De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 2 september pagina 13

2 september 1933 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

Moderne kunst: het surrealisme Picasso De Surrealist gelooft, dat, wanneer het ons zou mogen gelukken, ons dagelijksch leven, al was het maar een oogenblik, onbevangen te aanschouwen, het voor ons ondragelijk zou worden, om het gekonkel en gehuichel, dat we, vooral in politiek, godsdienst en liefde, in rustige regelmaat overal om ons heen zien, en waar we zelf ijverig aan meedoen. L'acte surréaliste, Ie plus simple," schrijft AndréBreton in het tweede surrealistisch manifest, consiste, revolvers aux poings, a descendre dans la rue et a tirer au hazard, tant qu'on peut, dans la foule." Zeker ook wij vinden het leven in vele opzichten afkeuringswaardig; echter zóó ondragelijk, dat we maar lukraak zouden gaan schieten op menschen die ons niets misdaan hebben, vinden wij het toch niet. Evenwel, het zij tot onze verontschuldiging aangevoerd: het leven wordt ons ook op allerlei manier aannemelijk gemaakt. Daar is in de eerste plaats het amusement. En dan voor ernstige menschen de godsdienst. Niet alleen echter het sollen met godsdienst, maar alle godsdienst en alle amusement worden door de Surrealisten zonder mankeeren verbannen. Verd.er zijn er nog de kunst, de philosophie en de wetenschap. Hier onderscheidt de Surrealist tusschen hetgeen tot het onverwrongen, naakte innerlijke leven leidt, en hetgeen daarvan afbrengt. Wat literatuur en philosophie betreft, hebben de Surrealisten een lijst van schrijvers opgesteld, een soort index, die in twee rubrieken is inge deeld. Boven de ne rubriek staat: lees", en boven de andere: lees niet." Afgeraden worden allen, die in hun oogen dichterlijke mooipraters zijn, psychologische knutselaars, Lebensverneiner, in's Blauwe hinein- en salon-philosophen, goedpraters, zoqals Verlaine, d'Annunzio, Balzac, Proost, Maurüuc, Plato, Schopenhauer, Bergson. Bijzoader aanbevolen worden o.a. Eimbaud, ofschoon niet in al zijn uitingen?, De Sade, Lautréamont, Baudelaire; Hegel, die zij ter wille v,an zijn dialectiek graag zijn absoluut idealisme vergeven; Marx, die de drijf veeren van het maatschappelijk leven en Freud, die / deze van het zieleleven heeft blootgelegd. * ? ? Met Hegeliaansche dialectiek, en vooral met het dialectische historisch-materialisme wordt het maatschappelijk cultuurleven, met de psycho analyse het gevoelsleven van alle sublimeerin gen" en fatsoeneeringen onbarmhartig ontdaan, tot het in al zijn naaktheid voor ons staat. En eerst dan blijkt, hoe door en 'door leugen achtig ons zieleleven is, hoe we alles een mooie draai weten te geven. Behalve mooipraterij is er niets, dat ons zoozeer de weg naar het naakte zieleleven verspert als de barre leelijkpraterij. Dat is het coquetteeren met onze onverschrokkenheid, die de bitterste waarheden onder de oogen durft te zien, zooals we dat maar al te dikwijls in realistische romans en veristische schilderijen aantreffen. De Surrealisten willen niets anders dan dit naakte gevoelsleven, dat grootendeels in het onder bewustzijn verscholen ligt, aan het licht brengen, Dit blij]|fc niet zoo eenvoudig te zijn. Met onver schrokkenheid alleen komen wij er niet. Wij hebben het onderbewustzijn met zooveel raffinement ver stopt, dat er een speciale techniek voor noodig is om het weer aan de dag te brengen. Deze tech niek danken we grootendeels aan Freud. De Surre alisten hebben haar met ijver bestudeerd. < Reeds het gebruik van alcohol, cocaïne, opium, enz. heffen verstandelijke remmingen, op het onderbewustzijn uitgeoefend, eenigszins op. Ook de honger kan ons onderbewustzijn tot activiteit prikkelen, zooals o.a. blijkt uit een beschrijving van Knut Hansum, door AndréBreton in het eerste surrealistische manifest aangehaald. Maar vooral de studie van de droom kan ons vertrouwder maken met het onderbewustzijn. De juiste concentratie op de droom echter vereischt eenige scholing en oefening. Ook uitingen van kleine kinderen en van krankzinnigen kunnen ons veel omtrent het onderbewustzijn leeren. Sommige Surrealisten bevelen tevens de studie van occultis me en astrologie aan, terwijl anderen, die meer philosophisch materialistisch denken, o.a. Bataille, zich heftig hiertegen verzetten. Dikwijls ook uit zich ons onderbewustzijn in het teekenen van allerlei figuurtjes en poppetjes, terwijl wij met onze gedachten met iets geheel anders bezig zijn. Maar in dit geval houden we toch altijd een oogje in het zeil, opdat geen ongewenschte ongerechtigheden op het papier zullen komen. Ons intellect zeeft, zonder dat we het Chirico bewust willen, de uitingen van ons onderbewust zijn. Eenige jaren geleden hebben de Surr alibtenin aansluiting met een hunner tentoonstellingen, een groote verzameling van op deze wijze volgekrabbelde bladen geëxposeerd, waaronder vloeibladen van beroemde, in hun oogen beruchte, staatslieden. Het heele streven der Surrealisten is er op ge richt, de zeef te verwijderen, die door ons intellect gevormd wordt, om de samenleving voor al te Viollier groote onbehouwenheden van het onderbewustzijn te behoeden. Ze zijn zich bewust, dat de wanstaltigheden, die daarbij aan den dag kunnen treden, behalve zelfs een Realist of Verist, ook hen zelf uit het evenwicht zouden kunnen brengen. Toch zullen zij er met ernst voor blijven waken, dat de zeef niet van zelf weer in werking wordt gesteld. Want van het geheele burgerlijke cultuurleven, dat ze reeds zoo haten en verfoeien, geeft niets hun zoo'n walging als juist de evenwichtigheid ervan. Wanneer we nu, geholpen door onze verachting voor de spitsvondigheden van ons verstand, er in slagen, het gestadig babbelende en critiseerende intellect het zwijgen op te leggen, kan het ons na veel oefening gelukken het zoo weinig gekende onderbewustzijn, slechts matig geremd en gezeefd, aan de oppervlakte van het bewustzijn te brengen. Op deze wijze wordt een nieuwe realiteit geschapen, door de Surrealisten surréaliteit" genoemd, vandaar de naam Surrealisme. Het zijn vooral de ex-Dadaïsten onder de Surre alisten, zooals Soupault, Breton, Tzara, Arp, Picabia, die het Surrealisme tot een betrekkelijk gesloten systeem hebben uitgebouwd met een officiëele naam. Maar alleen als revolutionaire levensleer is het Surrealisme een stelsel, min of meer aanvaardbaar voor een groep van menschen, al schijnt dit niet zonder eindelooze ruzies mogelijk te zijn. In de praktijk van het schilderen echter zijn er evenveel manieren van surrealistisch werken, als er Surrealisten zijn, al hebben allen dit ne ge meen: het irrationeele en ongeremde hunner ver beelding. Max Ernst gebruikt meestal alleen knipsels van oude houtgravures en andere prenten. Dali, Magritte, enz. schilderen in verf met duide lijke voorstellingen. Miro, Tanguy enz. schil deren meestal geheel, wat men noemt, ab stract" (zonder natuurvoorstelling). Hans Arp min of meer abstract". Man Ray is eigenlijk fotograaf. Bij Picabia en Magritte neemt weer het geschreven woord een belangrijke plaats in het schilderij in. Echter reeds vóórdat het Surrealisme 7ich als levensleer min of meer consolideerde, waren er verschillende schilders, die surrealistisch werkten, al werd dit toen natuurlijk niet zoo genoemd. Onder hen* zijn Picasso en Ohirico wel de voor naamste. Alleen door zijn natuurlijke zin voor het irra tioneele en zijn zuiverheid van gevoel heeft Chirico, zonder toepassing van de Freudiaansch-surr alistische techniek, de weg naar het onderbewustzijn gevonden. . Arp (Slot op pag. 14)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl