De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 19 augustus pagina 2

19 augustus 1933 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Sttamleven te Muiderberg No. 293* Verwondering" en onzedelijkheid J. L. de Raadt Burgemeester van Muiderberg ^ t? >, 'K , j.. i |U "ff tv W. Indien gij niet tegen een bloote arm en een bloot been kant, vermijdt dan de plaatsen waar'gezwommen en gebaad wordt Sinds de Provincie twintig- jaar geleden bij Muiderberg een zeewering heeft gemaakt, heeft zich biervanlieverlede een strandleven ontwikkeld. or betere tramverbinding niet het Gooi en Amsterdam en het steeds toenemende auto- en rijwielverkeSr, is het bezoek op een gewonen Zondag gestegen tot 8 a 10.000 personen. ' Het strand loopt in zee zeer geleidelijk af, zoodat het baden vooral voor kinderen geheel gevaar loos is, terwijl de golfslag ontbreekt die het baden aan, de Noordzeestranden menigmaal zoo gevaar lijk maakt. Eb en vloed komen niet meer voor. Muiderberg wordt dan ook het meest bezocht door gezinnen met kinderen uit Amsterdam en het Gooi; velen brengen een tent mede, die tegen vergoeding op het strand mag worden geplaatst n de geheele familie kan voor weinig geld een gansenen dag van strand en water genieten. De politieverordening bevat een bepaling dat het verboden is zich op het strand te ontkleeden of zich geheel of gedeeltelijk ontkleed daar op te houden". Deze bepaling kan niet worden gemist, omdat de politie de bevoegdheid moet hebben om bij ergerlijke overtreding te kunnen optreden. ? Doch letterlijke toepassing van deze bepaling, zou niet mogelijk en niet gewenscht zijn. Iemand, die zijn jas uittrekt is formeel gedeelte lijk ontkleed en dus strafbaar; het z.g. pootjebaden zou--moeten worden gestraft tenzij de kinderen of ook wel de volwassenen, die veelal met ^ hun kinderen gaan pootjebaden en spelen, zich in zee van schoenen en kousen ontdoen, want op het strand mogen zij feitelijk niet op bloote voeten loopen. Er zijn Wel vier badinrichtingen, die een steiger in zee hebben met badkamertjes, doch aangezien hoofdzakelijk gezinnen Muiderberg bezoeken, is het in dezen tijd voor menigeen te kostbaar om van zulk een badinrichtmg gebruik te maken. In de tent kleedt men zich dus uit en loopt in badpak naar zee. Op warme dagen wordt den geheelen dag doorgebracht op het strand, in de tent of in zee. De menschen zijn gelukkig in gaan zien, dat het verblijven in de open lucht een prachtige afweerjf tegen allerlei kwalen; de zon kan haar beilzaittjoirerk doen, Een dag aan het strand maakt-^aljfc.menschen vroolijker en flinker; het werk wordt opgewekter gedaan, kortom men leeft gelukkiger. Vroeger waren de menschen nauwelijks te bewegen om te zwemmen en te zonnen, hoeveel tijd kostte het dan ook niet wanneer een v¥o«w of man zich 20 jaren geleden moest ontkleeden om in een bad te gaan. Hoeveel knoopjes moesten de dames niet los maken; sommige konden dat zelfs niet alleen doen omdat de japon op den rug met knoopjes en haakjes was dichtgemaakt. Maar tegenwoordig is mei?, vooral wanneer men er op heeft gerekend en bv. thuis reeds zijn badpak heeft aangetrokken, in een oogenblik van wandeltoilet in badkostuum. De politie heeft het meermalen ervaren, dat zij voorbij een strand stoel liep waarin een dame zat, behoorlijk van bovenkleeding voorzien, en als de surveilleerende agent eenige passen voorbij was en nog eens om keek, de dame al reeds in badcostuum uit den strandstoel stapte. Streng toezicht is dan ook niet mogelijk en juist vanwege het vlugge uitkleeden m. i. absoluut overbodig. En op die overbodigheid wil ik hier eens wijzen, nu hier en daar stemmen van zedelijkheidsapostelen opgaan, die tegen zwemmen en baden tekeer gaan als ware het duivelsche ge noegens. Als aanloop nam ik den toestand in mijn gemeente; elders is het natuurlijk precies hetzelfde. Men spreekt tegenwoordig zoo spoedig van verwildering en onzedelijkheid, maar wat moet men daaronder verstaan ? Wat de een verwildering 'noemt, acht de ander een uiting van vroolijkheid, dartelheid en levenslust. Gelukkig dat deze soms uitlaaiende levenslust bij de jeugd wordt gevonden en bij vele ouderen weer eens bovenkomt. Men moet zich eens voorstellen, hoe de bewoner van een Amsterdamsch huis, dat niet is gelegen aan een van de grachten of in een van de mooie ruime buitenwijken, zich voelt wanneer hij voor weinig geld aan het strand kan genieten van frissche lucht, water en zon. Is het wonder dat hij met zijn gezin dartelt, stoeit en rolt? Dat is geen verwildering maar uiting van vreugde en dankbaarheid. Hij genietmeer van de natuur dan menig rustig badgast in 'de groote badplaatsen, die in een strandstoel zijn courant of boek leest en langzaam indommeltEen definitie te geven van wat zedelijk of onzede lijk is, is niet goed mogelijk. Wat de een onzede lijke kleeding noemt, vindt een ander luchtig of sportief. Wat nu zedige kleeding is, was nog niet zoo heel lang geleden buitensporig lichtzinnig. Een dame vertelde mij onlangs, dat zij in haarjeugd een berisping had gekregen van haar moederomdat zij het gemmetje van haar japon iets lager had gemaakt en toen het gemmetje geheel ver dween, was er een familiescène. We leven nu gelukkig in een anderen tijd, en wij zijn niet meer bang om ons lichaam aan zon, lucht en waterbloot te stellen. Men maakt tochten met zeil-, roeiboot of canoKrijgt men het te warm, dan even een bad genomen p wiJ men niet in badcostuum in de boot zitten, dan. heeft men toch zoo weinig kleeren aan, dat deze> in een oogenblik uit zijn. Wie aanstoot neemt aan een man of vrouw in. badcostuum moet de badplaatsen en de oorden waar watersport wordt genoten maar vermijden. Voor onzedelijke handelingen zoekt men debosschen en de eenzame dijken, doch niet het. strand en de drukbevolkte zwem- en strandbadenVele ouderen kunnen zich natuurlijk niet aanpassen aan de tegenwoordige kleedihg en ge woonten van de jeugd, doch zij moeten bedenken, dat het hun ouders misschien e venzoo is vergaanIn verhouding tot vroeger is de tijd niet onzedelijker. En dit is toch waarlijk niet het eenigewaaraan zij niet kunnen wennen; de wereld is. vol veranderingen ! Kunnen zij zich niet aanpassen, dan gaan ziji zich ergeren en trachten de veranderingen tegen te keeren, doch dit gelukt nimmer. Met dwang: wordt wellicht tijdelijk en plaatselijk iets onder drukt doch om op een andere plaats des te hevigertot uiting te komen. Indien verbetering noodig is, dan zal deze nimmer komen door maatregelen van buiten, doch alleen door een innerlijke verbetering. Voor veel ouderen is het dus een moeielijke tijd. * * * Iets anders is het echter met de jongeren, diezich ook al gaan ergeren aan het strandleven en daarin iets onzedelijks zien; vooralsnog kan ik niet gelooven, dat dit eigen overtuiging van di& jongeren is, doch meer een van hoogerhand in geblazen standpunt. Er is in het Gooi zelfs een comitévan jongeren opgericht om tegen het strandleven op te treden. In de dagbladpers. heb ik hierover mijn meening kunnen zeggen. Gelukkig heeft dit voorbeeld nog geen navolging elders gevonden. Wanneer een man aanstoot neemt, alshij een vrouw in badcostuum ziet (of omge keerd !) zit dat niet in het gedeeltelijk ontbloote lichaam van dien man of die vrouw, doch in de onreine gedachte van de(n) beschouwe-r(ster). De onzedelijkheid zit niet in de kleeren of in de ongekleedheid doch in den persoon die zich daaraan ergert. En dat ergeren moet men ook al niet te serieus nemen, want het'is wel eigenaardig, dat zij, die zich z.g. vreeselijk ergeren aan badcostuums, niet ongevoelig, zijn voor het hooren en vertellen van grapjes, die zij niet gaarne aan hun moeders zouden vertellen. Zij schijnen er behagen in te scheppen om zich te laten ergeren, want zij zoeken de plaatsen van ergernis op in stede van die te vermijden. Met hun geschrijf en geadresseer brengen zij inmiddels menige gemeente ten onrechte in opspraak. Het is overigens bekend dat het afloeren" van paartjes in de bosschen niet geschied door de reinen doch door hen die daarin een behagen scheppen en het aan anderen doen voorkomen of zij zedelijkheidsapostelen zijn. Reeds 2000 jaren geleden werd er geschreven: Alle dingen zijn rein den reine, maar den ongeloovige en heiden is geen ding rein, maar beider verstand en geweten is bevlekt." Dit woord heeft zijn waarde nog niet verloren ! f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl