De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 2 september pagina 12

2 september 1933 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 2 September 1933 No. 2935 OnderwijS'problemen M. Beckers-Zürcher t- ? l f, r i Snelle hervorming gewenscht Er is geen twijfel aan, of het Openbaar Onder wijs en zeker niet het minst de volks-school-inde-groote-stad maakt als zoovele andere instellingen in dezen tijd een crisis door, zooals men die nimmer gekend heeft. Niet alleen is het leerlingen-aantal dalende, ook van de zijde van het Middelbaar en Voorbe reidend Hooger Onderwijs komen steeds meerdere klachten omtrent <Je resultaten van het Lager Onderwijs binnen. Nu groote veranderingen voor de deur staan onze nieuwe Minister van Onderwijs heeft reeds bewezen, dat hij de dringende noodzakelijkheid van bezuiniging over de geheele linie inziet kan het nuttig zijn, de oorzaken van den achter uitgang van het Openbaar Onderwijs nog eens nader te beschouwen. Voorop gesteld zij: Reeds veel te lang heeft, de sterk-links-ge rienteerde vak-organisatie-der-onderwijzers die vooral in de steden de Openbare School beheerscht met de phrase, dat zij een zedelijk recht put uit haar bemoeiïngen-ten-gunste-van-het- volkskind menige verandering ten goede tegengehouden, heeft zij willekeur, zorgeloosheid en verkwisting bevorderd, alleen om tegemoet te komen aan de exorbitante eischen van haar leden. Dat men ??nu er een sterke strooming valt te bespeuren, tégen de tallooze lagere, middelbare en hoogere examens, tégen de onregelmatige werkwoorden in alle mogelijke talen, tégen de beruchte thema's en de niet minder vermaarde verbuigings-uitgangen, nu physical-culture" meer en meer op den voorgrond treedt -?de intellectueele overlading der jeugd tracht tegen te gaan door vereenvoudiging-van-het-leerplan is misschien te begrijpen en te billijken. Het beknotten der z.g. kennis-vakken ten behoeve van die, welke den lichamelijken welstand en het geestelijk evenwicht der leerlingen ten goede komen is, vooral in de eerste leerjaren, volstrekt niet zonder meer verwerpelijk te achten. Het is inderdaad van niet te onderschatten belang, dat men eindelijk eens grondig afrekent met het doode weten", het overmatig quantum dor feiten-materiaal, dat reeds in onzen grooten Jan Ligthart zulk een bekwaam bestrijder vond en dat bij de vorming van het kind slechts een negatieve rol speelt. Maar dit alles wil nog niet zeggen, dat er in de school niet gewerkt moet worden. Kennis mits begrepen in haar betrekkelijk heid en niet verworden tot veelzijdigheid van technologie" beteekent nog altijd voor den strevenden mensch bewustwording en innerlijke rijkdom. Niemand kan op goeden grond de waarde eener intellectueele ontwikkeling loochenen ? zelfs al staat de maatschappij niet direct met de belooning in den vorm van een goede positie klaar. Natuurlijk is het mogelijk, dat een middel matig verstand gepaard gaat met uitnemende moreele eigenschappen toch een natie of een volk met geringe intellectueele ontwikkeling kan ethisch niet hoog staan". De drang-naarontwikkeling in alle lagen der maatschappij is een der meest kenmerkende ??? en tevens een der meest verheugende verschijnselen van de Westersche beschaving in onze eeuw. Dit inzicht is langzamerhand gemeengoed ge worden van hoog en laag. Vandaar dat het proletariaat, de arbeidende CHAMPAGNE KRUG&CO REIMS IN KWALITEIT AAN DE SPITs! stand van onze dagen, oorspronkelijk geneigd was aan de volks-school zeer hooge eischen te stellen en het zijn dan ook de vertegenwoordigers van deze klasse onzer samenleving geweest, die de Openbare School dit troetelkind der liberalen -?gemaakt hebben tot een eenheid, waarin plaats zou zijn voor arm en rijk. Dit ideaal ? n.l.. een opvoedings-instituut te stichten, waar ook het normaal-begaafde kind uit het eenvoudig milieu een ontwikkeling-opbreede basis zou verkrijgen is echter allerminst bereikt. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Ik zei de reeds, dat men op verschillende gronden besnoeiïng van het leerplan heeft noodig geacht. Voor zoover deze gronden van paedagogischen aard waren, verdienden zij inderdaad alleszins de aandacht. Maar ook de ambtenaren-willekeur, die zonder zichzelf te kennen de oppermacht van het middel matig intellect, het bekrompen inzicht, het onver standig egoïsme in de hand werkt, bevorder de het proces, dat de volks-school-in-de-groote-stad bijna tot een aanfluiting gemaakt heeft. Alles is er neergehaald tot een gemeenschappe lijk, vanzelf-sprekend zeer laag, peil en de vlucht uit het proletariaat" is alweer en ditmaal dour de verblinde medestanders van den arbeider zelf aan het kind-van-den-arme onmogelijk gemaakt. Van aansluiting bij het Middelbaar en Voorbereidend Hooger Onderwijs is allerminst sprake en zoo blijft ook nu voor het volkskind in het algemeen slechts over het U.L. Onderwijs en het zevende leerjaar, waarvoor dan ook ijverig propaganda wordt gemaakt. Het gegoede deel van het publiek in vele geledingen trouw aan de Openbare School moet noodgedwongen zijn heil zoeken bij het Neutraal Bijzonder Onderwijs nu de volksschool, ondanks de goede wil van vele leerkrachten en autoriteiten, langzamerhand verpaupert. Geen kostbare school-politiek, geen prachtige gebouwen-met-lokalen-op-het-Zuiden