Historisch Archief 1877-1940
No. 2935
De Groene Amsterdammer van 2 September 1933
Uit de Natuur:
Duinbeheer
Dr. Jac. P. Thijsse
Kwatrijnen
Drift
.Een /eMe Zwsi slaat uit mijn wezens-grond
en wekt wat sliep en doodt wat veilig stond:
als krater-vuur uit Aarde's buik komt borsten,
en overstort, en schroeit het akker-blond.
r.-.v.
meueo duinmeer op Terschelling,
ontstaan boven den Weerersdam
Beter ten halve gefceerd
Gelukkig begint men al meer en meer te beseffen,
welk een heerlijk bezit wij aan onze duinen kunnen
hebben. Hun ontstaan en ontwikkeling vormen
een der aantrekkelijkste hoofdstukken uit de ge
schiedenis der Aarde. De behandeling, die zij tot
nog maar kort geleden van den mensch onder
vonden en hier en daar nog ondervinden, vervult
ons met verwondering en beschaming. Door alle
eeuwen heen is er in onze duinen roofbouw ge
pleegd: roof van hout, roof van water, roof van
zand, berooving door konijnen, vernieling door
den mensch, die zich meent te amuseeren. Dat
alles is gebeurd zonder gedachte aan de toekomst,
zonder de rekening op te maken, zelfs voor de
naast liggende jaren. Door dat alles vertoont meer
dan de helft van ons duinlandschap thans een
beeld van armoede en vernieling, waar we in het
natuurlijk beloop der dingen rijkdom en bekoor
lijkheid hadden mogen verwachten.
Alle zand is niet hetzelfde. Iedereen weet tegen
woordig, dat sommige onzer duinen bestaan uit
kalkrijk zand en dat in andere de kalk ontbreekt
ai slechts in geringe mate aanwezig is. Ook bestaat
er verschil in de grootte der zandkorrels en in den
aard der mineralen, waaruit ze bestaan. Maar hoe
het zij, op iedere soort van zand kan een bepaalde
flora tot ontwikkeling komen, die een dicht en
gevarieerd plantenkleed oplevert, dat in vele ge
vallen kan opklimmen tot de waardigheid van
woud. In de meeste valleien ontstaan groote of
kleine plassen met de terecht beroemde natte"
flora van de duinen, die het best gekarakteriseerd
wordt door het fraaie plantje Parnassia. Dikwijls
AAN
INZENDERS
VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun
bijdragen een gefran
keerd briefomslag met
adres van den afzender
in te sluiten.
genoeg verdrogen deze plassen, de laatste jaren,
arm aan regen geven daar een duidelijk voorbeeld
van. Doch de zaden van deze moerasplanten be
houden lang genoeg hun kiemkracht en wanneer
eenige natte winters (want daarvan moeten wij
het hebben) het grondwater weer omhoog brengen
dan. staat alles spoedig weer in volle fleur. Ik heb
dat in mijn leven al een keer of zes zien gebeuren.
* *
*
Maar wanneer'de mensch afvoerkanalen gaat
graven, dan helpen geen natte winters meer. In
den loop der eeuwen is men in dit opzicht danig
in de weer geweest, eerst om te trachten bouwland
en weide te verkrijgen, later voor drinkwater
leidingen en draineerjng voor boschbouw. Ook
moeten we hier de zandvaarten en de laag gelegen
afzanderijen noemen wier funeste invloed wel
haast even groot is als die van de waterleidingen.
Deze waterotkttrekking plus de noodlottige uitwer
king van een te dichte konijnenbevolking zijn de
voornaamste niet de eenige oorzaken van de
veraiming van het duin. Nemen we deze oorzaken
weg, dan bestaat er goede kans dat we hier en daar
weer kunnen genieten van de schatten van de
Breesaap" of de weelde, die Holkema ons schetste
voor Texel en die ik daar in 1890 nog heb mogen
aanschouwen.
Die goede kansen bestaan zoo goed als onbeperkt
op de Noordzee-eilanden. Wel is waar zijn er groote
uitgestrektheden ontwaterd ten behoeve van land
bouw, veeteelt en boschbouw, maar er is nog heel
wat over gebleven. Al die duinen, behalve die op
Schiermonnikoog, zijn Staatsdomein en nu heeft
de Staat uitgestrekte gebieden verklaard tot
na?tuurmonument. Dat sluit in zich, dat het kwaad
van vroeger daar ook ongedaan gemaakt moet wor
den en dat gebeurt dan ook. Er is een flinke oprui
ming onder de konijnen gehouden. Op Vlieland is
dat zoo degelijk gebeurd, dat de bergeenden, die
gewoonlijk in konijnenholen nestelen, van kunst
matige nestholten moesten worden voorzien, het
geen uitstekend is geslaagd.
