De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1933 9 september pagina 10

9 september 1933 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

SEPTEMBER: P'R Groote.... kleine man" van Gouden Kooi". Joan Remmelts en Cees Laseur Toen een jaar "of wat geleden met . Bourdet's Prisonnière" een proef tochtje gestoomd werd in de klippenrij. ke zee der tendenzstukken, hadden wij al een stuk of wat Prisonniers" achter den rug, zonder dat daarmede echter de klassieke zonde der oude Grieken ons anders dan vluchtig, en daar:door vaak stuitend, voor oogen werd gehouden. Ik herinner mij althans .geen stuk, waarin een eerlijke poging gedaan tcerd tot dramatiseering van dat voor velen, ja voor de meesten van-nature onbegrijpelijke, psycholo gische complex van de liefde van een domineerenden oude ren man op den ontvanke lijken jongen. In Mordaunt Shairp's tra gedie van de gouden kooi hebben wij een stuk,datBourdet'spendant in het vrouwelijke (dat, hoe handig ook, toch allerminst zonder sensatie jfc geschreven was).jverre*overtreft. Om > probleem n drama. Wie dezer dagen'naar het [Centraal Theater^zou gaan in de verwachting van on gezonde 'sensaties, komt wel zwaar be drogen uit. Het is zelfs de vraag of elke toeschouwer wel de sleutel bezit tot dit stuk, dat zoo weinig direct is in zijn uitdrukkingen en toch den zwaren achtergrond zoo helder en diep laat opdoemen achter twee of drie levensgroot geteekende figuren van den voorgrond. Het is evenzeer de vraag of zelfs het noemen van man en paard den toeschouwer, wien deze zaken van nature verre staan, een plotseling inzicht in de vele en geraffineerd geschreven psy chologische reacties gegeven zou heb ben. Anders dan bij de Prisonnière" y)De Gouden Kooi". C. Baay, Oscar Touniaire en Mary Dresselhuys 55 Het Mirakel" van het C De Gouden Kooi" v zijn deze zaken den normalen mensch zoo volkomen, zoo onvoorstelbaar vreemd, zoo definitief beperkt tot den gelukkig kleinen kring van hen, aan wien het, van verre of nabij, eenmaal in het leven voorbijging, dat ook het noemen der dingen den normalen toeschouwer geen over tuigende verklaring geeft voor het handelen der hoofdpersonen, noch ook zijn nieuwsgierigheid tot een zoodanige verklaring opwekt. Het is niet ondenkbaar, dat hierdoor zelfs het succes van het stuk, ondanks zijn voortreffelijke kwaliteiten, on danks de weergalooze zuiverheid van toon, waarmee het h'ier over het voetlicht werd gebracht, wezenlijk zal worden beïnvloed. De wijze, waarop Mordaunt Shairp dit stuk geschreven heeft, herinnert aan Eugène O'XeilPs kracht om figuren te doen optreden in den ban van bovennatuurlijke en op l eb tooneel voelbare (en vaak ook daad werkelijk aa.nwezige) symbolen. De Engelsche titel The Green Bay Tree" is aan den bijbel ontleend en zou, letterlijk vertaald, moeten correspondeeren met den ceder van den Libanon" uit de psalmen: het beeld van den geweldenaar eri den goddelooze, verdwenen van de plaats, waar men hem zocht te vinden. De Hollandsche vertaling een voor beeld overigens van voortreffelijke vertaling, dat ook al weer komt op het credit van den waren animateur in regie en spel van dit stuk: Cees Laseur stelt de symbolische paral lel-gedachte nóg materieeier voor: in een gouden kooi" vangt de mach tige, in leven en liefde, gebreken en voorkeuren tot aan het verderf toe verfijnde Dulcimer den jongen Julian, waarvan hij eens de kinderstem hoorde zingen in een kale school. Julian wordt Dulcimer's levenswerk: de schepping van ziek man, machtig in zijn onvruchtbaarheid, overheerschend in dien uitersten wil, zijn zwak-zijn te verbergen. De gouden kooi is niet alleen letterlijk de omge ving van decadente luxe, het is veel meer nog het gif der innerlijke be smetting, waaraan Julian, ondanks het wanhopig verzet van hemzelf en van hen, die hem in een andere, klare wereld ria staan, ten offer valt. Een gezond en krachtig en met den eenvoud eener oprechte liefde reageerende vrouw is evenmin in staat. den ban van Dulcimer te breken als het hartstochtelijke woord van een ouden vader, en zelfs niet diens laatste offer der bevrijding. Want ook als de vader Dulcimer heeft neergeschoten, glimlacht het doodenmasker nog met dien hooghartigen en zegevierenden lach van het eeuwige leven, eenj lach, die de pijn in zich draagt, zoo te moeten zijn en zoo te heerschen. In de gouden kooi. Dul cimer's magisch masker verlicht dooi den schijn van een onafwendbaar noodlot, schikt Julian met liefkoozende handen bloemen in een teere, ronde vaas: Dulcimer's eigen werk van voorheen, een werk van keuze, aan(Jacht, levenskunst en eenzaam heid. Hef Mordaunt Shairp toont in bouw en uitwerking van dit drama een talent, dat op zichzelf reeds groote bewondering afdwingt. Eindelijk weer eens een schrijver, die een groot en. aangrijpend conflict logisch te verdeelen weet over figuren, die in een prachtig, natuurlijk contrast op elkaar inwerken ! Leven en ziel, de roep der vrijheid en de roep van het bloed, beide dingen, waarvan Dulcimer op permachtig over den jongen Julian bezit genomen heeft, worden beli chaamd in het meisje en in den ouden vader, die beiden den macht-eloozen strijd tegen Dulcimer hebben door te vechten. De strijd van het meisje is van onmiddellijken en bijna nuchteren aard: zij is een werkende jonge vrouw, werkend om het onheil van anderen te bezweren. Een tweede

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl