Historisch Archief 1877-1940
IfDe vermindering van inkomsten
van* een groot deel der menachheid,
gepaard gaande met een verzwakking
? der uiterlijke en innerlijke individu
aliteit het polo-hemd siert gentle
man en plebejer opent nieuwe pers
pectieven óók op het terrein des etens.
Wenteltevèn a la Mogadore,
Watergruwel BriDat-Savarin of Pure
Órange Marïnelade sur canapéa la
Reine Elisabeth ziet men nog slechts
op de tafels van een enkelen burggraaf
of van industrieelen, die hun vermogen
belegd hebben in Lutine-aandeelen.
.Doch deze vormen een zoozeer te
vemaarloozen minderheid, dat het
probleem der volksvoediug in betere
kringen ^?. de vroeger zoo geheeten
beslist-gegoeden ?? brandend is ge
worden.
Het vraagstuk heeft ideëele en
materieele aspecten. Slechts het laat
ste zij hier belicht. De allerpijnUjkste
innerlijke revolten bij hen, die de
dagclijksche caviaar hebben moeten
zien plaats maken voor pinda-kaas
en leverpastei en die hun
riz-de-veaua-la-Pfaume verdrongen zagen door
kersenjam en hagelslag van den
nieu?wen oogst, zijn te smartelijk dan dat
deze hier belicht zouden kunnen
.worden. Genoeg zij het te dezen
aanzien te vermelden dat
overgecompenseerde minoriteits-complexen
een der edelste en teerhartigste edel
lieden van dit land deden verklaren,
dat hij niets heerlijker achtte dan een
boterham met rookvleesch.
Diergelijko aller-smartelijkste zielsconflicten
zijn te gecompliceerd dan dat zij in
pen uiteraard bondig tijdschrift-ar
tikel tot op het (geestelijk) been zou
den kunnen worden blootgelegd.
Doch houden wij ons een wijle
.bezig met de materieele aspecten der
gewijzigde culinaire omstandigheden
in groote kringen onzer nijvere bevol
king, dan staat het vast dat het
gebruik van brood met kaas gelijken
tred houdt met de vermeerdering
van de vraag naar cigaretten van 3/4
cent. Beider verbruik heeft verbijs
terende vormen aangenomen. Titus
Ijvius heeft eens gezegd goedbrood
met goede kaas is heerlijker en verkies
lijker dan een dozijn slechte oesters"
(hetzelfde adagium wordt geschoven
n de schoenen van Talleyrand,
generaal Weygand, Wagner, mr. dr. W M.
Westerman, Xenophon en Guus
Weitzel). Deze uitspraak zij ons uitgangs
punt. Want het gebruik van goed
brood en goede kaas laat in Nederland
nog veel te wensehen over. Bij ons
viert de cadet nog hoogtij en het
transpireerende vuil-gele plakje kaas is een
' geregeld wederkeerende gast tusschen
het potje thee en het servetje in beenen
ring. Het regelmatig afgestofte broodje
kaas a 25 cents in de glazen wagen
tjes onzer stationsrestauraties past
zich geheel aan aan de culinaire eischen
van het vaderlandsche publiek. De
koffie-om-mee-te-nemen maakt de ver
orbering ervan met mate mogelijk.
De halve biefstuk met tot een droge
meelklomp gebakken aarpeltjes, is de
paralel-loopende exponent van de
begeerte naar een warm stukkie ete."
Het brood is in Nederland altijd
stiefmoederlijk bejegend. In de meeste
huisgezinnen verorbert men jaar en
dag dezelfde broodsoort. Het ge
brek aan fantasie, kenmerkend ver
schijnsel voor de breedste lagen onzes
volks, slechts nmaal per week af
gewisseld door twee uren starens op het
linnen venster, op kleurige verten
opengestooten door Mariene die
Trichine, of de Blauwe Jannings het
Het goede broodje kaas en
de slechte oester
gebrek aan fantasie weerspiegelt zich
mat in de gebloemde broodschalen
onzer Hollandsche koffietafels. Het
blijft een raadsel waarom wij, die
toch op Parijsche terrassen de ro
mantiek van de croquante staven
brood hebben gemengd met de olie
achtige realiteit der beroemdeFransche
hors d'oeuvres, onzen bakker niet de
opdracht geven zulke knapperende
broodstaven op onzen dagelijkschen
disch te leggen in stede van de weëe
casinobrooden waarop wij onze melk»
tanden oefenden en die ons aange
meten gebit vermalen zal tot de dood
erop volgt.
Het behoort tot de vele triviale
onbegrijpelijkheden, dat wij de charmante
kleine détails des dagelijkschen levens,
die ons buiten de landsgrenzen zoozeer
bekoren, bij ons thuis niet navolgen.
Green postcommies, geen inspecteur
van de scheepvaart, geen stationschef
of pianostemmer is er, die niet met
volle teugen genoten heeft van de
breede koppen melkchocolade aan den
Parijschen boulevard. Ben knappe
rende croissant met ongezouten boter
daarin gedoopt vormt het verrukke
lijkst petit-dejeuner dat zich denken
laat en doet alle melige gedachten
aan ontbijtkoek met plaatjes en
huishoud-bessenjam met pitjes in een ver
verschiet verzinken. Ik vraag u:
waarom drinken wij hier geen melk
chocolade uit groote kommen, krui
melen wij geen croissant, is onze
boter gezouten? Zoo zijn er tal van
vragen: waarom kunnen wij op
honds-zomersche dagen ons middag
maal niet op een café-terras nuttigen ?
Hoe komt het, dat wij in gansch dit
land geen geklopt ijs in onze
zomerdranken kunnen krijgen? Dat de
verrukkelijk' rauwe ham onzer Oos
telijke bur n bij ons slechts in enkele
commestio s-zaken te erlangen is?
Dat ge bij acht en negentig procent
onzer ba ketbakkers die
verrukkelijklichte Fransche vruchten-taartjes te
vergeefs uit zoeken op de schalen vol
van zwaarwichtige roomhorens en
vettig crdme-au-beurre-gebak?
Waarom bestaat de Hollandsche
aardappelsalade uit sch'jfjes koude
aardappel met mavonnaise, waarom
de huzarensla uit gehakt koud vleesch
met mayorinaise, de zalmsalade uit
brokken bussenzalm met mayonnaise ?x
MELIS BRUTO
;?: