Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van" 26 Augustus 1933
No. 2934
&-?
io Cantabile
(Slot ran pag. ij)
Waat komtjU vandaan, vroeg ik hem.
Waar ik vandaan kom, dokter. Voor
mij-beat U doktor. Ik zie dat onmid
dellijk of iemand een dokter is of niet..
?Uit den krater van den orous. Vanden
Tand van den Tartarue. Daar, waar de
dag en de nacht een en ik tegelijkertijd
jij ben. «*
Nu begon men langzaam te luisteren,
de menschen begonnen te fluisteren.
Hu haalt een groot stuk linnen uit zijn
zak, maakt er een strik in en trekt hem
met zijn peezige en nerveuse handen
in een ruk uit.
Kom buurman zeg ik, kijk zoolang
daar ginds de zon nog in het loof schijnt
en zoolang er nog heerlijk koud water
is (en ik schenk hem een glas uit mijn
syphon in) heeft U dat nog niet noodig.
Weggeloopen ben ik, als een dief in
den nacht ben ik van haar
weggeloopen. Zoo woest als ik ben, zoo lief is
zij, dat is misschien waar, maar zou
TJ den heelen dag kunnen 'bidden?
Men wil toch ook eens kunnen vloeken
Kortom, de man was werkelijk
heelemaal in de war en heel ongeluk
kig.
Twisten jullie dan met elkaar?
Twisten. Zie ik er naar uit of ik
met iemand ruzie kan hebben ? Als we
dat maar konden, dan was alles goed.
Wjj zeggen nooit een hard woord
tegen elkaar. Wij verscheuren ons
alleen innerlijk. Kunt u dat begrijpen,
Doktor. Alles slikt men zoo op.
Maar een ding, zegt hij, dat maakt
iemand altijd weer verzoend. Zij
speelt prachtig Beethoven. Ik begrijp
nooit hoe zoo een jong ding, ze is
ongeveer twee en twintig, in die
zondenpoel hier geraakt is, zooals ik.
Hoe zoo'n jong meisje, of ze is al een
vrouw, dat alles al kan begrijpen.
Als u zoo'n partituur doorkijkt, daar
staat er toch niets van in. Alleen
Beethoven speelt ze, bijna uitsluitend
Beethoven en als zij bij de Pathetique
alleen maar de eerste tonen aanslaat,
zooals een vogeltje, dat zijn kopje
onder zijn vleugels heeft en stilletjes
weent, als een vogeltje tenminste
huilen kan, dan zou men haar'zoo maar
tweemaal den Graben in Weenen op
en neer kunnen dragen.
- Hoe heet u? Ferruccio, Italiaansch?
Neen, maar van taliaansche afkomst,
ik woon in Doppeladler.
In Doppeladler? O, dat is prachtig.
Dan moeten wij denzelfden kant uit.
Laten we tezamen gaan.
Ja zegt hij, fluit door zijn tanden
als had hij koorts en groote angst....
nu is hij een schooljongen, die zijn
schoolwerk niet gemaakt heeft en
daarom spijbelt. Een groote angst
sprak uit zijn oogen, die zich met
tranen vulden. Neen, ik durf niet,
dan komen lange verklaringen en
tranen, neen, daar houd ik niet van.
Onzin zeg ik, ik zal eerst gaan. Wij
zullen alles in orde maken. U heeft
een bergtocht gemaakt, het was een
moeilijke tocht, u wilde uw vrouw
daarom niet meenemen, en bent
daarom stilletjes weggeloopen, om
de tocht onder leiding van een gids
te maken.
Hij vraagt me of ik niet eerst voor
uit wil gaan, of ik zijn vrouw niet
wil zeggen, dat wij elkaar hebben
getroffen. Ik dacht natuurlijk al dat
hier iets niet in den haak was, en dat
het heele verhaal bluf was.
Ik ga.
Woont hier misschien professor
Ferrucci, vraag ik den portier. Hij
kijkt me verwonderd aan.
Zoo mijnheer, heeft u zijn lijk
gevonden. Waar is hij af gekogeld?
Hij wordt sinds vier dagen vermist
en wij hebben hem reeds gemeld. En
NIEUWE
VACANTIE PLATEN
Peter! Peter!
One Tiny Tear
\ vRay Noble and his
Or/ chestra B 6372
orgelooze
Uren...
Een landweg, het vrije veld, de
' zee, een meertje ot duinen wat
> doet het er eigenlijk toe?
Onderbreek Uw tocht en laat haar
de plaat kiezen, waarop U gisteren
samen danste, speel het wijsje, dat
zij in n stuk door neuriet.
Uw nieuwe His Master's Voice por
table zal U Uw vrije dagen dubbel
doen genieten. Het model 97 kost
slechts f 37.50, doch 't heeft alle eigen
schappen van een groote gramofoon.
Mood Indigo \ Duke Ellington and His
When a black man's blue f CottonClubOrch.84842
Alle platen klinken
beter op His Master's
Voice; His Master's
Voice platen klinken
volmaakt.
Ellington's Orch.
B 4869
Black and Tan Fantasie \ Duke
Jubilee Stomp /
Nobody's Sweetheart ? 1 Mc Kinney's Cotton
PicCryin' and sighin' / kers B 4892
Hierboven een greep int de groote
lijst van onze serie Jazz-muziek.
JLJ_i5 JVlaster s v oice
PORTABLE No. 97 .... Fl. 37.50
toen kwam een klein rond en angstig
blond vrouwtje aangeloopen,
beelemaal verhuild, bevend. Mijnheer,
wat weet u van mijn man?
Om te beginnen laat hij u hartelijk
groeten, wij hebben den geheeleii
voormiddag tezamen doorgebracht,
een charmante, vroolijke heer, me
vrouw professor. Wij hebben eigenlijk
nergens over gesproken, maar als ik
me goed herinner. ... ik geloof hij
zei zooiets van dat hij op de Schlern. . .
of het plan had daarheen te gaan. Hij
heeft toen op de Seiser Alp
gebotanizeerd. dat doet hij toch zoo graag, niet ?
Tiet kleine vrouwtje kijkt mij aan,
ja, wat moet ik nog verder bij elkaar
stotteren. Misschien komt hij tenslotte
heelemaal niet. misschien bedenkt
hij zich en hangt hij zich toch nog ?
op.?U speelt zoo prachtig Beethoven,
begin ik weer. En voornamelijk het
Adagio Cantabile uit de Path
tique. ..."
Nu hadden de gasten toch weer
hun kopjes tusschen de oude
porceleinen figuurtjes op de Kocoeokast
gezet en luisterden gespannen toe.
Dat was een interessant verhaal.
Maar op dit oogenblik gaat de
breede deur van de hotelhal open eri
professor Ferrucio, de verboemelde
student, dat wil zeggen, hij zag er
alleen maar zoo uit. want verboemelde
studenten zouden dit hotel niet kun
nen betalen, kwam binnen, schuw,
met gebogen hoofd als een hond, die
door de voordeur naar b nnen sluipt
en door de achterdeur weer weg. Zijn
vrouw zei niets, vloog naar hem toe,
zei geen woord tegen mij noch tegen
hem, resoluut scheen ze in ieder geval
te zijn, pakte hem bij de hand en trok
hem in den damessalon waar de vleugel
stond. Dus mijn zending was hierbij
afgeloopen. Maar ik had weer dorst
gekregen. Op zoo'n Junidag daar in
de bergen kan liet al ondragelijk
warm zijn. Ik bestelde een glas
frambozensap met kersen en liet me op
een van de leeren stoelen vallen.
En toen hoorde ik plotseling uit. den
damessalon het adagio uit de Path
tique. Ik heb nadien nooit meer iemand
zoo dapper en beheerscht met muziek
hooren lachen en huilen. ... ja huilen
en toch ook lachen,1 als dit dappere
kleine vrouwtje m den damessalon
bij dezen lastigwi, misschien genialen
man, professor Ferrucci.
En toen de muziek ophield kwam
hij zelf naar buiten, heelemaal weg,
heelemaal uitgeput.
Doktor, Doktor, riep hij. U bent
gezegend. U heeft mij, armen,
rondgedwaalden Odysseus nog een keer
het leven gered. Heeft u het gemerkt,
geen woord heeft zij gezegd, zij heeft
me gewoon in den muzieksalon ge
sleept en mij het Adagio voorgespeeld.
Gespeeld heeft ze of ze alle zwerf
tochtenvan mijn homerische ziel....de
gekke kerel viel me heusch om den hals.
..Het ivas in hotel Schwarzen
Baren", viel nu de pianiste in en
zij zei dat zoo rustig alsof zij
zei, alsjeblieft geeft u mij nog
een kopje koffie Johan. ,.UJ heeft
mij niet herkend, meester. Ik
heb u echter onmiddellijk herkend.
Maar de arme Ferrucci was toch
niet te weerhouden. Hij was een heer
lijk merisch, buitengewoon muzikaal,
de eenige werkelijke geniale
man, dien ik ooit heb ontmoet. Maar
misschien was ik toen te jong voor
hem, kon ik hem toen nog niet
begrijpen, maar geen ander wezen,
noch man, noch \rouw in deze wereld
had hem kunnen weerhouden. Precies
een jaar later heelt hij zijn plan toch
doorgevoerd.
Weet u meester, toentertijd kon ik
nog niet spelen en misschien juist
daarom heb ik misschien beter ge
speeld dan nu, nu ik het kan. Ten
minste dat zeggen de anderen, dat
?k het kan".
Dus.... ik heb toch gelijk, zei de
vrouw des huizes, dat niemand in de
heele wereld het Adagio uit de Path
tique beter speelt dan jij...."