Historisch Archief 1877-1940
De Groene A'msterdammer van 16 September 1933
N o. 2937
?
Spreektaal
De ,,Bny-BritIsh" geest tegenover
Hollandsche lauwheid
Voor menigeen wordt bij reizen in het buiten
land de .observatie-lust voortdurend opnieuw
gevoed omdat er een, soms half onbewuste, neiging
bestaat vergelijkingen te gaan trekken met
m$ederlandsche toestanden en begrippen. Eén stap verder
en, men gaat er toe over zich af te vragen wat uit
den vreemde wellicht kon worden overgenomen,
aan materieel goed, aan geestelijke waarden of
mentaliteit, ten bate van eigen land. Zoo was het
ook bij bezoeken aan Engeland, gedurende welke
zich indrukken vastzetten, waarvan de weergave
van belang leek voor Hollandsche lezers.
Het begon, zoolang men nog in het touristisch
stadium" verkeert, met kleinigheden, die we
hier verder laten rusten. Stellig geen kleinigheid
meer is het wanneer men zich op een gegeven
oogenblik gaat realiseeren, in welke mate alle
lagen van de bevolking doordrenkt zijn met
een mentaliteit van chauvinisme en van in het
dagelijksch leren toe te passen autarkie. De groote
godsdienst, die in Engeland in het openbaar gepre
dikt en beleden wordt, die op je afstormt, je wordt
ingestampt en haast tot «en obsessie kan worden,
is de buy-British religie. Er is vrijwel geen artikel
te koop of zoo het maar eenigszina mogelijk is,
staat er ergens vermeld of erop gedrukt, dat het
een Empire-produ'ct" is, of British and best".
Van: hoog tot laag wil de Engelschman voor zijn
goederen opkomen.
In Holland is typisch verschijnsel, dat men zich
nog vaak bij voorkeur kleedt, voedt en uitrust met
buitenlandse!! fabrikaat, dat eerste klasse zaken
voor hun goede naam alleen buitenlandsche goede
ren taleeren en aanprijzen (wijl zij anders naar
hun zeggen een groot deel der goede klandizie
verliezen), dat de breedere volksmassa's zich
zelden iets ervan aantrekken, of de goederen die
zij koopen ' enkele speciale merkartikelen daar
gelaten uit Frankrijk, Japan, Engeland, enz.
of uit Holland afkomstig zijn en dat men in betere
kringen juist vaak dweept en dikdoet met het
buitenland, waarbij het opkomend sportieve
geslacht uit genoemde kringen niet zelden in het
bijzonder aan rhachitis of tewel Engelsche"
ziekte lijdt.
Er schuilen voor ons land niet geringe gevaren
in deze houding van een groot deel van het volk.
Het volgen van deze nieuwe koers brengt echter
noodwendig mede, dat bijzondere aandacht be
steed wordt aan de propaganda voor producten
en fabrikaat van eigen land en overzeesche
Nederlandsche gebieden. De producenten en onder
nemers zullen hierbij door uiterste krachtsinspan
ning voortdurend ervoor moeten zorgen, dat zij te
voorschijn kunnen komen met hunne goederen,
zoodat men, ondanks uitschakeling van
buiteulandsche leveranciers op groote schaal, toch te
vreden afnemers krijgt.
De Nederlandsche pers, van welke richting of
gezindte ook, heeft een belangrijke taak in deze
en door een juiste, suggestieve campagne in de
dagbladen kan bij het publiek stellig ontzaggelijk
veel bereikt worden. Welk een kracht er kan uit
gaan van een chronische propaganda in de krant
heb ik juist bij het lezen van groote Engelsche
bladen leeren begrijpen.
Wij mogen eerst even het hoofd schudden,
wanneer een Engelsch millioenen-blad een hoofd
artikel wijdt aan de match om de Davis-cup van
Austin en Perry tegen Frankrijk, vooral omdat
erin wordt geconcludeerd, dat een overwinning
ongetwijfeld aan de Britsche relaties en handel
ten goede zullen komen. Het ligt in onze aard,
wanneer we zulk een artikel en de mentaliteit die
eruit blijkt, overdreven vinden en niet geheel
begrijpen, maar toch, indien onze bladen, ons volk
pvergoten werden, al was het maar met een slap
aftreksel van de geest, die uit zooiets spreekt, zou
het op den dmlr onze eigen welvaart ten goede komen.
Wannér ik naast elkaar stel, aan den eenen kant
de geest, die zich p. m. manifesteert in de
buyBritish' slogan en aan den anderen kant de on
verschillige lauwheid van den Hollander tegenover
gedachten van een vooruitziend economisch na
tionalisme, dan zou ik zeggen, ik houd het voor
de komende benarde tijden maar op de Engelsche
methode! B.
verstandelijk peil
Melis Stoke
Teekenlngen Harmsen van Beek
Menschen als kinderen.
Wat velen reeds lang instinctief gevreesd hebben
is thans, door een wetenschappelijk onderzoek,
als onomstootelijk waar aangetoond: minstens
de helft van de menschen komt verstandelijk
niet uit boven het peil van een 13-jarige. Prof.
dr. F. lloels, directeur van het Psychologisch
Laboratorium der Universiteit van Utrecht heeft
het verzekerd.
Een zijner medewerkers heeft met behulp van
een aantal zorgvuldig geijkte tests naar het
begripsvermogen van ongeveer elfduizend mannen
vastgesteld dat 31 % op een verstandelijk peil
stond van een kind van ten hoogste elf jaar.
Bijna 19 % stond op het niveau van- kinderen
van 11 tot 13 jaar, ruim 20 % op dat van kinderen
van 13 tot 15 jaar en 15 % op het niveau van
kinderen van 15?104 jaar. Buitenlandsche
proeven hebben tot nog treuriger resultaten
geleid.
