Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 16 September 1933
N o. 2937
t1^.
w
s v*
fc.
L'histoire se répète ?
HET NATIONAAL-SOCIALISME
EN DE PATHOLOGIE
Mr. K. Van Waveren
Dollfnss' corporatieve staat als
bomoeópathisch middel
Evenals in 1914 is er een golf van enthousiaste
redeloosheid over bijna de geheele bevolking van
Duitscbland gevaren. Het Duitsche volk acht zich
uitverkoren, de beschaving te redden, een dam op te
werpen tegen het barbaarsche bolsjewisme en
tegeIjjkertijd geroepen om voorloopig te breken met
ledere internationale verstandhouding en met ieder
besef, dat er een Westersche beschaving van
univereeelen aard buiten Duitschland bestaat, tot tijd en
?wijle Europa en Amerika van het zuurdeesem der
Germaansche oercultuur doortrokken zullen zijn.
Deze geesteshouding hebben wij meer kunnen waar
nemen. De modieuse pan-germanistische ras- en
cultuurphilosophie van 1900 zong een
gelijkklinkende melodie. De annexionistische ??ook in gees
telijk opzicht annexionistische pocherijen van
1914, door het buitenland smalend gekarakteri
seerd met het overgenomen woord ,,Kultur," waren
lal van denzelfden aard. Maar herinneringen aan
de mentaliteit der oorlogsjaren komen op
ontzaggelijk veel grooter gebied naar boven dan op dat
van de nationale culiuurbeschouwing alleen.
Benige maanden geleden gaf ditzelfde week
blad een caricatuur getiteld Duitschland iso
leert zich zelf" en op geen treffender wijze kon
worden geïllustreerd hoe gelukzalig het Duitsche
volk zich voelde ha het zelfgekozen isolement dan
door de plaat, die Hitler en Germania afbeeldde,
eindelijk alleen bovenop een ducdalf, nadat ze de
tros van de boot Vertrouwen" hadden doorgesne
den en niets dan de wijde zee om zich heen zagen.
Ook ha de oorlogsjaren had Duitschland zich geïso
leerd. Maar hier komt direct een kenmerkend ver
schil naar voren: wel had Duitschland zjch geïso
leerd n vond het de geheele wereld tegenover zich,
maar het voelde zich er niet gelukkig door.
Integendeel.de Duitschers beklaagden zich, dat zij het slacht
offer waren geworden van de snoode
..Einkreisungspolitik" van het Drievoudig Verbond. Daar kan iets
van waar zijn geweest. De toenmalige bondgenooten
hebben wel degelijk van te voren overleg gepleegd
over gemeenschappelijk te nemen militaire maat
regelen. En het is niet zeker, dat die maatregelen
alleen maar defensief bedoeld waren. Toen Duitsch
land zich niet rustig hield, merkte het zijn isolement.
Indien echter dit verwijt betreffende de
Einkreisungspolitik" en dit appèl aan het geweten der we
reld geheel en al oprecht waren geweest, dan zou
Duitschland gedurende den oorlog zooveel moge
lijk alles ha het werk hebben gesteld om dit isole
ment te verbreken. Het tegendeel is het geval ge
weest. Ook de publieke opinie in het neutrale buiten
land keerde zich tegen Duitschland en de Duitsche
militaire leiding was er zelf debet aan, dat zij
Amerika tegen zich kreeg. Zoo werd dit isolement
een volkomen sluitende economische belegering,
een blokkade, die een van de hoofdoorzaken werd
van Duitschland's val. En wanneer men hierin niet
al te oppervlakkig naar de oorzaken speurt, ziet
men, dat voor een zeer groot deel, alle verdere zaken
buiten beschouwing gelaten, juist aan dit isolement
Duitschland zelf schuldig was en het dus ha zekeren
zin gewild moet hebben.
* *
*
En zoo zien wij plotseling in de actueele ontwik
keling der gebeurtenissen een bijna spookachtige
reminiscentie aan de donkere jaren van 11914-1018.
