Historisch Archief 1877-1940
f ?
:<1f,
?S'
De aanklacht
(Slot van pag. i)
De Groene Amsterdammer van 9 September 1933
N o. 2936
f'
i*
uv
t
r*.
35
r
*f
Israël's 'wezen en willen
Een verbod van hun. partij was uitgesloten, zoolang
de Duitsch-nationalen hen noodig hadden om de
Nazi's in toom te houden. Slechts van een
paniekatemming onder de burgerbevolking kon de
N.S.D.A.P.. heil verwachten. De partij prepareerde
9e terreur, door kort voor den brand den
DuitschNationalen hoofdcommissaris der Berlijnsche po
litie, te vervangen door een partijgenoot, door het
alarmbericht, dat in het Karl-Liebknechthaus
. (dat al herhaalde malen was doorzocht) de bewijzen
?waren gevonden van een communistisch complot
en door haar stormtroepen op den avond van den
brand te consigneeren. Hitler, Goering en Göbbels
Melden den 27sten Februari vrij van verkiezing»-'
spreekbeurten en bleven in Berlijn.
Het Bruinboek zet daarna aan de hand van
plattegronden uiteen, dat het voor een met brand
stoffen beladen vreemdeling onmogelijk moet zijn
geweest, in het Rijksdaggebouw b innen.i» dragen.
Bet wijst er op, dat Goering zelf den weg heeft
.aangegeven, waarlangs de daders in de zittings
zaal zijn gekomen, nl. door de onderaardsche
gang, die de woning van den Rijksdagpresident
Goering met de zittingszaal verbindt. Doch de
woning van Goering werd,dag en nacht door
S.A.mannen aan alle kanten bewaakt en was voor
onbekenden volstrekt ontoegankelijk. Goering
heeft zich versproken, toen hij na den. brand van
de onderaardsche gang repte.... Ook Hitler
heeft zich.-versproken. In het bijzijn van Sefton
Delmar, den correspondent van de Daily Ex
press" zei hij enkele minuten na zijn aankomst
bij den brand tot von Papen-: Das ist ein von
Gott gegebenes Zeichen. Niemand wird uns nun
daran hindern, die Kommunisten mit eiserner
JTaust zu vernichten". Doch op dat oogenblik
was het verhoor van van der Lubbe, dat het
bewijs van de schuld der K.P.D. moest brengen,
nauwlijks begonnen....
Het Bruinboek legt vervolgens nauwkeurig
de vele tegenstrijdigheden bloot, welke de
officieele berichten over den brand vertoonen. Het
wijst er op, dat zelfs de Duitsch-Nationale pers
openlijk twijfel aan de schuld der communisten
tot uiting bracht (11) en houdt zich in dat verband
uitvoerig bezig met het bekende memorandum
van Dr. Oberfohren, waarin deze nauwkeurig de
comedie van den Rijksdagbrand zou hebben
uiteengezet. Doch Dr. Oberfohren is dood, en wat
dit fameuze memorandum als bewijsmateriaal
waard is, vermag men aan de hand van het
Bruinboek niet te beoordeelen. Voor wie de bewijsvoe
ring van het Bruinboek beziet in het licht van
de goed georganiseerde terreur, welke onmiddellijk
na den brand over geheel Duitschland losbrak,
is zij, zoo niet beslissend, dan toch sterk eri over
tuigend. Doch in n opzicht schiet zij tekort: de
verklaring van de betrekkingen tusschen van der
Lubbe en de Nazi's is zwak. Het boek slaagt er
niet in, op goede gronden aannemelijk te maken,
dat van -der Lubbe nationaal-socialist was of
althans met de N.S.D.A.P. in nauw contact stond.
De. directe bewijzen, daarvoor aangevoerd, zijn bij
nader beschouwing zeer luchtig, al dient dan
ook te worden overwogen, dat Dr. Bell, de
verbindingsman tusschen van der Lubbe en den
chef van Hitler's staf Rohm", door de Nazi's is
Vermoord.
Het Bruinboek is een aanklacht, zooals de
menschheid sedert den oorlog niet heeft vernomen.
Het kan niet worden genegeerd met het argument,
dat het werk van communisten zou zijn. Zonder
twijfel hebben ook communisten aan de samen
stelling ervan medegewerkt!. Dat wordt in het
boek ook niet verbloemd. Maar het is een eisch
van gerechtigheid, dat ook een communist gehoord
wordt, als hij slachtoffer en beschuldigde is. Hitler
en Goebbels hooren wij eiken dag; zij zijn aller
minst zuinig met aanvallen op het marxisme. Van
hun marxistische gevangenen hooren wij niets.
Hwn verweer moeten wij zoeken in het Bruinboek.
