Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 16 September 1933
15
Een financieele püzzle
Mr. Evert Straat
van de Banco Angola e Metropole werden in beslag
genomen en gerealiseerd ten behoeve van de
Bank van Portugal. Zij brachten zes millioen
gulden op. Reis c.s. hadden een bedrag van dertien
millioen gulden in omloop gebracht. Voor het ver
schil, zijnde £ 610.392, sprak de Bank de firma
Waterlow in rechten aan.
't.
Kleine handleiding voor
Inflationlsten
Zooals bekend zijn de bankbiljetten uiet in Ame
rika of den oorlog uitgevonden, maar in het tweede
?deel van de Faust en natuurlijk door
Mephistopheles. Dat is op zich zelf al geen aanbeveling. Het
merk faustisch" is hoogstens onder essayisten
populair en allerminst een. waarborg voor eenvoud
«n duidelijkheid; met de vele andere producten
uit Goethe's laboratorium hebben de bankbiljetten
dan ook gemeen, dat hun wezen zonder dikke com
mentaren voor een gewoon* mensen onbegrijpelijk
blijft. Over het algemeen hindert dat niet; om te
gaan met zaken, die wij niet begrijpen, is onze
dagelijksche bezigheid, van het ochtendblad tot
de allernieuwste bridge-conventie, en wie naar het
wezen der dingen vraagt, in plaats van ze par
?droit de conquête" onbekommerd te gebruiken,
is toch eigenlijk een ezel. Maar een enkele maal
Sfebeurt het, dat de mensch door hoogere machten
?of enkel door een lastig soortgenoot gedwongen
?wordt, over zijn eigen vindingen na te denken, hun
'Waren aard op te sporen, en ten overstaan van een
nieuwsgierige menigte te antwoorden op de pijn
lijke vraag: Wat ia nou eigenlijk een.. .. ?" Dat
'wordt dan meestal een tragi-comische geschiedenis
zoo iets als de droeve historie van den man,
<lie niet meer wist, wat de knoop in zijn zakdoek
beteekende- Wat is in wezen een toonladder,
eigendom, philosophie, een sacrament? We gaan
er mee om, werken er mee, praten er over, maar
hebben voor hun verklaring een expert noodig.
Doch de esperts, die blakend van deskundigheid
hun voorlichting aanbieden, worden het in den
regel zoo gauw mogelijk oneens over grondslagen
en beginselen en blijken in de kern van de zaak
evenmin te weten, wat een atoom, een snorder,
een bankbiljet is als de ongelukkige leek, die het
toevallig van hun oordeel hebben moet.
De affaire der Portugeesche bankbiljetten is een
klassiek voorbeeld van zoo'n baukroet van 's
menschen verstand tegenover zijn eigen producten.
Zij heeft indertijd door de zaak tegen Marang van
Ysselveere ook in Holland de aandacht getrokken,
doch was vrijwel vergeten, toen zeven jaar later,
in het voorjaar van 1932, het civiele proces waarop
? zij was uitgeloopen in laatste instantie werd be
slist in het voordeel van de Bank van Portugal, die
zich een schadevergoeding van £ 610.392 zag toe
gewezen, Een Eugelsch jurist, Sir Cecil H. Kisch,
K.C.I.B., C.B. enz. heeft thans bij Macmillan & Co.
een samenvatting en analyse van deze recordzaak
laten verschijnen, welke, als lectuur beschouwd,
opweegt tegen een dozijn romans. Het is een voor
treffelijk boek, boeiend door de ongeloofelijke ge
schiedenis, die er in verteld wordt, scherpzinnig in
de analyse der vele rechterlijke beslissingen, en
uiterst actueel, want het behelst een complete
theorie van de inflatie in haar zuiversten vorm.
f* Het is tegelijk een beschamend boek. Er blijkt
uit, dat negen Engelsche rechters, tien Engelsche
advocaten en een leger financieele experts er in
«even jaar niet in geslaagd zijn, een bevredigend
antwoord te vinden op de eenvoudige vraag: Wat
is in wezen een bankbiljet?"
Men kent de geschiedenis. Overwegende, dat
het vrijwel onmogelijk is, op groote schaal bank
biljetten na te maken en in omloop te brengen
zonder gesnapt te worden, besloten vier
Portugeezen (waaronder een gezant) en een Hollander,
.een vereenvoudigde techniek toe te passen en een
flink quantum bankjes te bestellen bij de firma,
die de echte, door de Bank van Portugal uitgegeven,
biljetten pleegde te drukken.^ De heeren wilden
,echte" biljetten in omloop brengen, gedrukt met
dezelfde platen, die voor de legitieme uitgiften
hadden gediend en voorzien T an dezelfde serie
nummers als de Bank van Portugal gebruikte; zij
rekenden er op, dat het geruimen tijd zou duren,
voordat bij toeval een echt en een valsch" biljet
met hetzelfde nummer in n hand zouden komen.
Gewapend met diplomatieke papieren, valsche
contracten en indrukwekkende visitekaartjes ging
de Hollander Marang op bezoek bij de
drukkersfirma Messrs. Waterlow & Sons, en wist den
oudsten firmant wijs te maken, dat de president
van' de Bank van Portugal den Gouverneur van
de kolonie Angola had gemachtigd, een serie bank
biljetten uit te geven van het gewone Portugeesche
type, welke dan in de kolonie van een specialen
opdruk zouden worden voorzien. Marang legde
voorts een contract over, blijkens hetwelk de Gou
verneur van Angola het recht tot het doen der
uitgifte had overgedragen aan Senhor Alves Reis,
alsmede een machtiging van dezen Reis op Marang
om namens hem met dei firma Waterlow te onder
handelen. Alle contracten en volmachten waren
van de noodige handteekeningen voorzien, die
door een weibekenden Portugeeschen notaris waren
gelegaliseerd. Later bleek, dat de handteekeningen
inderdaad echt waren, doch op losse, uit authen
tieke contracten gescheurde bladzijden stonden,
die vrijwel onzichtbaar aan de valsche overeen
komsten waren gehecht. Marang drong aan op
strikte geheimhouding der transactie, zoogenaamd,
omdat de president van de Portugeesche Bank
handelde in overeenstemming met zijn regeering.
' doch buiten weten van zijn mede-directeuren,
Mr. Waterlow verlangde een nadrukkelijke mach
tiging van dien president, doch beging de blunder,
den brief, waarin hij om die machtiging verzocht,
ten vervoer naar Portugal mede te geven aan Ma
rang, die zich voor diplomatiek koerier uitgaf.
Natuurlijk kreeg Mr. Waterlow een tijd later zijn
volmacht in een keurigen, vertrouwelijken brief
van den president een brief, die een meesterstuk
van vervalschingskunst was.
Na deze preliminairen bestelde Marang bij Wa
terlow in totaal 780.000 biljetten van 500 escudos
elk, ter waarde van ongeveer 49 millioen gulden.
Zij werden prompt geleverd....
Ter vereenvoudiging van de uitgifte der bank
biljetten richten de heeren in Oporto een bank op,
de Banco Angola e Metropole, die onmiddellijk
na haar vestiging een geweldige activiteit aan den
dag legde. Zij kocht links en rechts valuta's, vaste
goederen, effecten, gaf credieten op onderpand,
disconteerde wissels en deed alle bankzaken op
een schaal, die verwondering wekte. Zij kocht spe
ciaal aandeelen op van de Bank van Portugal.
Doch het schoone plan,.op die wijze de meerder
heid van die aandeelen in handen te hebben tegen
den tijd, dat de zwendel ontdekt zou worden,
mislukte door de al te groote haast, waarmee Reis
c.s. hun biljetten spuiden. Oporto werd overstroomd
met fonkelnieuwe biljetten van 500 escudos; men
kreeg argwaan, ontdekte duplicaten, de justitie
greep in en een dag later was de geschiedenis uit.