Op dit oogenblik* pronkt Duitschland met het
op den kop zetten van alle economische en
commercieele redelijkheid. De ontwikkeling van den
wereldhandel beschouwt het als een volkomen
te verwaarloozen ideaal. De finantieele gestie
van het Rijk, dat al sinds lang met alle goede
trouw gebroken heeft, heeft het klaar gespeeld,
het niet alleen zoo ha te richten, dat de import
naar Duitschland zoodanig is verschrompeld,
dat die nu nog maar een fractie uitmaakt van de
vroegere cijfers; maar ook, dat de andere Staten
clearingsmaatregelen moesten nemen, die den
Duitschen ex port beginnen te worgen. En nu daarmee
de buitenlandsche handel van het Rijk tot een
soort van minimum omzet is teruggeloopen, gaat
men er prat op, dat hiermee het nationale
zichzelfnoegzijn" een zoo belangrijke schrede voorwaarts
heeft afgelegd. Zoo kan men het natuurlijk ook
bekijken. En het kan wel zijn, dat hij, die zich
hult in boomschors en eikebladen rookt, om
zijn nationale onafhankelijkheid voor zich zelf te
bewijzen, zich de waarachtigste Duitscher voelt.
Het is natuurlijk de vraag of hij daarmee dit aan
anderen bewijzen kan.
Ik geef grif toe, dat de zaak hier eenigszins scherp,
om niet te zeggen overdreven, wordt voorgesteld,
maar deze boomschorsmensch interesseert ons niet,
de argumenten, die hij voor zijn doen en laten laat
gelden, hebben onze belangstelling. En dan ver
tegenwoordigt hij werkelijk het doen en laten
van het huidige Duitschland. Het economisch
isolement, dat in den oorlog zeer opzettelijk ge
zocht is-, zij het als kwaad gevolg van een
militairverkieseh'jke politiek, en dat toen als iejts zeer on
aangenaams werd ondervonden, geldt nu voor een
ideaal, hetwelk de moeite waard is na te streven.
Ook politiek zien wij een dergelijke strooming.
De rassenpolitiek laat ik hier buiten beschouwing.
Daar is al te veel over gezegd. Hier in Holland
vindt ze geen weerklank, overigens geldt volkomen
voor haar wat hierboven is aangehaald.
In alle mogelijke staatkundige maatregelen, die
op dit oogenblik in Duitschland worden genomen,
komt de geest van 1914 weer naar boven. De par
lementaire regeering is afgeschaft en de dictatuur
ingesteld. Weliswaar was de parlementaire regeering
van voor 1914, staatsrechtelijk gesproken, nog maar
in een embryonaal stadium, maar zij was er dan
toch en had tenminste dit nuttig instituut ge
schapen: dat zich een objectieve publieke opinie
kon vormen over het regeeringsbeleid. De oorlog
schafte dat tijdelijk af. Nu, in 1933: weg met
alles wat parlementair is niet alleen, maar
ook met alles wat de vorming van een pu
blieke opinie mogelijk maakt. Geen vrije pers,
maar censuur en dwang. Natuurlijk is er wel
een publieke opinie, maar die neemt een voor
ingenomen standpunt in en geneert zich niet dat te
zeggen. De oorlogscensuur gaf zich zelf voor beter
uit en beweerde slechts van tijdelijken aard te
zijn. Het was militaire noodzaak. Een noodzakelijk
kwaad van een nu eenmaal onwrikbaar gesteld
doel. G leichschaltung, dictatuur en de meest onbe
scheiden persoonlijke inquisitie dienen zich op dit
oogenblik aan als instituten van blij venden aard
en onvolprezen waarde. Het volk wordt daardoor
in nationalen zin opgevoed tot Duitschers. Maar
wat zien wij ondertusschen ? Dat deze voogdij en
dwingelandij, vroeger geëxcuseerd met ijzeren nood
zaak en openlijk erkend als uiterst onaangenaam,
nu met fanfarekorpsen en banieren wordt begroet.
Wat men vroeger in harde jaren als een kwaad
ondervond, geniet men nu met lust.
In den oorlog was niet alleen de democratie
op?gedoekt, of tijdelijk buiten werking gesteld, maar
de geheele volksgemeenschap was in n stalen
band geklonken, als ware het n industrieel
grootbedrijf. Met n doel, de nationale produc
tie op te voeren: VOQT, den oorlog. De geweldige
eischen, die er toen aan de productie gesteld wer
den, maakten het mogelijk en gelijk noodzakelijk,
dat het land zich als n groote onderneming orga
niseerde. En niet alleen in Duitschland, ook hier
hebben wij de jaren gekend, dat het noodzakelijk
was om alle mogelijke bedrijven te centraliseeren
en tot semi-staatsbedrijven te monopolisecren.
Staatscommissies regelden de toewijzing der grond
stoffen; quota werden verdeeld over de bestaande
ondernemingen; de productie werd weer gecentra
liseerd.
Nu is plotseling décorporatieve staatsidee troef.
En opnieuw zien wij het streven om het bedrijfs
leven samen te vatten ha wat wij eigenlijk zouden.
kunnen noemen gilden, om te trachten
daarmedeeen nationaal verband te vormen, dat aan den
staatsvorm nieuwen nahoud zou kunnen geven
nahet verjagen der democratie. Nauwkeuriger uit
eenzetting over de corporatieve staatsidee heeft
de lezer voor enkele weken in dit weekblad kunnen
vinden. Hoe die neiging om het vacuüm, dat
de verjaagde democratie heeft achtergelaten,
tevullen met een corporatieve
bedrijfsstanden-constructie, zich ontwikkeld heeft, ziet men op dit
oogenblik aan Oostenrijk, waar Dollfuss als red
middel tegen den nationaal-socialistischen zond
vloed juist naar dit middel grijpt, om een blijkbaar
uiterst dringende behoefte te bevredigen. Ook
hierzien wij, dat met welbehagen wordt opgeroepen,
wat eens als een juk getorst werd en daarna met
verlichting is afgeschud.
* * *
Zoo zijn wij gekomen tot merkwaardige zooge
naamde herhalingen in de geschiedenis, die elk
opvallende verschillen te zien geven met de
feiten, die zij, oppervlakkig bekeken, zouden
moeten weerspiegelen. Dat is opvallend; wellicht
zijn de verschillen toch van meer belang dan men
denkt en misschien zelfs belangrijker dan het ver
schijnsel, dat ,,1'histoire se répète".
Het is wellicht geoorloofd, om voor een keer eens^
een geschiedbeschouwing te geven, die analogieën
ontleent aan de bestudeering van het individu.
Van het pathologische individu. Want onze tijden
zijn van pathologische factoren allerminst gespeend.
Het is bekend, het hoe en waarom doet hier niet
ter zake, dat iemand, die een ernstigen schok,
een hevig trauma heeft ontvangen, traumatisch"
de eigenschap kan overhouden, dat hij daarna.
gedwongen en om te voldoen aan een bepaalde
lust, zekere pathologische handelingen verricht,
,,dwangmatig", verricht, die, op een vaak aan hem
zelf niet bekende wijze, het kenmerk van het door
gestane leed draagt. Zou het ook hetzelfde kunnen
zijn met de psychologie der volken? Is het mis
schien een reproductie van de schokken en
convulsies, die de geschiedenis der menschheid heeft
doorgemaakt in de vier jaren van den wereldoorlog,
die nu de volken in hun verdwazing dwingt tot
uitingen van massale hysterie zooals het
nationaal-socialisme er zonder eenigen twijfel een is
uitingen, die naar haar inhoud even zoo vele schre
den achteruit beteekenen, in plaats van werkelijke
oplossing onzer nijpende problemen en een evolutie
in opgaande lijn te brengen?
In dit verband is het merkwaardig, dat een
jaar of tien na den wereldoorlog een stroom van
boeken en films de herinnering aan die gebeurtenis
weer opriep. In veroordeelenden zin natuurlijk.
Deze bewustwording is blijkbaar, vooral bij dat
deel van de menschheid, dat het meeste schuld aan
en welbehagen in den krijg voelde, zóó bitter van
smaak, dat zij weer tot een lawine van anticritiek,
tot den waanzin van chauvinistische hoovaardij
en tot lust in oorlogsellende aanleiding geeft. Dit
is althans n van de leidende factoren.
Als dat zoo is, dan is er hoop. Want dan zijn
die gedwongen herhalings-symptomen niet an
ders dan het uitzieken van een pijnlijk en wellicht
nog langdurig proces. Maar toch van een proces,
dat op den duur niet in staat zal zijn de ontwikke
ling onzer beschaving tegen te houden. Want in
tegenstelling tot den kort levenden eenling is de
geschiedenis eeuwig. Zij kan zich permitteeren
ziek te zijn.
Witte Curacao Sec
Cherry Brandy Menthe Glaciale
Curafao Brandy
? Koopt
Nederlandsch fabrikaat!
J