De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 2 september pagina 15

2 september 1933 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2935 De Groene Amsterdammer van 2 September 1933 15 De Indische regeering en de Java-suikerindustrie Ir. H. van Heyst Voorspellingen gevaarlijk Onder bovenstaanden titel kwam in Economisch-Statistische Berichten van 25 Januari j.l. een artikel voor van Ir. A. Baars. In dit artikel vond men toen reeda de meening uitgesproken, dat de N.I.V.A.S. niet aan de ve«wachting heeft voldaan en niet aan het doel, ""zSbals door de Regeering was aangegeven in de Memorie van Toelichting op de Suiker-ordonnantie, heeft be antwoord. Het doel zou, volgens dit officieele stuk, n.l. hoofdzakelijk zijn, het handhaven, ja zelfs event. het opvoeren van de prijzen en het hand haven van een bepaald aanplantareaal. Zoo schoorvoetend vond men toen reeds hier en daar in de dagbladen uitingen van teleurstelling over de werking van de N.I.V.A.S. Bij het lezen van deze uitingen rijst de vraag, wat men op dat tijd stip dan wel anders verwacht had. Zou men dan werkelijk hebben gedacht, dat door het oprichten van een andere ,,Single"-Seller" plotseling de verkoop sterk zou stijgen en misschien nog wel de prijzen er bij. Inderdaad omvatte de V.I-.8.P. ?vroeger wel is waar niet alle producenten, terwijl de N.I.V.A.S, dit wel doet, zoodat men wellicht kon verwachten, dat door het uitschakelen van deze onderlinge concurrentie de Javasuikerprijzen zouden stijgen, doch de uitlating van een van de meest vooraanstaande outsiders van de V.I.S.P., dat hun gemiddelde verkoopprijs boven dien van de V.I.S.P. lag, deed dit echter niet verwachten, omdat blijkbaar van concurrentie hunnerzijds geen of zeer gering sprake is geweest. Er is meermalen op gewezen, dat de prijsval van de Javasuiker zooveel minder is geweest, dan die op de termijnmarkten te New-York en Am sterdam en ook de. heer Baars geeft enkele voor beelden van prijzen. Hieruit is m.i. alleen te concludeeren, dat de prijzen van de Javasuiker min of meer onafhankelijk zijn van die op de wereld markt. Dat Java geen aanzienlijke prijsdaling in deze periode van groote prijsdaling in New-York heeft vertoond is te constateeren, maar niet is uit te maken welken invloed dit feit op den afzet van Javasuiker heeft gehad. Sommigen hebben dan ook meermalen opgemerkt, dat bij deze goede prijzen dan toch maar bedroevend weinig suiker is ver kocht. Naar aanleiding van de verwachtingen omtrent de N.I.V.A.S. moet worden opgemerkt, dat de invloed van een verkooporganisatie op den prijs zeker niet te groot mag worden aangeslagen en de verwachting, indien die heeft bestaan, dat de nieuwe verkooporganisatie prijsstijging zou ver oorzaken, was voora? gedoemd teleurstelling te brengen. Trouwens vele voorspellingen omtrent prijsstijgingen zijn niet bewaarheid en ik kan dan ook, gezien de geheele situatie van de Java-suikerIndustrie, alleen meevoelen met de beschouwingen van den heer Th. Ligthart, die in E.S. Berichten (13 April '32?20 Juli '32?11 Januari'33) steeds weer opnieuw de toekomst der Javasuikerindustrie donker schildert. Volgens de Telegraaf van 28 Juli j.l. was de vergadering van Beniso zeer pessimistisch gestemd. Nu zijn er twee voorname kanten aan het vraagstuk der toekomst van de suikerindustrie, KUNSTZ AAL VAN LIER DOORLOOPEND TENTOONGESTELD ROKIN 126 = AMSTERDAM KUNSTWERKEN VAN J O N Q E HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS n die de winst of het verlies