en moderne speelplaatsen, geen ouder-avonden-met-thee-envoordrachten kunnen daarin verandering brengen. Zóó móet de school verloopen. Alleen een eerlijke critiek, die van geen partij zucht of kortzichtige demagogie zou willen weten, en die slechts het belang van het volkskind in waarheid zou wenschen te dienen, kan het kwaad bestrijden. » Zoolang de heerschappij van het volk nog niet de heerschappij van de besten-onder-ons beteekent, zal de school, die het geheele volk ten goede behoort te komen, verdedigd moeten worden tegen officieel-gesanctioneerde onbekwaam heid. Nergens beter dan in de volks-school-vanheden kan men ervaren, hoezeer de democratische idee zeker verdedigbaar op zich zelf, aantrekke lijk voor den vrijheid-lievenden mensch, onont beerlijk in onze samenleving als tegenhanger van dwingelandij-in-welken-vorm-ook somtijds tegen den wil van vele bekwame leiders, in haar eenzijdigheid en stelselmatig ondergeschikt ge maakt aan politieke zelfzucht en domme dwarsdrijverij, het ware volksbelang in den weg staat. Het kan niet anders, of de burgerij in onze groote steden hoezeer misleid ook in vele gevallen door volksvergadering en volks-pers moet tenslotte ervaren, dat een boven partij zucht verheven leiding in de school, die zij voor haar kinderen geëischt en verkregen heeft, een eerste vereischte is, om haar dienstbaar te maken aan het gemeenschappelijk wenschelijke. Een der grootste gevaren voor de school-in-destad blijft het verkeerd begrepen eigenbelang van een deel der onderwijzers, die zonder echte liefde-voor-het-volkskind, zonder gemeenschaps zin, zonder plichtsgevoel, misbruik maken van de vrijheid, door te welwillend democratisch bestuur in liet leven geroepen. In geen enkele particuliere onderneming kent men op ondergeschikte plaatsen de volstrekte zelfstandigheid, zooals de schoolmeester-in-devolks-school die geniet. Men verdedigt deze onaan tastbaarheid, die tot in het belachelijke gesteund wordt door een deel der vakvereenigingspers zeer spitsvondig met verwijzing naar het speciale karakter van de positie van den opvoeder voor de klas. Het wil mij echter voorkomen, dat slechts daar, waar de resultaten van het onderwijs een buitengewoon groot vertrouwen in de beschaving, de kennis en de betrouwbaarheid, den werklust en de werkkracht van de betrokken leerkrachten wettigen, sprake zou mogen zijn van de revolutionnaire school", die geen leiding, geen toezicht en geen critiek duit. Zoover zijn we echter nog lang niet. Eén ding is zeker: in Amsterdam verliest de Openbare School ieder jaar leerlingen aan het Bijzonder Onderwijs, confessioneel en neutraal. Men heeft het voorgesteld, alsof er alleen oorzakenvan-buitenaf aan te wijzen zouden zijn. Ik ontken dit ten stelligste. En het zou mij geen moeite kosten het met vele bewijzen-uit-de-praktijk te staven. Willen wij het Openbaar Onderwijs dat de sympathie van een groot deel van ons volk heeft redden uit de impasse, waarin het geraakt is dan moeten allen, die van goeden wille zijn, de handen ineenslaan en een nieuwen koers bepalen, eer het te laat is. Het is noodig, dat de gevaren, die de volksschool bedreigen, ernstig onder de oogen worden gezien. Intusschen mogen wij van Minister Marchant verwachten, dat hij het belang van een snelle hervorming op onderwijsgebied inziet en dat de ingrijpende plannen, die volgens de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer, in voorbereiding zijn, meer beoogen dan alleen het belangrijk verhoogen van het aantal leerlingen per klas. Het herstel onzer nationale welvaart eischt in het huidige tijdsgewricht niet alleen dringend de beëindiging eener voorbeeldelooze geldverspilling, tengevolge van een onzinnig-dure schoolpolitiek, maar tevens de vernieuwing en wedergeboorte der volksschool, die geheel en uitsluitend dienstbaar behoort te zijn aan de geestelijke verheffing onzer samenleving. Nieuwe uitgaven KrisJinamurti. door Carlo Suarès, (uit het Fransch vertaald), Star Publlshing Trust, Scheïeninf/en. In dit boek wordt de ontwikkeling van Krishnamurti gevolgd tot 1932. Het haalt vele citaten van hem aan, die zich door een zekere eenvormig heid en vele gemeenplaatsen kenmerken. Men vraagt zich na aandachtige lezing echter af of met deze uitgaven en met alles wat over hem geschreven wordt wel gehandeld wordt in den geest van Krishnamurti, die nadrukkelijk zegt geen weg te willen of te kunnen wijzen. Men kan zich daarom ook rustig van Krishna murti afwenden, het doet hem noch ons iets. De Wereld als Oods Licht, door J. van Dijk. W. J. Thieme & Cie, Zutphen. Aangekondigd als een populaire studie over mythen en hun innerlijke beteekenis,. geeft dit boek een serie opstellen waarin mythen over de kosmos, de aarde en den mensch behandeld worden. Eerst worden voor de niet georiënteerde lezers een aantal terugkeerende beelden zooals het wereldei, de doodsgod, het levenswater, het hemelsche rund e.d. verklaard. Daarna wordt getracht om het verkregene toe te passen op de ons bekende mythen. De mythen van Dionysos wordt als voorbeeld gekozen. Ach tereenvolgens krijgen we de diverse interpretaties: Dionysos als wijngod, als natuurmythe, als mystieke mythe, als sterrenmythe en als kosmische mythe. B. HOOFiEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl