Historisch Archief 1877-1940
Moderne kunst: het surrealisme
Picasso
De Surrealist gelooft, dat, wanneer het ons zou
mogen gelukken, ons dagelijksch leven, al was het
maar een oogenblik, onbevangen te aanschouwen,
het voor ons ondragelijk zou worden, om het
gekonkel en gehuichel, dat we, vooral in politiek,
godsdienst en liefde, in rustige regelmaat overal
om ons heen zien, en waar we zelf ijverig aan
meedoen. L'acte surréaliste, Ie plus simple,"
schrijft AndréBreton in het tweede surrealistisch
manifest, consiste, revolvers aux poings, a
descendre dans la rue et a tirer au hazard, tant
qu'on peut, dans la foule."
Zeker ook wij vinden het leven in vele opzichten
afkeuringswaardig; echter zóó ondragelijk, dat
we maar lukraak zouden gaan schieten op
menschen die ons niets misdaan hebben, vinden wij
het toch niet.
Evenwel, het zij tot onze verontschuldiging
aangevoerd: het leven wordt ons ook op allerlei
manier aannemelijk gemaakt. Daar is in de eerste
plaats het amusement. En dan voor ernstige
menschen de godsdienst. Niet alleen echter het sollen
met godsdienst, maar alle godsdienst en alle
amusement worden door de Surrealisten zonder
mankeeren verbannen.
Verd.er zijn er nog de kunst, de philosophie en
de wetenschap. Hier onderscheidt de Surrealist
tusschen hetgeen tot het onverwrongen, naakte
innerlijke leven leidt, en hetgeen daarvan afbrengt.
Wat literatuur en philosophie betreft, hebben de
Surrealisten een lijst van schrijvers opgesteld,
een soort index, die in twee rubrieken is inge
deeld. Boven de ne rubriek staat: lees", en
boven de andere: lees niet." Afgeraden worden
allen, die in hun oogen dichterlijke mooipraters
zijn, psychologische knutselaars, Lebensverneiner,
in's Blauwe hinein- en salon-philosophen,
goedpraters, zoqals Verlaine, d'Annunzio, Balzac,
Proost, Maurüuc, Plato, Schopenhauer, Bergson.
Bijzoader aanbevolen worden o.a. Eimbaud,
ofschoon niet in al zijn uitingen?, De Sade,
Lautréamont, Baudelaire; Hegel, die zij ter
wille v,an zijn dialectiek graag zijn absoluut
idealisme vergeven; Marx, die de drijf veeren
van het maatschappelijk leven en Freud, die
/ deze van het zieleleven heeft blootgelegd.
* ?
?
Met Hegeliaansche dialectiek, en vooral met het
dialectische historisch-materialisme wordt het
maatschappelijk cultuurleven, met de psycho
analyse het gevoelsleven van alle sublimeerin
gen" en fatsoeneeringen onbarmhartig ontdaan,
tot het in al zijn naaktheid voor ons staat.
En eerst dan blijkt, hoe door en 'door leugen
achtig ons zieleleven is, hoe we alles een mooie
draai weten te geven.
Behalve mooipraterij is er niets, dat ons zoozeer
de weg naar het naakte zieleleven verspert als
de barre leelijkpraterij. Dat is het coquetteeren
met onze onverschrokkenheid, die de bitterste
waarheden onder de oogen durft te zien, zooals we
dat maar al te dikwijls in realistische romans en
veristische schilderijen aantreffen.
De Surrealisten willen niets anders dan dit
naakte gevoelsleven, dat grootendeels in het onder
bewustzijn verscholen ligt, aan het licht brengen,
Dit blij]|fc niet zoo eenvoudig te zijn. Met onver
schrokkenheid alleen komen wij er niet. Wij hebben
het onderbewustzijn met zooveel raffinement ver
stopt, dat er een speciale techniek voor noodig is
om het weer aan de dag te brengen. Deze tech
niek danken we grootendeels aan Freud. De Surre
alisten hebben haar met ijver bestudeerd.
< Reeds het gebruik van alcohol, cocaïne, opium,
enz. heffen verstandelijke remmingen, op het
onderbewustzijn uitgeoefend, eenigszins op. Ook
de honger kan ons onderbewustzijn tot activiteit
prikkelen, zooals o.a. blijkt uit een beschrijving
van Knut Hansum, door AndréBreton in het
eerste surrealistische manifest aangehaald.