En hoe men ook over dit Bruinboek moge denken,
het leert juist degenen, die marxist noch fascist
iijn twee dingen: ten eerste zal niet het
Reichsgericht, maar de publieke opinie uitmaken, wie
verantwoordelijk is voor de brandstichting in den
Rijksdag; ten tweede heeft het
nationaal-socialisme rijkelijk haat gezaaid onder de arbeiders
bevolking van Duitschland en haar meer geradi
caliseerd dan zij ooit was. Ook daarin schuilt
een gevaar voor Europa. 11 (109).
Prof. Dr. D. Cohen
? Zionlstencongres
Zelfbeheersching heeft nimmer tot de eigen
schappen van het Joédsche volk behoord. De
eerste straf, welke in hef Bijbelverhaal den Mensch
wordt opgelegd, was gevolg van gebrek aan deze
deugd. Mozes kon zijn f drift tegenover het weer
spannig volk niet intoeènen, noch David zijn be
geerte voor Bathseba. at zij, naar het woord van
den Bijbel, hun tuchijÉging hiervoor ontvingen,
toont, op hoe hooge wajarde juist zelfbeheersching
wordt geschat. 'i
Maar zij is, zelfs in jtijden van gevaar, zelden
deel van het volk geiéeest. Toen Titus voor de
poorten van Jeruzalem aag, streden daarbinnen de
partijen. Ook in het Gjfaetto heeft al te dikwijls
verdeeldheid geheerschi: zelfs de rustige historie.
der Nederlandsche Jodejb. kent scheuring binnen de
gemeenten. En toen d^ Zionistische beweging in
een geweldig, lan naar ;én bepaald doel streefde,
de vestiging van een woonplaats in Palestina,
vormden zich al spoedig binnen haar organisatie
verschillende stroomingen, die elkaar fel bestreden.
Elk congres kende zijn momenten van felle emotie;
elke leider heeft, als Mozes, de wispelturigheid van
zijn volk moeten verduren.
Dit gebrek is, als steeds, de tegenkant van een
deugd. De impulsiviteit, de hartstocht voor een
Idee, de toomelooze kracht van doorzetting, de
volkomen overgave ~aftn . het gestelde doel, de
levendigheid van gÈ15ij^ de rustelooze energie ?
factoren alle, die de prestaties en den invloed van
den Jood, tegen alle verdrukking en smaad in, voor
een deel verklaren, zij eijn ondenkbaar, indien zij
gepaard zouden gaan lAet zelfbeheersching. Haar
gemis onthult de BijbelB die de waarheid nimmer
verbergt, zelfs in der«iiö|rgrootsten; zoozeer wordt
het een onverbreekbaajjlleel, zij het ten kwade, van
hun grootheid geacht. Ite Bijbel heeft in hen den
Jood van alle tijdea, aefteekend.
Men moet zich dit alles wel voor oogen brengen,
om het achttiende Zionistencongres, dat nu in
Praag gehouden is, te kunnen begrijpen en waar
deeren. Uit de verslagen krijgt men den indruk van
een alles-vernietigende tweedracht, een splitsing,
scheuring en afscheiding van onverzoenlijke par
tijen. En deze indruk is juist. Maar leest men
daarnaast de officieele berichten, waarin alle rede
voeringen met interrupties en betuigingen van in
stemming en afkeuring uitvoerig zijn opgenomen,
dan ontwikkelt zich een geheel ander beeld. De
geestdrift wordt zichtbaar, en dékrachtige wil
om in een bepaalde richting eene oplossing te
vinden voor de moeilijke vraagstukken; daarnaast
ook nemen de referaten over de belangrijke pro
blemen, in de verslagen nauwelijks vermeld, een
groote plaats in. En boven alles staat, ongezien
doch alles beheerschend, de arbeid in Palestina zelf.
Het eerste Zionistencongres was de schepping
van den stichter der Zionistische beweging, Theodor
Herzl. Het was een daad van historische
beteekenis. Voor het eerst kwamen vertegenwoordigers
uit alle landen tezamen, om over de belangen van
het Joodsche volk te beraadslagen. Zij formuleer
den het Zionistisch programma en legden den
grondslag voor de organisatie. Volgende Congressen
bouwden deze verder en stichtten de verschillende
instituten. Ook gaven zij de richting in de beweging
aan door de keuze der leiders. Brandende vraag
stukken vonden gewoonlijk hun oplossing op de
Congressen. Bovendiearwaren zij naar buiten een
demonstratie van kracht, naar binnen een bevesti
ging van het gemeenschapsgevoel.
Dit alles veranderde, toen Palestina in plaats
van fel-begeerd tehuis werkelijke woonplaats werd.
Nu kon alle Joodsche Jtracht zich daar
concentreeren, de Joodsche energie vond er haar middel
punt en haar rustpunt. De Congressen waren niet
langer noodig als verzamelplaats van Joden uit alle
landen. In Palestina kwamen of waren zij voort
durend tezamen; alle problemen, vroeger object
van studie en discussie, werden daar tot realiteit.
De Leiding bleef om politieke redenen nog in
London gevestigd, de instituten werden voor het
grootste deel naar Palestina overgebracht.
Zoo ging de beteekenis der Congressen sterk
achteruit. De manifestatie van Joodsche kracht en
Joodsch gemeenschapsgevoel, die zij in oorsprong
tot uiting brachten, is thans in den arbeid in
Palestina veel duidelijker en sterker zichtbaar.
De Congressen blijven noodzakelijk, omdat de
Zionistische beweging de Joden van alle landen
omvat, en dus alleen de vertegenwoordigers van
alle landen besluiten kunnen nemen, die de organi
satie binden. Maar de invloed van Palestina is er
groeiende, en neemt toe, naarmate het aantal
Joden in het oude land vermeerdert, Op het voor
laatste Congres, toen men op hot punt stond een
belangrijke resolutie aan te nemen ten opzichte van
het doel der beweging, bracht een telegram uit
Palestina een volkomen verandering in de be
slissing teweeg. En dit laatste Congres lijdt reeds
aan de geweldige fout, dat geschilpunten uit
Palestina naar de Europeesche sfeer zijn overge
bracht, en het Congres verhinderen zijn eigenlijke
taak, het aangeven van de richting der beweging
en de keuze van de leiding, in rust te volvoeren.
Hierbij komt nu het gebrek aan zelfbeheersching,
waarvan ik hierboven sprak, sterk tot uiting. In
Palestina staan twee groepen arbeiders fel tegen
over elkaar: de sociaal-democratische arbeiders
partij en de, vrijwel fascistische, revisionistische.
Bij verschillende gelegenheden zijn deze reeds met
elkaar in botsing gekomen. Thans is de haat tot het
kookpunt gestegen, omdat de arbeiderspartij de
revisionisten beschuldigt den moord op den grooten
en geliefden leider der beweging, tevens leider der
arbeiderspartij Arlosoroff, die korten tijd geleden
door onbekenden is gedood, door hun propaganda
te hebben aangezet. De arbeiderspartij heeft nu
ter Congresse met de revisionisten willen afrekenen,
ten aanhoore dus van de gansche Zionistische
beweging en de gansche Joodsche wereld. Zij wil
de revisionisten uit de organisatie stooten, en heeft
daarom de aangelegenheid voor het plenum dei*
vergadering gebracht. Maar de revisionisten.
gewoon aan geweld, hebben zich daartegen ver
weerd met al de middelen, waarover zij
beschikkenWant inderdaad ging het om hun bestaan als partij.
Vandaar het gekrakeel, waarbij de moord op
Arlosoroff als motief werd gebruikt, doch inderdaad
de beweegredenen veel dieper lagen: strijd van twee
beginselen, die ook in de lest der wereld diametraal
tegenover elkaar staan een strijd, die blijkbaar
alleen met den ondergang van n van beide kan
eindigen. Men kan het betreuren, dat in het jonge
Palestina onmiddellijk de tweedracht tusschen
vijandige richtingen losbreekt: men moge niet
vergeten, dat voor de arbeiders Palestina het
vaderland is geworden, waar ieder zijn leven in
richt, gelijk hij dat in zijn vroeger land van in
woning gewoon was, en waar hij dus ook zijn be
ginselen trouw blijft. Zonder deze uitleving zijner
hartstochtelijke persoonlijkheid is de pionier niet
denkbaar. Het gebrek aan zelfbeheersching heeft
men als gevolg ervan te aanvaarden.
Dit is te betreuren ook met het oog op den
toestand in Duitschland, die vóór alles eenheid van
handelen eischt, terwijl het Congres het beeld van
verdeeldheid toont. Geheel schijn is dit zeker niet.
De sterke persoonlijkheid van den Jood heeft zich
nimmer gemakkelijk onder een leider gesteld; het
is niet verwonderlijk dat ook op het tooneel juist
Elias het beter weet". De vaste wil van een
vereenigd internationaal Jodendom bestaat slechts in
de verbeelding van zijn vijanden.
Maar daartegenover staat, dat bij dit volk de
enkeling dan ook vaak wonderen verricht. Op het
Congres heeft de arbeiderspartij overwonnen, en de
revisionisten dreigen nu niet afscheiding. Het doet
er betrekkelijk weinig toe. Niet alleen om hun
gering aantal. Maar ook omdat de manifestatie
der Joodsche kracht niet meer in het Congres ligt,
maar in Palestina. Moge in de vergaderzaal worden
afgebroken door gebrek aan zelfbeheersching, in
het land wordt opgebouwd door de toomelooze
energie, die er het goede deel van is. Van Praag
richt onze blik zich weer naar Palestina.