Noordwest-Terschelling was een botanisch Paradijs, voordat het
Staatsboschbeheer er ging ontginnen, maar verloor, ook
in de nog niet beplante gedeelten, al zijn water.
Toen nu dat stuk op advies van de Staatscommissie
tot natuuimonument werd verklaard is er boven
de bebossching een flinke dam gelegd, die naar den
botanicus uit die Staatscommissie vanzelf den
naam van Weeversdam heeft gekregen. De uit
werking van dien dam overtrof de stoutste ver
wachtingen en we krijgen daar nu een van onze
fraaiste natuurmonumenten.
Door de Staatsnatuurmonumenten
Bleekersvallei en Biesbosch op Texel loopt ook nog een
ontwateringssloot maar die kan gaandeweg ver
vallen en nog meer zou daar bereikt kunnen wor
den wanneer die sloot nog lager werd gedicht.De
Muien op Texel hebben geen open afwatering maar
ik vrees, dat de Binnen Mui wel ondergrondsche
afvloeiing heeft naar de gedraineerde vlakte van
de Nederlanden. Het is echter zeer moeilijk, om
in dezen tijd daarover te oordeelen, nu wij al jaren
lang te kampen hebben met een te geringen regenval.
val en wel voornamelijk met veel te droge winters.
In ieder geval geeft het een groote voldoening en
geruststelling, dat het Staatsboschbeheer er ernstig
naar streeft, om de Staatsnatuurmonumenten wer
kelijk hun naam waardig te maken. Dat de
Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten met
kracht opkomt voor haar bezittingen op Voorne
behoeft geen betoog en ook voor de behandeling
van de Provinciale duinen van Noord-Holland
hebben wij goede verwachting. En wat de overige
duinen betreft, wel, daar wordt ook heel ernstig
aan gewerkt. Er daagt dus stellig een betere toe
komst. Nog een weinig geduld en veel vertrouwen!
Vanwaar dit vuur in zulke bleeke dagen
van hersen-sport en culturecle vragen?
Vanwaar op 't padi-groen en onder blauwe lucht
de helsche brand en d'onderaardsche slagen?
Ik had mijn wil gestrekt naar heiligheid
en bloeiende gedachten U bereid.
Het rommelt al. De bloesems trillen af.
De lava wast en stort zich wijd en zijd.
Mijn God, wat moet ik doen? Wat doet het ranke
(koren,
dat zingt zijn ruischend lied voor Uwe ooren,
als uit den diepen grond en van den hoogen top
de Drift ontspringt? Het geeft zich gansch verloren.
Het buigt zich voor een gloed die feller is dan 't stoven
van zon, en wat bestemd scheen U te loven
in rijpheid, wordt verkoold.
Uw wil, o Heer, kwam ditmaal niet van boven.
Zóó buig ik als het komt, niet te bezweren
geheim van Vuur, gezonden om te leeren,
het hooge hoofd en geef mijn gouden graan,
vóór het tot rijpheid kwam, in n maal te verteren.
In n vuur-yooden nacht waaruit de rede vluchtte,
onslilbaar feest onder geschroeide luchten.
De aarde rilt en kromt zich in genot
en stervcns-nood en rochelende zuchten.
Waar zijt (je heen, mijn Godl Zijt g'in Uiv eigen
(kracht
vergaan? Maar uit het barncn van den nacht
rijst al, alsof de zonde goed en schoon is,
met koelen zcphir-zucht de ocMtnd-pracht.
Het eeuwig .htmel-licht. Gelooid zij Hij, die kenf,
en alle krachten schenkt en alle. krachten ment.
En uit den mutwen grand, geblakerd en gebarsten,
het heilig koren trekt gelijk Hij 't heeft bestemd .'
R»
JOH. C. P. ALBERTS
r
(Zesde reeks. Vervolg op den juist verschenen
bundel Kwatrynen".)
PERZISCHE
N l E W E
ZENDING
KLEEDJES
75x125 cM.
Ft 14.'
SCHl RAZ
HAMADAN
ZONEN