,,De conclusie" aldus deze geleerde ,,die
uit deze onderzoekingen kan worden getrokken,
is dan Qok dat, als men het publiek met zijn
annonces, advertenties, plakkaten enz. wil be
reiken, men goed doet het toe te spreken op een
wijze die niet gaat boven het bevattingsvermogen
van kinderen van 15 tot 16 jaar; veiliger nog is
het zich van een zeggingswijze te bedienen, die
ook kinderen van f) tot 13 jaar kunnen begrijpen.
want 50 % onzer bevolking komt in verstandelijke
ontwikkeling niet boven die van kinderen van
13 jaar uit. ..."
Hier zwijgt de professor, maar wij, die ons eiken
dag tot het publiek wenden, en in het algemeen
zij, die op welke wijze ook, contact hebben met
het groote publiek, wij zitten er leelijk mee.
Want nu de wetenschap ons den weg heeft
gewezen is het aan ons, practici, dien toe te passen
en er onze uitingen naar in te richten.
Het eerste resultaat van deze ontdekking zal
waarschijnlijk zijn dat alle groote bladen zich
gedwongen zullen zien hun kinderrubrieken sterk
uit te breiden ten koste van den tekst die boven
het generale bevattingsvermogen gaat, zooals de
parlementaire en financieele, en economische en
wetenschappelijke rubrieken.
In hun haast om ook welgevallig te zijn aan die
meer dan vijftig procent van het publiek, welke
thans nog niet rijp blijkt voor de genietingen van
een dagblad voor volwassenen, zullen ze leuke
rijmpjes, raadselen voor kinderen tusschen de
negen en dertien en aardige sprookjes op de
voorVooruit, en nu -vlug terug naar 'de
af deelingen"
pagina's moeten afdrukken. Dan komen natuurlijk
de politici tot gansch andere methodes.
Wat die tot nu toe te beweren hebben gehad
blijkt voor het overgroote deel ver boven de hoof
den van de groote massa tézijn uitgegaan. Die
moeten er niets van begrepen hebben.
Tot nu toe was niemand op het idee gekomen
dat de Staatscourant en de Handelingen van de
Staten-Generaal onleesbaar waren voor den gemid
delden intellectueel.
En het is dan ook te verwachten dat men aan
stonds een groot aantal officieele zoogenaamde
lijks-Oom Koos'en en Rijks-Tante Agatha's zal
aanstellen om die stukken voor de jeugd te be
werken.
En nu is het wel merkwaardig, dat juist de groe
pen die door den professor bij name worden ge
noemd, als in aanmerking komende om zich in
hun publicaties wat geestelijk te bekrimpen,
eigenlijk de eenigen blijken te zijn die reeds iets
geroken moeten hebben van onzen werkelijken
geestelijken toestand, en die zich daar reeds vrij
aardig op hadden ingesteld.
Hoe lang niet reeds hebben allerlei verkoopers
en producenten» ons met allerlei lokmiddelen.
gewonnen, met cadeautjes en prijsjes en raadsels. .
Laten we het nu ook maar eerlijk erkennen
daar waren we dol op
Het was alleen maar de valsche schaamte van
ons, verre boven onzen geestelijken stand levenden,
die er ons van weerhield aan elk prijsraadsel mee
te doen. Want onherroepelijk was daaraan,-de
publicatie verbonden van onzen naam als
prijswinner in de eerelijst van de volgende annonce.
Nu behoeft niemand zich meer te schamen.
Het is nu toch eenmaal aan het licht gekomen.
We behoeven ons niet meer groot te houden en.
we kunne.n ons veilig gaan gedragen naar de eischen.
die te stellen zijn aan individuen met het bevat
tingsvermogen van kinderen tot dertien jaar.
Op de Beurs zullen de hekken van den dam zijn.
Op de beurs
Daar heeft men zich tot nu toe een beetje gewichtig
het air gegeven van economisch inzicht en weten
schappelijke profetie.
De resultaten waren meestal weliswaar negatief,
maar men bleef er een ernstig gezicht bij trekken.
Nu behoeft dat ook niet meer. Dat zal me een
gestoei en geravot worden in de ruime effecten
beurs. Ze mogen er nu glijbaantjes maken op den
gladden vloer die daar zoo geschikt voor is, ze mogen
klauteren en klimmen over de schotjes van de
nissen waar ze zich met geleerde en slaperige
gezichten van kwasi-volwassen menschen zateix
te vervelen.
De nieuwe leuze zal zijn: Leut voor de 13-jarigen.
Wat een perspectieven ook voor het Binnen
hof
Daar hielden de leden van de Staten-Generaal
zich tot nu toe, misschien wel met de grootste
moeite, in de plooi. Het geestelijk peil van de volks
vertegenwoordiging, via het evenredig kiesstelsel.
een nauwkeurige afspiegeling van dat onzer
gemeenschap, blijkt altijd naar het uiterlijk
danig opgeschroefd te zijn geweest.
Laat ze nu in het vrije, kwartier eens heerlijk
dollen en buitelen op het Binnenhof, dat zich
zoo uitstekend leent voor speelplaats .en dat
altijd zoo krampachtig deftig gehouden is.
Ik zie ze al buutspelen en stuivertje wisselen
tusschen de arcades van de galerijen, klauteren
en plassen bij de fontein. . . .
Leve de 13-jarigen.. . .
En de heer Buys zal met een vroolijk gezicht
naar buiten komen en in de handen klappen onder
den kreet: Vooruit jongens, naar de af deelingen. . . .
De Utrechtsche geleerde heeft een verlossend.
woord gesproken.
E"'
m t