raakt eii n die dooi de financiering wordt beheerscht. "*j Wanneer de suikerindustrie na de lange reeks van voorspoedige jaren niet'een paar jaar verlies zou kunnen dragen, dan verdiende zij werkelijk te verdwijnen. Een andere kwestie is echter de financiering en dat is bij deze groote voorraden een zeer belangrijk vraagstuk geworden. Daardoor alleen zijn er vele fabrieken niet toe overgegaan, aanplant in den grond te brengen, hoewel zij zeker geen slechten kostprijs hadden. Men wilde eerst de voorraad van de hand doen, om of niet of niet verder in handen van een bank te geraken, of om te trachten er weer onderuit te komen. Het heeft bij deze fabrieken, en die zijn er vele, niets met de winst- en verlieskwestie te maken. Ik heb reeds opgemerkt, dat voorspellingen omtrent opklaringen van de markt, b.v. door al of niet aan de markt komen van Cuba-oogst, gevaar lijk zijn en men moet vooral de mogelijkheid van de Javasuikerindustrie apart van de overige wereldsuikerpositie beoordeelen. De verhooging van prijs die gedurende het midden van het vorig jaar b.v. op de wereldmarkt is geconstateerd, heeft vrijwel geen invloed op den prijs der Javasuiker gehad. Zoolang de situatie niet verbetert, doordat men zich aan de tegenwoordige afzetmogelijkheden heeft aangepast, zullen hoopvolle beschouwingen teleurstelling brengen en daarom deed een artikel in het Alg. Handelsblad van 25 Mei '32 van den heer J. L. Colder getiteld: ,,Is eenig herstel op do suikermarkt te wachten-"' zeer eigenaardig aan. De heer Colder merkte op, dat de suikertoekomst niet zoo slecht was, indien de statistische positie zóó gunstig bleef". Vooral het woord blijven" deed voor Java toch wel eenigszins eigenaardig aan, wanneer men op dat moment moest constateeren, dat er volgens Dr. Prinsen Geerlings op 30 April 1932 1.47(5.738 tons beschikbaar waren en op 31 Maart 1933 2.301.625 tons voor uitvoer beschikbaar zouden zijn en dat, zooals toen uit het verslag van de laatste V.I.S.P. vergadering bleek, nog superieur van 1931 onverkocht was. Op dit moment zijn dan ook nu pas de laatste 30.000 tons van 1931 verkocht. Op 8 Juli 1933 schrijft de N.R.C, dan ook: ......daarvoor is de positie van de Javasuiker vooralsnog te ongTinstig." Men komt daar tot een momenteele voorraad op Java van 3 millioen tons. Er is in verband met voorraden reeds veel over het Chadbourne-plan gesproken en geschreven. In een zeer lezenswaardig artikel van J. H. Cohen Stuart: Een onpractisch Plan" in Ec. St. Be richten van Januari 1931, wordt zeer logisch en duidelijk aangetoond, wat trouwens ieder, die de cijfers wat nauwkeuriger heeft bezien, zal zijn opge vallen, dat de verbetering in de statistische positie door het terughouden van voorraad, waarvan de verkoop te verdeelen is over 5 jaar en de voorge stelde uitvoerbeperking (met als gevolg restrictie) bij gelijkblijvende consumptie nihil was. Cijfers van Dr. Prinsen Geerlings bewijzen de juistheid van deze beschouwing voor Java en ook de bovenaangehaalde 3 millioen tons ujt de N.K.C. In het artikel van den heer Coldcr wordt terecht op de politieke zijde van de onderhandelingen van Cubaansche zijde bij het Chadbourne-plan gewezen, zoodat mag worden verondersteld, dat de verhou ding van consumptie, uitvoer-contingent en achter gehouden voorraad wel door andere dan alleen economische overwegingen is beïnvloed, waarmee echter Een onpractisch Plan", niet wordt ver dedigd. Dat de achtergehouden voorraden, volgens Cohen Stuart 2.555.000 tons, niet onverdeeld gunstig van invloed op de marktpositie zouden zijn is duidelijk en alleen daarom mocht toen aan een Witte Curafao Sec Cherry Brandy Menthe Gladdie Curafao Brandy ? Koopt Nederlandsch fabrikaat l l belangrijke prijsstijging worden getwijfeld en de feiten bevestigen dezen twijfel. Lagere prijzen zijn veelal van invloed op het gebruik door den consument, tenminste in normale tijden, zoodat men dan daarvan een hoogere con sumptie kan verwachten. De cijfers toonen echter aan, dat dit thans tot uu toe door de slechte con junctuur niet het geval is en prijsstijging zou dus door aankoop van den tusschenhandel voor het opslaan van voorraden moeten komen. Deze tusschenhandel echter, zal de suiker wel in verband met de geheele wereldsituatie beschouwen en zich dus voorloopig wel wachten wederom groote voor raden in te slaan. De oprichting van de N.I.V..A.S. heeft hierin dan ook slechts tijdelijk iets veran dert, thans zijn de verkoopen wederom gestopt. Dit verschijnsel is tevens een der voornaamste oorzaken van de groote voorraden in handen der fabrikanten met alle onaangename gevolgen aan zichtbare voorraden verbonden. Hierover zegt Cohen Stuart in zijn bovenaangehaald artikel, dat er geen overproductie is. maar dat de voorraden van onzichtbaar" in zichtbaar" zijn veranderd. Dit wordt jammer genoeg zonder eenig verder bewijs gezegd, welk bewijs door gebrek aan sta tistisch materiaal ook wel moeilijk te leveren zal zijn. Ik weet niet of Cohen Stuart deze uitspraak thans nog zou herhalen. Bij de tegenwoordige wereldconstellatie is het niet te verwachten, dat lage prijzen de consumptie sterk zullen doen stijgen en de profeten die zeggen, dat we ons tenminste voor afzionbaren tijd op het tegenwoordige prijsniveau moeten instellen en wel zoolang totdat het productie-apparaat aanzienlijk verkleind is, zullen wel niet zoover mis zijn. Dit geldt in de eerste plaats voor de rietsuikerfabricage, want al zou er dan geen overproductie zijn, de rietsuikerfabricage is toch in de jaren van 13/14 tot 30/31 met 1C3.3 pCt. toegenomen en heeft dit dan ook niet ongestraft gedaan. In het artikel van den heer Colder werd toenter tijd voor de hausse een bewijs uit het ongerijmde geleverd. Er werd n.l. gezegd: het zou toch al te gek zijn, dat Java niet meer dan 50 pCt. van het normaal invoerkwantum in Britsen Indiëaldaar zou kunnen importeeren". Maar, jammer genoeg, noemt het artikel van Dr. Prinsen Geerlings in de Telegraaf van 23 Dec. '32 als uitvoer uit Java in de laatste 4 jaren de volgende cijfers: Bestemming 1929 Kuropa Br.-Indie Hongkong China Japan, enz. Overig Azi Andere landen 401.758 1.000.291 261.474 312.882 242.705 168.763 25-508 1930 14.107 1.072.417 37i-f>45 287.677 272.818 I57-25I 26.788 1931 49.288 601.677 351.688 154.246 173.528 150.488 73-093 1932 319.802 407.262 202.676 75-728 29.368 129.271 8-391 Totaal 12.412.381! 2.223.303] 1.554.008 (1.172.498 En nu legt Colder hier, wel onbedoeld wellicht, de vinger op een wonde plek van de V.I.S.P., want in ieder geval tot voor kort, kon men niet zoo gemakkelijk de vraag van mogelijkheden in afzet beantwoorden. De Ned. Ind. Landbouw Mij. heeft in eenige brochures over deze kwesties, dit punt uitvoerig belicht en ikzelf heb in meer besloten kring reeds vanaf midden 1931 op andere verkooporganisatorische mogelijkheden gewezen. In het volgend artikel zullen wij de plannen, betreffende de verbetering der suikerpositie, nader bekijken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl