiden wijze gebruik gemaakt, hij heeft voor zijn veel eischende en luxueuse persoonlijke be hoeften en zijn overal kwistig gemaakte schulden de particuliere kas van den koning dusdanig geplunderd, dat deze op zijn beurt weer gedwongen was de staatskas te plunderen om zijn vriend te ,,helpen".Het ging waarlijk niet om kleine bedragen. Behalve dat Wagner dadelijk een jaarlijksch bedrag van ? 4000 met vrije woning te München kreeg, vraagt en verkrijgt hj}|JUa.rnaast bij tusschenpoozen schenkingen" van ? 16.000, f 18.000 en voorschot ten tot ? 30.000 (op de Nibelungen-pattituur). Doch intusschen deed Wagner ook nog naar elders zaken": zoo verkochtjhij de Nibelungen-partituur, die toch den koning rechtens toekwam, aan Otto Wesendonck voor ? 12.500 en deelt dan koelbloedig na eenigen tijd mede, dat Wesendonck dit geld maar ais verloren mcjet beschouwen, want dat de partituur eigenlijk aaa den koning toebehoort. En Wesendonck, die voor Wagner in diens Zwitsersche ballingschap al zoo vaak financieel heeft moeten bijspringen ter wille van zijn vrouw Mathilde We sendonck, die Wagner's Muze" was, berust in wat wij van een minder groot" man als Wagner ronduit oplichterij zouden noemen. En onbe schaamd praat Wagner zijn handelingen goed met de verklaring: hij is niemand dank verschuldigd, want zijn werken verdienen al deze betalingen.. . . Dat er soms gespannen verhoudingen tusschen de vrien den Wagner en Ludwig II ontstonden is niet ver wonderlijk. Want Ludwig was geen werkelijk licht zinnig vorst, hij had zijn hobby", maar wilde ook een goed regeerder voor zijn volk zijn; wat niet verhinderde, dat hij b.v. in het kritieke jaar 1866, toen de Beiersche troepen overal docr de Pruisen verslagen werden, zich geheel afzijdig hield, ver borgen in een van die fantastische kasteelen in de bergen, die hij had laten bouwen en waarin hij zich al moer en meer begon terug te trekken, totdat de catastrophe: zijn waanzinnig worden, de regee ring eindelijk dwong hem als koning af te zetten. Wagner heeft werkelijk schaamteloos van Ludwig's niet geheel normalen aanleg voor zichzelf ge profiteerd en hij verschijnt ons in de naakte feite lijkheden, die door Stemplinger te boek werden gesteld en die een geheele legende vernietigen, uiterst antipathiek en koud als een koopman. Even onverkwikkelijk als Wagner's rol in de omstandigheden is de rol van tusschenpersoon, die zijn vrouw Cosima daarbij vervult. Wij kunnen dit van haar echter eerder inzien als een vrouwelijke zwakheid, die bereid was zich voor den vereerden man op te offeren. Maar uit haar brieven aan den koning en aan staatspersonen, waarmee zij ont stemmingen en gerezen conflicten in verband met Wagner's rücksichtlose" zelfbevoordeeling weer tracht goed te maken, blijkt toch, dat deze vrouw de rol van intrigante" goed lag, hoewel zij door overijver de zaak wel eens schaadde. Verder blijkt uit Stemplinger's boek, dat het Wagner zelf is geweest, die het plan van de stich ting van een Nibelungen-theater in München (welke stichting later te Bayreuth tot stand kwam) heeft verhinderd en niet de afgunst van regeeringsperso? nen die trouwens nooit zoo krachtig tegen Wag ner hebben durven intrigeeren als de Wagnermaniakken, die hun held gaarne voorstellen als een slachtoffer van een intrigante hofkliek, beweren. M iet het verzet van buiten, maar de ontstemming van den koning over Wagner's faits et gestes" te München, gaf tenslotte den doorslag bij Wagner's vertrek uit München naar Zwitserland. Ook dit is nieuw in deze geschiedenis van een vriendschap: want hoe anders zou Ludwig het hebben uitgehou den, den eertijds als een God vereerden vriend daar na vijf jaar lang geen enkele maal te zien? Nogmaals, het is jammer, dat Stemplinger zijn hoogst belangrijke studie niet in een leesbaarder vorm heeft gepubliceerd: zij bevat te veel, dat het lezen en overdenken meer dan waard is en het is voor een nieuwe levensbeschrijving van Wagner, voor zoover het den tijd te München betreft, baan brekend. 1) Richard Waf/ner in München, 1804-1870. Knorr & Hirth, München 1933. J. D. STRUIJS & Zn. Tel. 37906-Amsterdam - Prinsengr. 837 Begrafenissen (naar verkiezing met auto's en rijtuigen) Crematie en Transporten van uit alle plaatsen COMPLETE BADKAMERS in eenvoudige en luxueuse uitvoering G. J. DE KONING & Zn. Opgericht 1739 Amsterdam C. Tel. 43S83 Keizersgracht 447 BEGRAFENISVEREENIGING N. SAX J r. AMSTERDAM Z (Hoofdkantoor) P. C. Hooftstraat 38 Tel. 20341 2426O BUSSUM (Bijkantoor v/h Gooi) Brinklaan 138 Telefoon 2275 BEGRAFENISSEN - CREMATIE - TRANSPORTEN INVITATIE! De Directie van den HOLLANDSCHE SCHOUWBURG" Inviteert de abonnees van dit blad voor de REVUE HIER PARKEEREN!" Met de sterren: Roosje Kohier-Van Gelder, Emmy Arbous, Alex de Meester en Luigi dl 'raën. 30 Di Fraën-Girls! «root orkest onder Ja nies Wilton! Meer dan 1OO medewerkenden! U kunt deze invitatie uitknippen en aan den Seliouwburg inwisselen tegen een VRIJBILJET, dagelijks van 10-12 uur! 17 betaalt alleen de belasting!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl