De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 2 september pagina 4

2 september 1933 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

' De Groene Amsterdammer van 2 September 1933 N o. 2935 . R r S pree k zaal Een martelares van het geloof Onzedelijkheid en zedenverwildering ? Het artikel van Burgemeester de Raadt in wv blad van 26 Aug. 1.1. geeft mij aanleiding u plaat sing te verzoeken voor het onderstaande. Er zijn er velen die zich zelf niet controleeren en die brutaal hun leven uitleven niet denkende aan anderen, voor dezulken is, naar mijn meening, de Overheid verplicht regelen te stellen. Toen door mij een verordening in den Raad van Huizen werd voorgesteld ter beteugeling van het onwelvoegelijk gekleed gaan, deed ik dit met het oog op de buitensporigheid van velen. Dit was niet alleen mijn goed recht, maar mijn dure plicht. Jaren nam ik deel aan den strijd tegen de zedeloosheid, ik heb ervaring op dat terrein. Ik leerde menschen kennen. Ik leerde mij zelf kennen. en uit het diepst van mijn ziel veracht ik licht zinnigheid. Nog dagelijks heb ik te strijden met mjj zelf omdat ik kennis maakte met het allerellendigste wat zich in den mensch kon openbaren, de zedelooze hartstocht. Is het wel zoo erg ? Is het zoo erg op het Muiderstrand? Ik was nog nimmer in. het badseizoen in de gelegenheid dit strand te bezoeken. Het gaat dus niet over al of niet meer slecht zijn van de eene of de andere gelegenheid. En waarom ik dezen regelen schrijf? wel om het de zich uitlevende wereld toe te roepen om Godswil, terwille van hen die men in de gevangenis moest zetten, terwille van de zoovele onschuldigen die door de zonde van anderen moeten jden, terwille van hen die men na hun val meedoogeloos achtervolgt, terwille van die allen, roep ik u toe matig u." J. H. STAALMAN, Lid van den raad van Huizen. ' (Van redactiewege bekort). Anior est Justitia Volgens een circulaire gedagteekend 21 Aug. 1933 is door den Heer Knoest, leider van het Internationaal Inl'. Bureau voor Waarheidzoekers Amor est Justitia" te den Haag, het hiervolgend telegram verzonden aan Reichskanzler Hitler te Berlijn. lm Namen der Tierfreunden und der Tiere der ganzen Welt danken wir Ihnen für die herrliche Kulturtat des Verbotes der Vivisektion. Jedes Beseitigen von Unrecht gegen irgend ein Geschöpf tragt zur Veredlung der Menschheit bei." Hiermede is het echter nog niet uit. De heer K. noodigt een ieder, die hiervan kennis heeft genomen, uit, met hem de vlag uit te steken naar aanleiding van dit heugelijke feit. In den vorm van een enkele opmerking waag ik een poging voor de lezers van De Groene" mijn speciaal voor dit doel vervaardigde vlag te hijschen. Men bestrijdt de vivisectie op grond van haar wreedheid, en wel zeer speciaal op grond van haar onnoodige wreedheid; onnoodig in dien zin, dat de resultaten, verkregen door proeven op dieren, geen of zeer onbelangrijke resultaten, in het belang van de medische en natuurphilosophische wetenschappen en vooral de toepassing daarvan, opleveren. Men kan zich nl. op het 'standpunt stellen, dat proeven, waardoor aan levende wezens leed wordt aangedaan, ongeoorloofd zijn, wanneer ze slechts een wetenschappelijk en geen direct geneeskundig resultaat opleveren. Ik laat in het midden of deze beweging gerecht vaardigd is of niet, daar hier veel, zoo niet alles afhangt van de frequentie van de gewraakte experimenten in verhouding tot de resultaten nu helaas hierover geen statistische gegevens ter beschikking staan. Het hoofdargument: onnoodige wreede daden zijn ongeoorloofd, is zeker steek houdend en.daarom doet het vreemd, beter gezegd, min of meer komisch aan van de hierboven ge noemde Vereeniging een circulaire te ontvangen die aanmoedigt om ter eere van de afkondiging van het Vivisectie-Verbod" in het Derde Rijk, de vlag uit te steken. Want al moge dit verbod van den grooten Leider" zijn goeden kant hebben (beoordeeling daarvan moet aan de daartoe bevoegden worden overgelaten) staat het toch wel vast, dat al treden de groote Adolf en zijn trawant Goering tegen bepaalde phaenomenen van de wreedheid op Melis Stoke Teekeningen Harmsen van Beek ac/zfcr traliewerk Dit is 't verhaal van eene vrouw die voor mijn pleiten en mijn aandrang doof was.... Een vrouw die, eenzaam, sterk en plichtsgetrouw, martelares van haar geloof was. In dezen materieelen tijd, van louter opportuniteit, is dit een feit om scherp te registreeren. Vandaar dat ik hier zonder klacht en objectief te schrijven tracht hoe zij mij afwees. Zonder pardonneeren. Ik vond haar achter traliewerk, in 'n openbaar gebouw der Posterijen en 'k zag haar stapels bankbiljetten vlijen, zóó onbewogen en zoo sterk als ware al dit aardsche slijk geen sleutel tot het hemelrijk van ij delen opschik, hoeden en toiletten. . . . Toch scheen ze niet ascetisch, want, ze was zelfs aan den dikken kant, en bruin verbrand . ... op 't randje van 't gezette. Ik toonde een geldswaardig stuk, dat 'n schuldenaar aan mij geadresseerd had. Nadat zij 't deugdelijk geïnspecteerd had boog zij zich van haar hooge kruk, en vroeg mijn buitenlandsche pas tot zekerheid of ik het was. Ik had er geen. Zij fronste hare brauwen. 'k Bood een visitekaartje aan. Maar daarmee kon ik niet volstaan. Zij bleek mij zonder-meer niet te vertrouwen. Een geldswaardig stuk Toen rukte ik mij de hoed van 't hoofd en sprak, mij voor haar tralies toonend. Waarlijk... ik ben het zelf.... Ik hoop dat u 't gelooft-. . . .'' Maar bitter klonk haar stem, en zelfs gevaarlijk, toen zij het stuk weer overschoof en uitriep dat het goed geloof haar in den loop des tijds reeds veel gekost had.. .. Ik keek haar aan, zoo koel en strak, begrijpend dat zij zich van 't zwak der vrouw voor mannenpraatjes reeds verlost had... Daar zat zij tusschen stapels goud, door tralies veilig voor het kwaad der boozen. ... Doch bitter arm aan 't heil der argelooze die 't eerlijk mannenwoord vertrouwt. .. . 't Geloof aan mannen gaf zij prijs. Ach, verantwoordelijk en wijs, had zij 't geloof door scha' en schand verloren. Mijn vriendelijk en oprecht gelaat noch al mijn pleiten was in staat haar ongeloof aan manneneer te smoren. Naar heide en bosschen Ik staarde haar opmerkzaam aan. en 'k voelde tranen naar mijn oogen pellen.. Ze zat al weer aandachtig geld te tellen. . . . Wat heeft de wereld haar misdaan. .. . dat zij vermeent dat ieder liegt en haar uit drang naar goud bedriegt ? Hoe ver was het met deze vrouw gekomen die eenzaam achter haar loket het goed geloof terzijde zet omdat haar geld door leugens was ontnomen. Graag had ik 't traliewerk vernield, haar meegetroond naar heide en naar bosschen, getracht uit bitterheid haar te verlossen en met 't geloof aan menschen weer bezield. Helaas, ze zit nog in haar cel, verdeeld in sluwheid en ge-tel van aan bevoegden uitbetaalde posten. . . . en voor verzekeringen doof. . . . Martelares van het geloof dat haar verbitterde.... daar 't zooveel kostte.... (vivisectie en ritueel slachten) zij zeker allerminst predikers en beoefenaars van zachtzinnigheid en naastenliefde zijn. Integendeel, de mededeelingen, die ons uit de concentratiekampen bereiken, wijzen op een geheel anderen aanleg en wij kunnen niet anders doen dan spottend de schouders ophalen over zulk een verbod uit dezen hoek in dezen tijd. Het staat aan psychiaters om uit te maken of het een normaal verschijnsel is, dat menschen. die elk gevoel voor rechtvaardigheid, tegenover hen die zij in hun macht hebben, missen: plotseling door over-sentimenteele gevoelens worden beheerscbt. liet is mij niet bekend, of de algemeene opvatting, dat sadisme veelal met overdreven dierenliefde gepaard gaat. op waarheid berust, maar zeker is, dat Hitler en de zijnen, met deze herrliche Kulturtat" den eerlijken strijd tegen de vivisectie meer schaden dan voordeel brengen. Want alle levende wezens zijn veiliger in de handen van een ernstigen, als het zoo uitkomt, harden man van de wetenschap, dan van de leiding van het Derde Rijk. Of is deze ..herrliche Kulturtat" misschien maar een truc om do ontzettende misdaden, waarvan wij kennis namen, te bemantelen? Wan behooren verstandige menschen er niet in te loopen. Mijn vlag blijft half stok. FLORIS VOS. tl f ' f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl