Historisch Archief 1877-1940
TOONEEL OP DE M
t'.
Paus van Konten (H. Carf entier Alti.ig)
: Talrijk zijn in ons land de laat-middeleeuwsche
'Of vroeg-renaissancistische marktpleinen, ongerept
genoeg bewaard om tegen het donkeren \au den
avond de illusie van hun vijftiendeeuwschen staat
~ op te roepen. Talrijk ook zijn in onze litteratuur
de~^abèle spelen en mysteriën, welke vroeger op
1 ommegangsdagen, dagvaarten en jaarmarkten
op die pleinen gegeven werden. Maar te zelden
nog heeft men de gelegenheid aangegrepen om
weer logisch te verbinden wat vroeger logisch
verbonden was en het mysteriespel op te voeren
op de markt zelf. Toch zullen zij, die .het spel
voor den Dom van Salzburg en zelfs zij, die het
moderne Torenspel op de onvergelijkelijke markt
van Delft hebben' bijgewoond, kunnen getuigen
van de zeer uitzonderlijke, in woorden moeilijk
weer te geven uitwerking, die het massaspel
temidden van het nimmer te overtreffen decor
der «werkelijkheid op den toeschouwer héft,
zelfs wanneer aan die vertooning organische
fouten mochten kleven, zelfs wanneer de eigenlijke
?? toonéelindruk niet gaaf of overweldigend was.
" Uit een prachtige en door den spelleider van
Dalsum naar den geest voortreffelijk verstane
menging van romantiek en realiteit groeide ook
het marktspel van Mariken van Nieumeghen,
die meer dan sovën jaeren metten duvel woende
ende verkeerde." Het initiatief der burgerij en de
medewerking van het stadsbestuur stimuleerden
deze vertooning evenals een kwart-eeuw geleden
het enthousiasme der Botterdamsche onderwijzers
de schouwburgvertooning van het te lang vergeten
Mariken" stimuleerde. Leeken-enthousiasme pro
duceerde dit leekenspel. Br ligt daarin een schoon
element van het in deze dagen zeldzaam geworden
tooneel-enthousiasme en de voornaamste waarde
is dan ook wel het bereiken van tooneelspel met
middelen, die nog niet door den haastigen tijd
en dooi? den overheerschendeh invloed van de film
zijn aangetast. Des avonds op de markt te Nijmegen
voelden de duizenden toeschouwers althans iets
van de glorie, welke het oude spel van mimen
' en gestalten rechtstreeks op den luisterenden
toeschouwer uitoefenen kan.
De grootheid van een waarlijk
stads-mysteriespel had deze vertooning echter niet en kon zij
ook niet hebben. De markt van Nijmegen heeft
geen kathedraal, uitlijnend boven de kleine
huizen tegen de oneindigheid van den klaren
hemel. De markt van Nijmegen biedt veel meer
het genredegor van kleine huizen, in een scherpe
99
Mariken van Nieumeghen
DRAMATISCHE KRONIEK
hoek opeengedrongen. De laat-gotische Waag
staat vreemd dwars over dezen noordelijken
uitlooper van de markt, vroeger die Cruyss genaamd,
schuin op een rij kleine topgeveltjes, waarvan
het dubbele huis van de Lakenhal, het oude
Gewanthuys, het schoonste is. Daarnaast de
doorgang van de Kerkboog, den ganck, daer
men geet opten kerckhof tot Sent Stephens":
een vroeg-zeventiendeeuwsche renaissancebouw
in plechtig zwart en grijs met gouden versierselen
van letters en emblemen. Daarboven uit de kleine
filigrane torens van Sint Stephaanskerk. Histo
risch was dit decor ietwat te gemengd van stijl
om den juisten achtergrond voor een Bourgon
disch rederijkersspel als Mariken" te bieden,
maar het had althans voor den leek de sfeer
van een overoud verleden, waartegen een gemak
kelijke illusie de legende geprojecteerd kon denken.
Nu is Mariken" ook niet een spel, waarmee
men het te strikt moet nemen. Het mist^ten.
eenen male de klassieke homogeniteit der in het
Fransch geschreven, Bourgondische mirakelen.
Er schijnt zwaar op gewerkt te zijn in den loop
der tijden, zijn leerstellig betoog diende zoowel
voor katholieke als protestantsche doeleinden
(het stond dan ook reeds eenmaal op Alva's lijst
der alhier verboden boeken) zijn handeling is
anecdotisch, met veel latere interpolaties en
weglatingen van heele stukken, welke door
prozabeschrijvingen vervangen werden. Zijn taal is het
zonderlinge mengsel van een colloquium doctum
en, in menig gesprek, frappant en sappig realisme.
Het is niet eenvoudig meer in zijn geschreven vorm
en een pieuze reconstructie van den ouden tekst
heeft voor de vertooning voor den hedendaagschen
toeschouwer allerhande bezwaren, waartegenover
geen noemenswaardige voordeelen staan. Het werd
dan ook mijns inziens het hoofdbezwaar tegen
deze vertooning, dat men klakkeloos den ouden
tekst nam, te kennelijk ghevisiteert ende
gheapprobeert bij eenen gheleerden man, daertoe
ghecommitteert", waardoor de inhoud van het
spel geen waarlijk contact met den toeschouwer,
hetzij dan een enkelen philoloog of op scholastieke
teksten verzotten priester, verkrijgen kon en de
waarlijke schoonheden van het spel: de volksche
karakters en de lieflijkheid van het verhaal van
Mariken's zonde en boete op
den achtergrond gedrongen
werden. Hoeveel machtiger had
het spel in deze
omgeving kunnen
werken,
indien
men het
had
kunWilly Haak en
nen en durven toevertrouwen aan een moder
nen bewerker, die er den geest van behield en
er de pedante franje van afliet. Waarom altijd
die ziekelijke angst voor philologenwoede, wan
neer toch alleen met een transpositie naar
moderne begrippen een voor den huldigen toe
schouwer en voor het tooneel als zoodanig dienst
baar stuk kan worden verkregen? Het
historischgetrouw reconstrueereri van een geest, die den
gemiddelden toeschouwer ten eenen male vreemd
is, beteekent even weinig als de uiterlijke recon
structie van onze historie door een
studentejimaskerade. Wij gelooven het toch niet, wij kijken
er van buiten tegen aan en ons wordt tenslotte
niets medegedeeld noch eigen gemaakt.
..Mariken" maakt weinig den indruk van een
geïnspireerd, een dichterlijk spel, zooals ..Beatrijs"
het mysterie van Grisélidis of Le Jeu de Robin et
Marion". Het lijkt veel meer een min of meer
historische, berijmde anecdote, zooals zij bij tien
tallen in de oude kronijken en spiegel-historiaals
staan. Men voelt het: er moet iets van aan geweest
zijn van deze geschiedenis, die een brave priester
met de noodige commentaren navertelt. Zoovele1