Althans voor Alves Reis c.s. Niet voor de Bank
van Portugal. Die stond voor het feit, dat er een
blijkbaar enorm aantal bankbiljetten in omloop
waren, welke van de echte niet waren te onder
scheiden. Er dreigde een paniek in het land; het
crediet van de centrale bank stond op het spel.
Prompt nam het bankbestuur het besluit, alle
biljetten van 500 escudos in te trekken, en zoowel
de echte als de valsche in te wisselen. Niet tegen
goud of zilver, maar tegen papier, want Portugal
had niet den gouden standaard. De bezittingen
Het proces duurde zeven jaar. In eerste instantie
werd de firma Waterlow veroordeeld tot betaling
van £ 509.421, in tweede instantie werd dit bedrag
verminderd tot £ 300.000, doch het House of
Lords stelde de Bank volledig in het gelijk en wees
haar vordering onverminderd toe. De proceskosten
beliepen meer dan anderhalf millioen gulden. . . .
het nobile officium is in Engeland nog zoo slecht
niet. Over de schadeplichtigheid van Waterlow
en het recht van de Bank om de valsche biljetten
te honoreeren, was men het spoedig eens. Beheerscht
werd het proces door de vraag, of de Bank meer
schade had geleden, dan het laten drukken van de
noodige nieuwe bankbiljetten had gekost.
De Bank betoogde, dat elk valsch biljet, dat 7,ij
had ingewisseld, haar 500 escudos had gekost,
equivalent met £ 5.?. Waterlow bestreed dit met
het verweer, dat de Bank papier had ingeruild
tegen papier, dat zij hoogstens, behalve een luttel
bedrag aan drukkosten, schade had kunnen lijden
doordat zij met het valsche gedeelte van haar cir
culatie geen normale commercieele winst had kun
nen maken, doch dat deze schade met £ 10.000
ruim betaald zou zijn.
Telkens weer spitste het debat zich tot tot de
vraag: Wat is een bankbiljet?" Ook de rechters
waren het daarover niet eens. Er was er een, die
strikt juridisch dacht en niets wilde weten van de
stelling, dat uitgemaakt moest worden, wat voor
een circulatiébank de waarde van een niet in goud
inwisselbaar biljet is. Zijns inziens had de kwestie
der inwisselbaarheid al of niet tegen goud met de
zaak niets te maken. Men kan de verschillende
argumentaties in extenso bij Kisch lezen; het is
een doolhof van juridische en economische beschou
wingen, waar ik persoonlijk niet uitkom. Maar de
eindbeslissing heeft niemand bevredigd tenzij
dan de Bank van Portugal. Want die kreeg met
de £ 500.000 uit de Banco Angola e Metropole
een totaal bedrag van dertien millioen gulden uitge
keerd, en besteedde dat geenszins, om haar door de
gestie van Reis c.s. vergroote biljettencirculatie weer
evenredig in te krimpen....
Sir Cecil Kisch zoekt de oplossing van de püzzle
langs zuiver economischen weg. Wat in Portugal
plaats had, was niets dan een door onbevoegden ver
oorzaakte inflatie. Wie lijdt schade door inflatie?
Niet in de eerste plaats de circulatiébank maar de
bevolking voor zoover zij crediteur is. Of de bank
schade lijdt, hangt af van de monetaire politiek,
welke zij volgt. En de politiek van de Bank van
Portugal was al sedert jaren vóór den oorlog op
niets anders gericht dan op.... inflatie. Reis c.s.
deden iets, wat de Bank binnen afzienbaren tijd
zelf zou hebben gedaan, en de schade, die in dat
tijdsverschil kan hebben gelegen, moet in elk geval
miniem zijn geweest....
Men mag wel aannemen, dat de firmanten van
Waterlow & Sons met zeer gemengde gevoelens
van Kisch' beschouwingen kennis hebben geno
men .... Mij zou het interesseeren te vernemen,
of zij, die nog altijd bankbiljetten drukken, thans
weten wat zoo'n papiertje eigenlijk is....
AAN
INZENDERS
VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun
bijdragen een gefran
keerd briefomslag met
adres van den afzender
in te sluiten.