Maar vooral de studie van de droom kan ons
vertrouwder maken met het onderbewustzijn. De
juiste concentratie op de droom echter vereischt
eenige scholing en oefening. Ook uitingen van kleine
kinderen en van krankzinnigen kunnen ons veel
omtrent het onderbewustzijn leeren. Sommige
Surrealisten bevelen tevens de studie van occultis
me en astrologie aan, terwijl anderen, die meer
philosophisch materialistisch denken, o.a. Bataille,
zich heftig hiertegen verzetten.
Dikwijls ook uit zich ons onderbewustzijn in
het teekenen van allerlei figuurtjes en poppetjes,
terwijl wij met onze gedachten met iets geheel
anders bezig zijn. Maar in dit geval houden we
toch altijd een oogje in het zeil, opdat geen
ongewenschte ongerechtigheden op het papier zullen
komen. Ons intellect zeeft, zonder dat we het
Chirico
bewust willen, de uitingen van ons onderbewust
zijn.
Eenige jaren geleden hebben de Surr
alibtenin aansluiting met een hunner tentoonstellingen,
een groote verzameling van op deze wijze
volgekrabbelde bladen geëxposeerd, waaronder
vloeibladen van beroemde, in hun oogen beruchte,
staatslieden.
Het heele streven der Surrealisten is er op ge
richt, de zeef te verwijderen, die door ons intellect
gevormd wordt, om de samenleving voor al te
Viollier
groote onbehouwenheden van het onderbewustzijn
te behoeden. Ze zijn zich bewust, dat de
wanstaltigheden, die daarbij aan den dag kunnen treden,
behalve zelfs een Realist of Verist, ook hen zelf
uit het evenwicht zouden kunnen brengen. Toch
zullen zij er met ernst voor blijven waken, dat de
zeef niet van zelf weer in werking wordt gesteld.
Want van het geheele burgerlijke cultuurleven,
dat ze reeds zoo haten en verfoeien, geeft niets
hun zoo'n walging als juist de evenwichtigheid
ervan.
Wanneer we nu, geholpen door onze verachting
voor de spitsvondigheden van ons verstand, er
in slagen, het gestadig babbelende en critiseerende
intellect het zwijgen op te leggen, kan het ons
na veel oefening gelukken het zoo weinig gekende
onderbewustzijn, slechts matig geremd en gezeefd,
aan de oppervlakte van het bewustzijn te brengen.
Op deze wijze wordt een nieuwe realiteit geschapen,
door de Surrealisten surréaliteit" genoemd,
vandaar de naam Surrealisme.
Het zijn vooral de ex-Dadaïsten onder de Surre
alisten, zooals Soupault, Breton, Tzara, Arp,
Picabia, die het Surrealisme tot een betrekkelijk
gesloten systeem hebben uitgebouwd met een
officiëele naam. Maar alleen als revolutionaire
levensleer is het Surrealisme een stelsel, min of
meer aanvaardbaar voor een groep van menschen,
al schijnt dit niet zonder eindelooze ruzies mogelijk
te zijn.
In de praktijk van het schilderen echter zijn er
evenveel manieren van surrealistisch werken, als
er Surrealisten zijn, al hebben allen dit ne ge
meen: het irrationeele en ongeremde hunner ver
beelding. Max Ernst gebruikt meestal alleen
knipsels van oude houtgravures en andere prenten.
Dali, Magritte, enz. schilderen in verf met duide
lijke voorstellingen. Miro, Tanguy enz. schil
deren meestal geheel, wat men noemt, ab
stract" (zonder natuurvoorstelling). Hans Arp
min of meer abstract". Man Ray is eigenlijk
fotograaf. Bij Picabia en Magritte neemt weer het
geschreven woord een belangrijke plaats in het
schilderij in.
Echter reeds vóórdat het Surrealisme 7ich als
levensleer min of meer consolideerde, waren er
verschillende schilders, die surrealistisch werkten,
al werd dit toen natuurlijk niet zoo genoemd.
Onder hen* zijn Picasso en Ohirico wel de voor
naamste.
Alleen door zijn natuurlijke zin voor het irra
tioneele en zijn zuiverheid van gevoel heeft Chirico,
zonder toepassing van de Freudiaansch-surr
alistische techniek, de weg naar het onderbewustzijn
gevonden.
. Arp
(Slot op pag. 14)