Historisch Archief 1877-1940
SEPTEMBER: P'R
Groote.... kleine man" van
Gouden Kooi". Joan Remmelts en Cees Laseur
Toen een jaar "of wat geleden met
. Bourdet's Prisonnière" een proef
tochtje gestoomd werd in de
klippenrij. ke zee der tendenzstukken, hadden wij
al een stuk of wat Prisonniers" achter
den rug, zonder dat daarmede echter
de klassieke zonde der oude Grieken
ons anders dan vluchtig, en
daar:door vaak stuitend, voor oogen werd
gehouden. Ik herinner mij althans
.geen stuk, waarin een eerlijke poging
gedaan tcerd tot dramatiseering van
dat voor velen, ja voor de meesten
van-nature onbegrijpelijke, psycholo
gische complex van de liefde van een
domineerenden oude
ren man op den
ontvanke lijken jongen. In
Mordaunt Shairp's tra
gedie van de gouden
kooi hebben wij een
stuk,datBourdet'spendant in het vrouwelijke
(dat, hoe handig ook,
toch allerminst zonder
sensatie jfc geschreven
was).jverre*overtreft.
Om > probleem n
drama. Wie dezer
dagen'naar het [Centraal
Theater^zou gaan in de
verwachting van on
gezonde 'sensaties,
komt wel zwaar be
drogen uit. Het is zelfs de vraag
of elke toeschouwer wel de sleutel
bezit tot dit stuk, dat zoo weinig
direct is in zijn uitdrukkingen en
toch den zwaren achtergrond zoo
helder en diep laat opdoemen achter
twee of drie levensgroot geteekende
figuren van den voorgrond. Het is
evenzeer de vraag of zelfs het noemen
van man en paard den toeschouwer,
wien deze zaken van nature verre
staan, een plotseling inzicht in de
vele en geraffineerd geschreven psy
chologische reacties gegeven zou heb
ben. Anders dan bij de Prisonnière"
y)De Gouden Kooi". C. Baay, Oscar Touniaire en Mary Dresselhuys
55
Het Mirakel" van het C
De Gouden Kooi" v
zijn deze zaken den normalen mensch
zoo volkomen, zoo onvoorstelbaar
vreemd, zoo definitief beperkt tot
den gelukkig kleinen kring van hen,
aan wien het, van verre of nabij,
eenmaal in het leven voorbijging,
dat ook het noemen der dingen den
normalen toeschouwer geen over
tuigende verklaring geeft voor het
handelen der hoofdpersonen, noch
ook zijn nieuwsgierigheid tot een
zoodanige verklaring opwekt. Het
is niet ondenkbaar, dat hierdoor
zelfs het succes van het stuk, ondanks
zijn voortreffelijke kwaliteiten, on
danks de weergalooze zuiverheid van
toon, waarmee het h'ier over het
voetlicht werd gebracht, wezenlijk
zal worden beïnvloed.
De wijze, waarop Mordaunt Shairp
dit stuk geschreven heeft, herinnert
aan Eugène O'XeilPs kracht om
figuren te doen optreden in den ban
van bovennatuurlijke en op l eb
tooneel voelbare (en vaak ook daad
werkelijk aa.nwezige) symbolen. De
Engelsche titel The Green Bay
Tree" is aan den bijbel ontleend en
zou, letterlijk vertaald, moeten
correspondeeren met den ceder van
den Libanon" uit de psalmen: het
beeld van den geweldenaar eri den
goddelooze, verdwenen van de plaats,
waar men hem zocht te vinden. De
Hollandsche vertaling een voor
beeld overigens van voortreffelijke
vertaling, dat ook al weer komt op
het credit van den waren animateur
in regie en spel van dit stuk: Cees
Laseur stelt de symbolische paral
lel-gedachte nóg materieeier voor:
in een gouden kooi" vangt de mach
tige, in leven en liefde, gebreken en
voorkeuren tot aan het verderf toe
verfijnde Dulcimer den jongen Julian,
waarvan hij eens de kinderstem
hoorde zingen in een kale school.
Julian wordt Dulcimer's levenswerk:
de schepping van ziek man, machtig
in zijn onvruchtbaarheid,
overheerschend in dien uitersten wil, zijn
zwak-zijn te verbergen. De gouden
kooi is niet alleen letterlijk de omge
ving van decadente luxe, het is veel
meer nog het gif der innerlijke be
smetting, waaraan Julian, ondanks
het wanhopig verzet van hemzelf
en van hen, die hem in een andere,
klare wereld ria staan, ten offer valt.
Een gezond en krachtig en met den
eenvoud eener oprechte liefde
reageerende vrouw is evenmin in staat.
den ban van Dulcimer te breken
als het hartstochtelijke woord van
een ouden vader, en zelfs niet diens
laatste offer der bevrijding. Want
ook als de vader Dulcimer heeft
neergeschoten, glimlacht het
doodenmasker nog met dien hooghartigen
en zegevierenden lach van het eeuwige
leven, eenj lach, die de pijn in zich
draagt, zoo te moeten zijn en zoo te
heerschen. In de gouden kooi. Dul
cimer's magisch masker verlicht dooi
den schijn van een onafwendbaar
noodlot, schikt Julian met
liefkoozende handen bloemen in een teere,
ronde vaas: Dulcimer's eigen werk
van voorheen, een werk van keuze,
aan(Jacht, levenskunst en eenzaam
heid.
Hef
Mordaunt Shairp toont in bouw
en uitwerking van dit drama een
talent, dat op zichzelf reeds groote
bewondering afdwingt. Eindelijk weer
eens een schrijver, die een groot en.
aangrijpend conflict logisch te
verdeelen weet over figuren, die in een
prachtig, natuurlijk contrast op elkaar
inwerken ! Leven en ziel, de roep der
vrijheid en de roep van het bloed,
beide dingen, waarvan Dulcimer op
permachtig over den jongen Julian
bezit genomen heeft, worden beli
chaamd in het meisje en in den
ouden vader, die beiden den
macht-eloozen strijd tegen Dulcimer hebben
door te vechten. De strijd van het
meisje is van onmiddellijken en bijna
nuchteren aard: zij is een werkende
jonge vrouw, werkend om het onheil
van anderen te bezweren. Een tweede