De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 2 september pagina 10

2 september 1933 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

*!? Ihadamittion.," k V Ernst Iiubitsch,T ;Wor man~',Tau reg. Stephen Roberts, \orninn Mcïjeod, James Crnze, Wil Ham Setter en Bruce Humoerstone: ..Als Ik een millioen had. . : ." Tusehinsky Wanneer wagen onze voorzichtig aan - den -loopenden-band-fabriceerende Europeesche studio's zich toch eens aan een dergelijke plezierige absurdi teit: de vervaardiging van een film door niet minder dan zeven regisseurs ? Of er geen crisis aan de lucht is of er geen angst voor de recette bestaat.... Wynne Gibson als de prostituee zoo amuseert de Paramount zich met een dwazen inval, een gedurfde carnavalsgrap ! Terwijl Babelsberg en Parijs pijnlijk-benauwd hun operettetroeven sorteeren. biedt Hollywood plotseling dit gewaagde sans-atout. O ja wij kunnen met onze ge leerde gezichten en onze strenge normen voor de gebruikelijke film kunst wel thuis blijven. Het heele geval werd hoe kon het anders ! een vrij bonte lappendeken van Mariene Dietrich in "The Song of Songs' REGISSEURSMariene Dietrich i Zeven Regissen klein-kunst, Grand-Guignol- en gag-fragmenten. Een bric-a-brac van stijlen en persoonlijkheden maar daarbij tevens een tombola met kostelijke surprises. De^ historie van den multi-millionnair, die uit pure recalcitantrie zijn vermogen verdeelt onder acht willekeurige, uit net adres boek blindelings opgezochte indivi duen is de vette kluif, waarop de regisseerende jachtkoppels zich stor ten. Ieder maakt zich met een frag ment uit de voeten en laat ons, toe schouwers, de taak om uit te zoeken ..Who's Who" in dit barokke stukje Filmland. Een listiglleidje, waar wij gezien de onbekendheid der meeste daders liever niet inloopen. Men vindt er van alles: Naast de zeer gerekte en nogal zwakke burleske van het variété-paar, slaat de zeer goede tragi-cornedie der prostituee, waarin de felle, verbeten persoonlijkheid van Wynne Gibsoii voortreffelijk werk doet. Naast de ietwat verbrokkelde mariniers-episode. die Gary Cooper weinig gelegenheid geeft op volle kracht te komen, slaat de amusante historie van den winkel bediende met een als altijd gave en fijne rol van den komiek Charlie Ruggles. T'it den toon valt de crue scène in de doodencel. Dit fragment herinnert op weinig kiesche wijze aan de analoge episode in ,,Ladies of the big house" en parafraseert het werk van den regisseur Marion Gering, door hetzelfde sujet, Gene Haymorid, tot hoofdpersoon te kiezen. De nood zakelijkheid om een der aangrijpend ste scènes uit een goede film nog eens dunnetjes over te doen, laat zich niet zoo dadelijk inzien. De gangster-story van den chèque-vervalscher daar entegen, is weer een voortreffelijk staaltje van spannende film-kleinkunst. Twee der sketches echter maken deze caprice tot een zeldzame ge beurtenis van groote waarde. De eerste, de episode van den boekhouder, die plotseling met het millioen' be dacht, zijn congéneemt is een chef d'oeuvre van beknoptheid'en synthese. De eeuwig getrapte, afgesnauwde en genegeerde kantoorslaaf (de voortreffelijke Oharles Laughton) is plotseling onafhankelijk geworden. Een millioen dollars fladdert op zijn BIOSCOPY sclli'ijftafel|;(én uit de honderd!) neer. Inspan ning zien wij bem de enveloppe opt ien, di voor hem vrijheid, on afhankelijkheid, heer schappij inhoudt..., de reactie is verbluffend van soberheid en psy chologische juistheid. (i een tooneelgebaar van exuberante vreugde waartoe deze in de kan toorroutine geperste ziel niet meer in staat '\F. Geen extatische blik, die een glorieuse toe komst tegemoet ziet de benauwde horizon van een jarenlang tred molen-bes taanheef t zich daartoe te eng en te onverbiddelijk om deze doft'eoogen gelegd. Even een vluchtige verbijstering iets als een snelwegtrekkende duizeling dan fixeert zich de gedacht e van den fossielen employéop het eenige. wat hij omvatten kan: het kantoor. den patroon. . . . het afscheid . . . . levanche! Hij verrijst van zijn st schrijdt door de kantoorruimte : denzelfden afgemeten ambtenaarsg van alledag.... hij zou niet ain meer kunnen, al werd hij voor laatste oordeel opgeroepen. En bestijgt trap na trap het paffe weeke kantoorgezicht in denzelf onveranderlijken plooi van offici wezenloosheid. Achter hem verzin de eindelooze traptreden als de < vormige jaren van een automai bestaan. . . . hij let er niet op, blik onafgewend gericht op het mende moment van afrekening. mer van den tweeden secretaris den eersten secretaris. . . . steeds posariter wordt de omgeving st< ijler de lucht auf dieser Mensch Hölien". Eindelijk: een deur ..President" de berg Horeb. v het aangezicht van een zaken-Jeh over de menschheid licht . Even we kantOi ? fc

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl